Jarenlang was het CDA duidelijk over een verruiming van het kinderpardon: dat zou er niet komen. Tijdens de kabinetsformatie in 2017 hield de partij vast aan dat standpunt. En ook later, na discussies over uitgeprocedeerde kinderen zoals Lili en Howick. Na de documentaire over het kinderpardon van Tim Hofman. Na extra aandringen van de ChristenUnie binnenskamers. Het CDA bleef volhouden: nee is nee.
Tot zaterdag 19 januari. Op de voorpagina van het AD stelde het CDA voor, samen met coalitiegenoot D66, om het kinderpardon te verruimen. Die draai van het CDA kwam voor velen als een verrassing, alsof het standpunt van de ene op de andere dag was gewijzigd. In werkelijkheid ging er een lang proces aan vooraf, van lobbyen, groeiend verzet bij de achterban, lokale bestuurders en fractieleden. Tot, als laatste, ook de partijtop omgaat.
Wat eraan voorafging.
Dag van de christen-democratie
Het is zaterdag 24 november 2018. Er staat en lange rij CDA-leden voor de Prodentfabriek in Amersfoort. De zaal is vol. CDA’ers zijn hier om na te denken over de toekomst van de christen-democratie in Nederland. Het thema: Wat voor land wil jij doorgeven?
Hier werd het kinderpardon weer onderwerp van gesprek, zegt een CDA-prominent. Het was hier dat de gedachte opkwam dat het CDA niet alleen bestuurt, maar ook een partij is waar je je idealen kunt delen.
De achterban bestookt de Kamerfractie met mails: waarom is verruiming van het pardon niet mogelijk?
De directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, Pieter Jan Dijkman, vertelt over de 14de-eeuwse mystica Catharina van Siena. Zij vraagt God waarom Hij mensen heeft geschapen met een tekort. De een mist brood, de ander liefde. Weer een ander mist een been. Dijkman: „Het verhaal wil dat Catharina van Siena toen een visioen kreeg, waarin God haar vertelde dat Hij dat welbewust had gedaan. Dan zijn de mensen namelijk gedwongen tot liefde en zorgzaamheid voor elkaar. Tot verantwoordelijkheid. Dat, precies dat, is christen-democratie. Uit de kennis van je onvolmaaktheid de ander willen aanvaarden en hem helpen.” Het applaus dat volgt is hard en duurt lang.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/01/data40809542-46dc2d.jpg)
In een deelsessie met partijvoorzitter Ruth Peetoom en minister van Justitie en Veiligheid Ferdinand Grapperhaus komt de discretionaire bevoegdheid ter sprake. Daags daarvoor stelde de VVD voor een eind te maken aan die bevoegdheid. Peetoom spreekt over „de onverlaten van de VVD” die „tornen aan de wortels van de rechtsstaat’’. Grapperhaus knikt instemmend. Lobbyisten denken: hier is beweging mogelijk.
Partijkader en de kerk
Hoewel het woord nergens wordt uitgesproken, krijgen CDA’ers na de dag van de christen-democratie het gevoel dat ze het weer over het kinderpardon mógen hebben. Achter de schermen zijn actieve leden daar al mee begonnen. Op 8 november start Sandra Wolvekamp, fractievoorzitter van het CDA in Meppel, een appgroep met de naam ‘kinderpardon’. Daar praten veertig CDA-leden over het kinderpardon.
In deze appgroep ontstaat het idee om een resolutie in te dienen op het aanstaande partijcongres van het CDA, op 9 februari. Daarin roepen CDA-leden de partij op ‘om met een oplossing te komen voor gewortelde kinderen’. Begin januari kondigen andere leden nog een resolutie aan. Daarin roepen ze de partij op tot een uitzetstop.
Wolvekamp richt de appgroep op nadat het onderwerp opnieuw actueel is geworden. Dat komt omdat de Protestantse Kerk Nederland (PKN) op 3 november het CDA bij EenVandaag oproept om zich in te zetten voor een nieuwe kinderpardonregeling. Twee dagen later schrijft Tweede Kamerlid Madeleine van Toorenburg een column in het Nederlands Dagblad: „Ik vind dat we zuinig en zorgvuldig moeten omgaan met de discretionaire bevoegdheid van een staatssecretaris. […] Stilte is hier de kracht en een voorwaarde voor een zorgvuldige weging.”
Het kerkasiel in het Haagse kerkhuis Bethel is dan bijna een maand bezig. De Protestantse Kerk Den Haag organiseert een doorlopende dienst om uitzetting van het Armeense gezin Tamrazyan te voorkomen. Veel CDA-leden zijn betrokken en voelen sympathie. Al gauw steunt ook de PKN het initiatief.
Ook politici van andere partijen bezoeken de kerk, onder wie GroenLinks-Kamerlid Bram van Ojik. Vlak na zijn bezoek zit Van Ojik in het vliegtuig naar Washington naast Van Toorenburg. De twee zijn waarnemers tijdens de verkiezingen in de VS. Hij brengt het kinderpardon ter sprake, een half uur lang spreken beide asielwoordvoerders erover. Van Ojik heeft na afloop niet het idee dat het CDA zijn standpunt wil veranderen.
Van Toorenburg sprak drie dagen eerder, op 31 oktober, nog over het kinderpardon in de fractiekamer van het CDA. Daar vindt dan het theologenberaad plaats, dat regelmatig wordt georganiseerd door het Wetenschappelijk Instituut. Dit keer gaat het over het kerkasiel en het kinderpardon. Naast Van Toorenburg zijn er een paar Kamerleden, theologen, en predikanten aanwezig. Sommigen van hen gingen voor bij het kerkasiel.
Het is een gesprek van hart tot hart, achter gesloten deuren, waarin iedereen zijn dilemma’s deelt. Een van de aanwezigen herinnert zich: „Madeleine vertelde daar met overtuiging – en in mijn herinnering redelijk fel – waarom ze het standpunt huldigde dat ze op dat moment huldigde.”
Naar buiten toe verandert er niets bij het CDA. Maar in beslotenheid gaan de gesprekken door. Op 5 december roept de Raad van Kerken het kabinet in een brief op tot een zorgvuldige uitvoering van het kinderpardon. Op maandag 17 december bezoekt partijvoorzitter van het CDA Ruth Peetoom onaangekondigd het kerkasiel, de eerste keer dat een CDA-prominent in kerkhuis Bethel komt kijken. Vlak voor kerst neemt René de Reuver, scriba van de PKN, het initiatief voor een gesprek met onder meer Sybrand Buma en Van Toorenburg. Opnieuw lijkt er geen ruimte voor een ander standpunt. Beide politici geven aan dat ze aan het regeerakkoord gebonden zijn.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data40480329-561dec.jpg)
De partijtop
Op 7 januari spreken Van Toorenburg, voormalig minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin en asielwoordvoerder van D66 Maarten Groothuizen over een memo van asieladvocaat Flip Schüller. Die stelde hij op verzoek van D66 en de ChristenUnie in het najaar op met voorstellen om de worteling van vluchtelingenkinderen in de toekomst te voorkomen.
Het initiatief voor het gesprek kwam van Groothuizen. Hij benadert het CDA, omdat hij die partij ziet als de sleutel tot een verruiming van het kinderpardon. Het blijft vervolgens twaalf dagen stil.
Wie binnen het CDA als eerste overtuigd was van een nieuw standpunt, Sybrand Buma of Madeleine van Toorenburg, is onduidelijk.
De fractie
De mailbox van de Tweede Kamerfractie stroomt vol met vragen over het kinderpardon. De achterban wil weten: waarom is verruiming niet mogelijk? Kamerleden die het land ingaan, worden ook altijd met het onderwerp geconfronteerd. Het maakt niet uit waarover je in een zaaltje iets vertelt, zegt een van hen. Het kinderpardon komt altijd ter sprake. Waarom stellen jullie je zo hardvochtig op, horen ze. Kunnen jullie niet wat medemenselijkheid tonen?
Er zijn Kamerleden die al langer ontevreden zijn over de houding van hun partij. Martijn van Helvert spreekt zich uit, evenals Pieter Omtzigt.
Op de eerste dag na het Kerstreces, op dinsdag 15 januari, komt het kinderpardon ter sprake tijdens de fractievergadering. Het is geen agendapunt, maar een van de Kamerleden begint erover. Van Toorenburg zegt dat ze de geluiden uit de achterban ook hoort. Ze zegt ook dat ze bezig is met een voorstel met D66, maar daar niet te veel over kan vertellen.
Daarna wordt de fractie niet meer geïnformeerd. Tot Kamerleden op zaterdag 19 januari in de krant moeten lezen dat hun partij voor een ruimer kinderpardon is. „Dat was wel rot ja”, zegt een Kamerlid.
Correctie (1 februari 2019): in een eerdere versie van dit artikel werd Catharina van Siena een misdienaar genoemd. Dat moet mystica zijn en is hierboven aangepast.