Opinie

Minister Blok moet maar uitleggen wat wel en geen jihadisme is

Syrië Schuif ons niet in de schoenen dat een Syrische strijdgroep ‘jihadistisch’ zou zijn, schrijven journalisten en . Ze verwijten de auteurs van een kritisch stuk feitelijke onjuistheden.

Rebellen van een niet nader gespecificeerde strijdersgroep in Noord-Syrië, eind 2018
Rebellen van een niet nader gespecificeerde strijdersgroep in Noord-Syrië, eind 2018 Foto Khalil Ashawi/Reuters

Met grote verbazing lazen wij een opiniestuk van Rena Netjes en Jan Jaap de Ruiter (Gaf Nederland echt steun aan jihadisten?, 28/1) over ons onderzoek naar de Nederlandse steun aan Syrische strijdgroepen. De verbazing was het gevolg van de slordigheden en onjuistheden die erin staan. We zullen deze hierbij rechtzetten.

Het is curieus dat de auteurs ons de kwalificatie ‘jihadistisch’ voor de door Nederland gesteunde strijdgroep Levant Front in de schoenen schuiven. Die is immers afkomstig van het Openbaar Ministerie, nadat een Nederlandse Syriëganger zich had aangesloten bij deze groepering, en werd vervolgd voor deelname aan een ‘terreurbeweging’, terwijl het ministerie van Buitenlandse Zaken dezelfde strijdgroep enkele jaren later van voertuigen voorzag. Dat het OM nu geen uitspraken wil doen over 2017 is evident en staat overigens ook gewoon keurig vermeld in de publicaties van 10 september 2018.

De vraag of het al dan niet terecht is dat Jabhat al-Shamiya ‘jihadistisch’ of ‘terroristisch’ wordt genoemd, moet worden beantwoord door het OM en minister Blok van Buitenlandse Zaken.

Dit artikel is een reactie op: Gaf Nederland echt steun aan jihadisten?

Netjes en De Ruiter zeggen verder contact te hebben gehad met een woordvoerder van het Levant Front, die zij opvoeren als ‘Baraa al-Shami’. Deze meneer ‘al-Shami’ zou ook door ons zijn geïnterviewd, zo stellen zij. Wij hebben meer dan honderd mensen gesproken, maar in onze database komt de naam ‘Baraa al-Shami’ niet voor. Wellicht is dit een bijnaam, maar wij kennen in ieder geval niemand die zich zo aan ons heeft gepresenteerd.

We lezen dat hij in het interview met ons „zweeg” over de Nederlandse hulp, omdat „binnen het NLA-programma geheimhouding was afgesproken”. Wij vragen ons af hoe deze twee beweringen met elkaar te rijmen zijn. Want hoe kan meneer ‘al-Shami’ zich enerzijds beklagen over het feit dat wij zijn dankbetuigingen voor de Nederlandse hulp niet hebben overgebracht, als hij tegelijkertijd tegenover ons zou hebben gezwegen over de Nederlandse hulp aan zijn groepering?

De door Netjes de Ruiter aangehaalde Charles Lister stelt dat het onjuist is om te suggereren dat Jabhat al-Shamiya hetzelfde is als al-Qaeda of Islamitische Staat. Waar of op wie Lister reageert, is ons onbekend; deze vergelijking wordt in ieder geval nergens in onze publicaties gemaakt.

Euphrates Shield

Dat geldt ook voor het punt over het zogeheten Euphrates Shield, een operatie waarin ook het Levant Front actief was. Wij hebben nergens ontkend dat het Levant Front in deze operatie betrokken was, maar wij beschikken niet over informatie waaruit blijkt dat Nederland het Levant Front steunde gedurende die operatie. Deze duurde namelijk van augustus 2016 tot maart 2017, en in die periode ontving Jabhat al-Shamiya naar ons weten geen Nederlandse goederen (dat gebeurde voor zover wij weten pas eind 2017, begin 2018). Maar misschien dat Netjes en De Ruiter meer informatie hebben?

Dan de rol van het Levant Front bij de bredere strijd tegen IS, en de veiligheid van Nederland. Wij beschikken na maanden intensief onderzoek slechts over informatie waaruit blijkt dat Nederland hulp leverde aan het Levant Front in de periode rond eind 2017 en begin 2018. In deze periode was IS niet meer aanwezig in het gebied waar het Levant Front actief was. We hebben geen bewijzen dat Nederland het Levant Front heeft gesteund in het kader van de strijd tegen IS. Wel beschikken wij over bewijzen dat Nederland het Levant Front steunde in de periode dat de groepering samen met Turkije de Koerden bevocht, onder andere in Afrin.

382 vragen aan minister Blok

Dat Frankrijk Nederland vroeg om de steun aan Syrische strijdgroepen op te voeren is juist. Maar wat Netjes en De Ruiter niet vertellen, is dat deze informatie pas bekend werd ná en dankzij onze publicaties, namelijk toen minister Blok dit in antwoord op 382 vragen over onze publicaties aan de Tweede Kamer schreef.

Al met al hadden Netjes en De Ruiter er verstandig aan gedaan om wederhoor te plegen. Wij hadden hen dan kunnen wijzen op de onduidelijkheden. De lezers was dan een warrig en feitelijk onjuist stuk bespaard gebleven. Jammer, want de problematiek verdient een fundamentele discussie op basis van feiten, in en buiten de politiek. Verder kunnen wij het publiek geruststellen dat dergelijke publicaties ons er niet van zullen weerhouden het onderzoek naar de Nederlandse steun aan Syrische opstandelingen voort te zetten.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.