SHV verdenkt dochter van omkoping

Bergingsbedrijf Mammoet SHV-dochter Mammoet betaalde een Iraaks politicus om een miljoenenconflict op te lossen.

Foto Bas Czerwinski/ANP

Een dochter van Nederlands grootste familiebedrijf SHV heeft maandenlang een invloedrijk Iraaks politicus betaald om de minister van Olie in dat land gunstig te stemmen in een zakelijk dispuut. Dat blijkt uit gesprekken met betrokkenen en vertrouwelijke, interne documenten.

Het bedrijf betaalde de parlementariër rechtstreeks een vaste, maandelijkse vergoeding én stelde hem een succes fee in het vooruitzicht als hij het dispuut over de betaling van tientallen miljoenen dollars zou weten op te lossen. Het gaat om Mowaffak Al-Rubaie, de man die naar eigen zeggen Saddam Hussein ophing.

Het is opnieuw een vermoeden van corruptie bij SHV, ditmaal bij de bergingstak van zwaar-transportbedrijf Mammoet. Eerder bleek uit onderzoek van NRC dat ook bij andere onderdelen van het familiebedrijf omstreden betalingen zijn gedaan, een schaduwboekhouding werd bijgehouden, klanten zijn misleid.

Het Openbaar Ministerie begon eind 2016 een strafrechtelijk onderzoek naar Econosto, een onderdeel van technisch handelshuis Eriks dat van SHV is. Het bedrijf had in het Midden-Oosten inkopers van olie- en chemiebedrijven betaald, in ruil voor opdrachten. Het hield van de betalingen een aparte boekhouding bij in een map, onderliggende facturen ontbraken.

Het OM richtte zich ook op onregelmatigheden bij twee andere van de in totaal zeven SHV-dochters. Bij voedingsfabrikant Nutreco ging het onder meer om commissies in Oekraïne en mogelijke misleiding van klanten in Chili. Bij Mammoet om commissies bij de hijskranendivisie in het Midden-Oosten en bij de berging van enkele tientallen wrakken voor de kust van Mauritanië.

Het is niet bekend of het OM bekend is met de gang van zaken rondom de parlementariër in Irak.

Lees het hele verhaal: Bergingsbedrijf kocht Iraaks politicus om, vermoedt eigenaar SHV

Stapgeld

Mammoet werkte van eind 2012 tot en met 2017 aan de berging van de gezonken olietanker Amuriyah voor de kust van Irak, een lastige klus. De betalingen door de opdrachtgever, staatsoliebedrijf South Oil Company, stopten toen IS Irak binnenviel. Ook ontstond een geschil over het bedrag dat het staatsoliebedrijf aan Mammoet verschuldigd was.

Mammoet deed er alles aan om de betalingen te innen. Het staakte het bergingswerk, riep de hulp in van de Nederlandse ambassadeur in Irak en zinde op beslaglegging op olie. Ook nodigde het bedrijf eind 2015 enkele hoge functionarissen van het staatsoliebedrijf uit in Dubai. Mammoet vergoedde de reis- en verblijfskosten van de afgevaardigden en gaf hen daarnaast ‘stapgeld’ mee, „90.000 dollar in totaal", volgens een betrokkene.

Toen ook dat niet hielp, kwam Mammoet via een gerenommeerd Brits advocatenkantoor terecht bij de parlementariër, Mowaffak al-Rubaie. Hij was nationaal veiligheidsadviseur in Irak geweest en had goede contacten bij het ministerie van Olie.

‘Omkoping van een official

In september 2015 sloot Mammoet een contract met Al-Rubaie via zijn Cypriotische bedrijf Reznek Consultants. De betalingen liepen via zijn bankrekeningen, in Dubai en later in Zwitserland.

SHV stelt in een interne, vertrouwelijke memo van 17 januari 2017 intern onderzoek te willen doen naar de „redelijke verdenking” van „een strafbaar feit”, namelijk: „omkoping van een buitenlandse official”. Het bedrijf vraagt zich af of het „de relatie met Reznek kan voortzetten”. SHV, Mammoet en het OM reageren niet op vragen van NRC.

Dokter Mow In het nieuws 4-6