Liefhebbers van het Wereldmuseum moeten nog even geduld hebben, want de verbouwing laat langer op zich wachten dan gepland. Was het eerst de bedoeling om in maart met de herinrichting te beginnen, nu wordt dat een paar maanden later. Oorzaak: een vertraging in de monumentenvergunning en enkele onvoorziene noodzakelijke werkzaamheden. Het goede nieuws: vanaf komende zomer gaat het museum in fases weer open, te beginnen met het Reispaleis (kindermuseum).
Van zo’n Reispaleis was in 1885 nog geen sprake, toen op de plek waar nu het Wereldmuseum zit – Willemskade 25 – het Museum voor Land- en Volkenkunde zijn deuren opende. Dat museum was, zou je kunnen zeggen, een dependance van de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub in Rotterdam. Rijke leden schonken allerlei etnografische objecten, aangeschaft tijdens reizen over de aardkloot, aan hun club, waarmee ze de basis legden voor de collectie.
Van Rijckevorsel
Belangrijkste mecenas destijds was Yachtclublid dr. Elie van Rijckevorsel (1845-1928), een natuurkundige die het museum negenhonderd voorwerpen naliet, waaronder een bijzondere collectie Javaanse gebatikte doeken, wapens, hoofdtooien, sieraden en schilden.
Inmiddels is die verzameling uitgegroeid tot meer dan 85.000 objecten: de Rotterdam Collectie. Die is vanaf begin 2020 weer in volle glorie te zien, wanneer de verbouwing achter de rug is. Maar vanaf juli dit jaar gaan wel al delen van het museum gefaseerd open. Het Reispaleis dus als eerste en daarna, medio september, twee wisseltentoonstellingen: Boijmans bij de buren (wegens de renovatie van Boijmans) en een expositie over koloniale geschiedenis.
Tijdens een rondleiding legt directeur Stijn Schoonderwoerd uit tegen welke verrassingen hij tijdens de verbouwing aanliep. „Kijk, deze opslagruimte bijvoorbeeld bleek groter te moeten. En hier, onze klimaatinstallatie, een zogenoemde doos-in-een-doos-constructie. We ontdekten dat buiten de ‘doos’ kozijnen verrot waren en er schimmel zat op de muren. De oplossing van dat euvel vergt meer tijd dan gedacht.”
Volgens het stadhuis kosten de extra maatregelen 550.000 euro, voor te financieren door de afdeling Stadsontwikkeling. Dat bedrag komt bovenop de bijna 10 miljoen euro die de verbouwing tot nu toe beloopt, waarvan de gemeente 6,3 miljoen betaalt en het museum ruim 3 miljoen.
Weer een echt museum
Genoeg voor het benodigde groot onderhoud, zegt de gemeente, maar ook voor het herstel van de museale functie. Met dit laatste verwijst de Coolsingel naar de periode 2001-2015, toen het verzelfstandigde Wereldmuseum (anno 2006) onder leiding van directeur Stanley Bremer een steeds commerciëlere koers ging varen, waarbij de horecafunctie voorop kwam te staan. Meer sterrenrestaurant dan Rotterdam Collectie.
Na kritische onderzoeken van bureau LawsonLuiten en de Rotterdamse Rekenkamer naar Bremers (financiële) mismanagement, moest de directeur in april 2015 vertrekken, waarna interim-directeur Jan Willem Sieburgh het ergste puin ruimde. Sinds mei 2017 is Stijn Schoonderwoerd directeur.
„Tja, wat trof ik hier aan?”, blikt hij terug, omringd door verbouwingsgeluid. „Een team dat graag de schouders eronder wilde zetten, maar te klein was om de collectie te beheren. Door forse gemeentelijke bezuinigingen in 2013 waren er nog maar een stuk of negen medewerkers over.”
Inmiddels is dat aantal uitgegroeid tot dertig, te danken aan een nieuwe gemeentelijke subsidie, sinds 2017, van vijf miljoen euro per jaar. Voorwaarde van de Coolsingel was wel dat het Wereldmuseum zou gaan samenwerken met het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW), een bundeling van het Afrika Museum in Berg en Dal, het Museum Volkenkunde in Leiden en het Tropenmuseum in Amsterdam.
Afspiegeling van de stad
Schoonderwoerd (52), tevens directeur van dat NMvW, vindt het grote voordeel van de samenwerking dat het Wereldmuseum nu ook gebruik kan maken van diensten en kennis van de drie collega-musea, zoals van conservatoren. En dat is hard nodig, wil Schoonderwoerd zijn droom kunnen waarmaken: de Rotterdam Collectie teruggeven aan de stad, en minder leunen op bruiklenen. „We gaan de eigen collectie weer in al haar pracht tonen en daarbij het verhaal vertellen van Rotterdamse verzamelaars. Tevens willen we meer omgevingsbewustzijn kweken: door innige contacten met stedelijke kunstenaars, instellingen, gemeenschappen en opiniemakers op de hoogte blijven van wat zich in de stad afspeelt, en daar zelf een rol in vervullen.”
Want, vindt Schoonderwoerd, het Wereldmuseum moet bij uitstek een afspiegeling zijn van de stad met haar meer dan 170 nationaliteiten. Meer nog, het museum heeft een belangrijke verbindende functie. „We willen hier niet louter mooie kunstvoorwerpen laten zien uit verre landen. Onze uitdrukkelijke missie is te inspireren tot wereldburgerschap. Met de klemtoon op onderlinge overeenkomsten in plaats van verschillen.”
Zo is het voormalige Museum voor Land- en Volkenkunde in 135 jaar tijd uitgegroeid van een antropologisch instituut over verre culturen tot een Rotterdams Wereldmuseum met een maatschappelijke opdracht , dat culturen verbindt die nu direct bij elkaar om de hoek wonen.