De doorstroom van het vmbo naar het mbo moet gemakkelijker worden. Dat vinden de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap Ingrid van Engelshoven (D66) en de minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media Arie Slob (CU). Zij dienen een wetsvoorstel in om het mogelijk te maken dat vmbo-leerlingen op de middelbare school al kunnen beginnen met hun vervolgopleiding, zo maakten zij donderdag bekend.
De onderwijsministers willen het vmbo en het mbo “in elkaar schuiven”. Zowel mbo- als vmbo-scholen moeten vanaf 2020 een volledig programma van klas 1 vmbo tot en met het mbo-diploma aan kunnen bieden. De scholen mogen zelf bepalen hoe dit er precies uit komt te zien. Ook kunnen scholen er straks voor kiezen om mbo-lessen te integreren in het vmbo-programma.
De ministers denken met de wetswijziging te kunnen voorkomen dat leerlingen uitvallen in de fase tussen de middelbare school en het mbo. Jaarlijks vallen er zo’n achtduizend leerlingen uit in de overgangsfase, zegt een woordvoerder desgevraagd.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data30077594-c42408.jpg)
‘Als lastig ervaren’
Volgens Van Engelshoven wordt de huidige overgang door veel leerlingen “als lastig ervaren”. De woordvoerder licht toe: “Ze moeten wennen aan de overstap, een andere school, nieuwe docenten.” Volgens haar zijn er op het vmbo meer leerlingen die hier begeleiding bij nodig hebben dan op de havo en het vwo.
Ook benadrukt Van Engelshoven het belang van mensen met een mbo-achtergrond. “Nederland zit te springen op vakmensen”, schrijft de minister. In verschillende sectoren, zoals de techniek, is de arbeidsmarkt erg krap.