Opinie

Zo, Klaas Dijkhoff, betrek je burgers bij klimaatbeleid

Met een online evaluatie kunnen burgers eenvoudig kenbaar maken welke klimaatmaatregelen hun voorkeur hebben, schrijft . De VVD-fractievoorzitter zou dat moeten weten.

Willen burgers windturbines, of juist niet?
Willen burgers windturbines, of juist niet? Foto iStock

Als wetenschapper kijk ik met stijgende verbazing naar de politieke discussie over het klimaatakkoord. Aan de ene kant levert Klaas Dijkhoff (VVD) terecht kritiek op het feit dat gewone burgers niet betrokken zijn bij de totstandkoming van de ingrijpende maatregelen uit dit akkoord. Als je de wetenschappelijke literatuur erop naslaat, dan kun je op je vingers natellen dat burgers op grote schaal in opstand zullen komen als zij geconfronteerd worden met vergaande maatregelen waarover zij niet hebben kunnen meedenken. De gevolgen zijn dan ook niet te overzien als Ed Nijpels en zijn klimaattafelaars daadwerkelijk gaan proberen om dit ‘polderproduct’, zoals Dijkhoff het noemt, door de strot van de burgers te duwen.

Het grote probleem is dat Dijkhoff geen enkele oplossing aandraagt om de gewone burger wel op een serieuze manier bij het klimaatakkoord te betrekken. Is zijn oproep dan pure verkiezingsretoriek, of is hij niet op de hoogte van methodieken die gebruikt worden om grote groepen burgers serieus te betrekken bij complexe besluiten? De laatste reden lijkt onwaarschijnlijk. Recentelijk liet minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat – partijgenoot van Dijkhoff – 3.000 burgers via een zogenaamde participatieve waarde-evaluatie meedenken over verschillende opties om de waterveiligheid van het Waalgebied te waarborgen. Dit instrument is ook zeer geschikt om burgers te betrekken bij de invulling van het klimaatakkoord.

Doelen halen binnen budget

De essentie van zo’n evaluatie is dat een groot aantal deelnemers (online) een overheidsbudget te zien krijgt, een te behalen doelstelling (49 procent CO2-reductie in 2030) en een aantal beleidsopties, inclusief de geschatte effecten van die opties. Burgers moeten vervolgens keuzes maken die ervoor zorgen dat dit doel behaald wordt, binnen het te besteden overheidsbudget. Op basis van deze voorkeuren kunnen de maatschappelijke kosten en baten van de verschillende beleidsopties worden vastgesteld. Dat gebeurt met behulp van een econometrisch model, dat veronderstelt dat burgers meer waarde toekennen aan de (effecten van) beleidsopties die zij kiezen dan aan de (effecten van) beleidsopties die zij niet kiezen. Op basis van de afwegingen van een groot aantal burgers kan het model de maatschappelijke meerwaarde vaststellen van elk van de beleidsopties. Als burgers het te moeilijk vinden om zelf een keuze te maken, dan kunnen zij hun keuze delegeren aan een expert, een politicus of een andere burger.

Een voordeel van een participatieve waarde-evaluatie ten opzichte van andere vormen van burgerparticipatie is dat de drempel om deel te nemen relatief laag is. Daardoor kan een grotere groep burgers meebepalen. Daarnaast kan dit instrument bijdragen aan bewustwording. Als burgers ermee aan de slag gaan, worden ze zich bewust van schaarste (‘niet alles is mogelijk’), de lastige keuzes die door de overheid moeten worden gemaakt, en de voor- en nadelen van die keuzes, zo leert de ervaring.

De door de klimaattafels voorgestelde maatregelen bieden samen met de doorrekeningen ervan door de planbureaus alle informatie die nodig is om een participatieve waarde-evaluatie op te zetten: 1. doelstellingen van het beleid; 2. maximaal te besteden overheidsbudget; 3. meerdere beleidsopties; 4. effecten van deze opties.

Vervolgens is het dus aan burgers om in de evaluatie een oordeel te vellen over de juiste mix aan beleidsopties en dus over de manier waarop de lusten en lasten van het klimaatakkoord zouden moeten worden verdeeld.

Uitkomsten niet doorslaggevend

Ten slotte is het ook verstandig om burgers te vragen in hoeverre de uitkomsten van de evaluatie volgens hen moeten meewegen in het uiteindelijke besluit. Uit ervaring blijkt dat de meerderheid van de burgers vindt dat de uitkomsten níet doorslaggevend moeten zijn. Burgers vinden het vooral belangrijk dat zij hun stem kunnen laten horen, dat de uitkomsten van de burgerraadpleging serieus worden meegewogen in het eindbesluit en dat politici ook uitleggen hoe de uitkomsten zijn meegewogen.

Het uitvoeren van een participatieve waarde-evaluatie – of een andere vorm van massaparticipatie – zorgt ervoor dat de regie van het kabinet en de andere klimaattafelaars over de inhoud van het uiteindelijke akkoord afzwakt. Dat is uiteraard een spannende exercitie. Maar voor het kabinet is dit altijd een veel beter perspectief dan wanneer het de controle over het klimaatakkoord volledig verliest door grootschalige burgerprotesten. Zie de situatie met de gele hesjes in Frankrijk. Het is daarom belangrijk om zo snel mogelijk het debat te voeren over de vraag hoe het serieus betrekken van de gewone burger precies moet worden ingericht. Er is geen tijd te verliezen.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.