Rechtbank: fietskoeriers van Deliveroo zijn werknemers

De uitspraak kan grote gevolgen hebben voor de groeiende kluseconomie in Nederland.

De rechter oordeelde dat bezorgers van Deliveroo geen freelancers zijn, maar werknemers.
De rechter oordeelde dat bezorgers van Deliveroo geen freelancers zijn, maar werknemers. Foto Sem van der Wal/ANP

Fietskoeriers van maaltijdbezorgdienst Deliveroo zijn werknemers en moeten ook zo behandeld en betaald worden. Dat heeft de rechtbank Amsterdam dinsdag geoordeeld in een rechtszaak die was aangespannen door vakbond FNV. Het vonnis kan grote gevolgen hebben voor de groeiende kluseconomie, waarbij klanten en werkzoekenden elkaar ontmoeten via een online platform, zoals Uber (taxi’s), Temper (horeca) of Helpling (huishoudelijke hulp).

Deliveroo nam sinds augustus 2017 niemand meer in dienst omdat het alle fietskoeriers als zzp’er wil laten werken. De rechtbank zegt nu dat deze zzp’ers met terugwerkende kracht als werknemers behandeld en betaald moeten worden.

Deliveroo moet zich houden aan de afspraken in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor de sector beroepsgoederenvervoer. Het vonnis moet direct worden uitgevoerd, ook al heeft Deliveroo aangekondigd in hoger beroep te gaan.

Lees ook: Deliveroo-bezorgers voelen zich helemaal geen zzp’er

Geen onderhandelingspositie

In de rechtszaak stelde Deliveroo dat zijn fietskoeriers in grote vrijheid kunnen werken en daarom aangemerkt kunnen worden als zelfstandig ondernemers. De kantonrechter Van Buitenen ging daar niet in mee. Ze kwam tot de conclusie dat de koeriers, in tegenstelling tot echte ondernemers, geen onderhandelingspositie hebben tegenover Deliveroo. Er is bijvoorbeeld “weinig tot geen ruimte voor een onderhandeling over het tarief”.

De fietskoeriers zijn daarnaast niet volledig vrij om te bepalen wanneer ze werken en of ze opdrachten weigeren, oordeelde de rechter. Deliveroo houdt nauwkeurig bij welke koeriers goed presteren. Zij kunnen zich met voorrang inschrijven op drukke ‘tijdvakken’, waarin je veel geld kunt verdienen.

Lees ook het interview met de oprichter van Deliveroo: ‘Zo’n magnetronmaaltijd bij de supermarkt is treurig hoor’

Het gebrek aan vrijheid blijkt volgens de rechter ook uit het feit dat alle koeriers worden gevolgd via GPS. Daarmee kan niet alleen de klant, maar ook Deliveroo zijn bezorgers “volgen en controleren”. De rechter vindt het verder veelzeggend dat koeriers zich richting restaurants niet presenteren als ondernemer, “bijvoorbeeld door een eigen bedrijfsnaam”.

Losse klusjes

Bedrijven als Deliveroo en Uber zoeken met hun werkwijze de grenzen op van de Nederlandse arbeidswetgeving. Ze delen geen banen uit, maar losse klusjes. Doordat ze geen werknemers hebben, hoeven ze geen sociale premies te betalen. Daarmee kunnen ze veel geld besparen.

Economen van de ING-bank voorspelden onlangs dat de kluseconomie de arbeidsmarkt drastisch kan veranderen. De sector is nu nog klein, schreef de bank, maar heeft veel groeipotentie. In het meest extreme geval kan het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) met 1 miljoen toenemen. Zo’n grote groei is alleen realistisch als bedrijven alle juridische ruimte blijven krijgen om met zzp’ers te werken. In het vonnis van dinsdag beperkt de rechter die ruimte juist.

Vrijheid wegnemen

Deliveroo laat in een reactie weten dat fietskoeriers “juist kiezen voor de flexibiliteit van het werken als zelfstandige”. Het vonnis zou de “vrijheid wegnemen die zij nu hebben en waarderen, om te werken waar en wanneer zij willen”. Ook zegt het bedrijf dat er enkele “feitelijke onjuistheden en onjuiste aannames” in het vonnis staan. Fietskoeriers die een contract willen moeten daarom een eigen rechtszaak aanspannen. “Wij zijn van mening dat een rechter naar de individuele situatie zou moeten kijken.”

Afgelopen zomer oordeelde dezelfde rechtbank Amsterdam in een andere zaak dat een specifieke Deliveroo-bezorger, Sytze Ferwerda, als zelfstandig ondernemers kon worden aangemerkt. Die zaak was door de bezorger aangespannen met steun van de PvdA. Rechter Van Buitenen zei daar dinsdag over dat het voor de rechtsontwikkeling goed kan zijn dat rechters over dit heikele onderwerp “verschillend” oordelen, “gezien de snelle ontwikkeling die de platformeconomie in Nederland doormaakt”.