Het was een opmerkelijke uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter dinsdag, met mogelijk verstrekkende gevolgen. Deliveroo-bezorgers zijn volgens diens oordeel geen zzp’ers en kunnen dus aanspraak maken op een arbeidsovereenkomst. Bovendien valt Deliveroo onder de cao beroepsgoederenvervoer, zo besloot de rechter. Zeven vragen over de gevolgen van de uitspraak.
-
Waarom is deze uitspraak zo belangrijk?
Zoals Deliveroo werkt met zijn bezorgers, zo werkt Uber met zijn chauffeurs en Helpling met zijn schoonmakers. Deze platformbedrijven werken met zzp’ers, een app verdeelt het beschikbare werk onder hen. Vooral bij Uber wordt het werk op vergelijkbare wijze als bij Deliveroo onder chauffeurs verdeeld.
Door de ‘platformwerkers’ niet in dienst te nemen, hoeven deze bedrijven geen werkgeverspremies voor hen af te dragen, hen niet door te betalen bij ziekte en hen geen minimumloon te garanderen. Volgens de FNV staat daardoor het stelsel van sociale zekerheid onder druk en zijn platformwerkers onvoldoende beschermd. Vakbond FNV wilde daarom dat Deliveroo-bezorgers recht zouden krijgen op een arbeidscontract.
Het was de vraag of FNV als belangenorganisatie zo’n rechtszaak kon voeren, omdat die mogelijk niet alleen gevolgen heeft voor haar leden, maar in potentie voor alle bezorgers. Door FNV in het gelijk te stellen, heeft de rechter de vakbeweging ook ontvankelijk verklaard. Gelet op rechtszaken die er nog aan gaan komen, is FNV blij met die jurisprudentie.
-
Op welke manier gaan Deliveroo-bezorgers erop vooruit?
Met dit vonnis kunnen ze een arbeidscontract eisen. Dat betekent dat bezorgers – al dan niet met terugwerkende kracht – een minimumuurloon kunnen krijgen in plaats van een variabele vergoeding per bestelling. Ook bouwen ze pensioen op, krijgen ze doorbetaald bij ziekte en vakantie en zijn ze verzekerd. Dat is allemaal vastgelegd in de cao beroepsgoederenvervoer, waaronder de bezorgers volgens de uitspraak van de rechter vallen.
Aan de andere kant kan Deliveroo, als bezorgers werknemers worden, ook eisen aan hen stellen. Bijvoorbeeld over wanneer ze moeten gaan werken. Een woordvoerder van het bezorgbedrijf wil daar niet op vooruitlopen, maar zegt wel dat bezorgers door het dienstverband „de flexibiliteit verliezen die ze juist zo waarderen”.
-
Waarom zegt de ene rechter dat Deliveroo-bezorgers recht hebben op een dienstverband en de ander dat ze zelfstandigen zijn?
In een eerdere zaak oordeelde de kantonrechter dat toenmalig Deliveroo-bezorger Sytze Ferwerda terecht als zzp’er werd ingezet. Dat had echter alleen betrekking op diens persoonlijke werksituatie. Zo woog de rechter mee dat Ferwerda maar weinig voor Deliveroo werkte. Hij veranderde bovendien zelf, voordat hem dat verplicht werd, van contract. In deze rechtszaak keek de rechter naar de werkomstandigheden van bezorgers in het algemeen.
-
Wat zijn die werkomstandigheden? Zijn Deliveroo-bezorgers niet vrij om te werken wanneer en hoelang ze willen?
Op papier is dat wel zo. In de praktijk zijn er echter noemenswaardige beperkingen aan die vrijheid, en dat is door de rechter meegewogen in het oordeel. De eerste: bezorgers krijgen per bestelling betaald. Als er vanuit de klant weinig behoefte is aan maaltijden, valt er voor de bezorger weinig te verdienen.
De tweede: als er al genoeg bezorgers aan het werk zijn, bijvoorbeeld op de drukste en dus lucratiefste tijdstippen, kunnen bezorgers niet spontaan besluiten om te gaan werken. Er is een reserveringssysteem: bezorgers kunnen tijdvakken waarop ze willen werken, reserveren. Ze hoeven op die momenten niet per se op te komen dagen, maar dat kan later in hun nadeel werken.
Daarmee komen we op punt drie: er is voorrang te verdienen in het reserveringssysteem en daarmee op de kans om op gunstige tijdstippen te kunnen werken. Wie altijd komt opdagen op gereserveerde tijden en consequent werkt op de drukste avonden, krijgt voorrang.
-
Hoe reageerde Deliveroo op de uitspraak?
Deliveroo gaat in beroep. In een reactie stelt het dat de FNV „geen enkele bezorger gevonden [heeft] om deze zaak te ondersteunen, omdat bezorgers juist kiezen voor de flexibiliteit van het werken als zelfstandige”.
Ook is het bedrijf van mening dat de rechter in het oordeel „duidelijk niet heeft meegenomen hoe bezorgers in de praktijk met ons werken”. Deliveroo is het oneens met het oordeel dat bezorgers elkaar in de praktijk niet kunnen vervangen of dat hun vrijheid beperkt is.
En het bedrijf trof een onjuistheid aan in het vonnis: de rechter schrijft ten onrechte dat bezorgers die vooraf gereserveerd hebben in dat tijdvak ook sneller een bestelling krijgen aangeboden. Een woordvoerder van Deliveroo: „Bezorgers zijn te allen tijde vrij om bestellingen te weigeren. In feite wordt 40 procent van alle bestellingen minimaal een keer afgewezen door bezorgers. Daarvan ondervinden ze geen consequenties.”
-
Komen er nu nog meer rechtszaken?
Ja. FNV is al een rechtszaak tegen Helpling begonnen, al wordt die gevoerd voor een individueel lid ‘of eventueel meerdere leden’. Tegen Uber is een rechtszaak in voorbereiding.
-
Kunnen bedrijven zoals Deliveroo blijven bestaan als zij hun bezorgers in dienst moeten nemen?
Deliveroo verwacht niet dat veel mensen dat arbeidscontract willen. Uit een recente, eigen enquête blijkt dat maar 4 procent van de bezorgers het werk „niet leuk” vindt. De rest vindt het leuk (20 procent), erg leuk (55 procent) of staan er neutraal in (20 procent). Voor Deliveroo is dat een aanwijzing dat bezorgers ook tevreden zijn over hun arbeidsrechtelijke situatie. Naast de verdiensten is de flexibiliteit voor hen de belangrijkste reden om voor Deliveroo te werken, blijkt uit diezelfde enquête.
Met andere woorden: Deliveroo denkt dat er weinig zal veranderen. In een eerder interview zei directeur Stijn Verstijnen: „Zelfs als Deliveroo verplicht zou worden om alle bezorgers in dienst te nemen, kan het financieel uit. Het is alleen de vraag of er genoeg bezorgers zijn die voor ons in dienstverband willen werken.”