Analyse

Feyenoords dilemma: met trainer ‘Gio’ verder of niet?

Feyenoord-coach Feyenoord en coach Giovanni van Bronckhorst bespreken deze maand of zijn contract verlengd wordt. In en rond de Kuip heerst onvrede.

Giovanni van Bronckhorst op de bank tijdens de wedstrijd bij FC Emmen, eind vorig jaar.
Giovanni van Bronckhorst op de bank tijdens de wedstrijd bij FC Emmen, eind vorig jaar. Foto ANP Pro Shots

In een hoek van stadion de Vijverberg drukken Feyenoord-fans zich tegen de afrastering van het uitvak. Wilde armgebaren, woeste blikken, dito gescheld. Het is half augustus en De Graafschap-spits Stef Nijland heeft net de beslissende 2-0 gemaakt na geklungel achterin bij Feyenoord, dat het duel met negen spelers eindigt. Het fiasco is compleet, in de eerste eredivisiewedstrijd dit seizoen. Drie dagen eerder verloor Feyenoord al met 4-0 bij het Slowaakse AS Trencín, een van de grootste Europese nederlagen in de clubhistorie.

„Je moet door in het voetbal”, zegt Feyenoord-coach Giovanni van Bronckhorst in de bloedhete persruimte. „Hoe zwaar ook de momenten zijn, hoe zuur ook de nederlagen. Die momenten hebben we vaker gehad de afgelopen jaren. Gelukkig ook heel veel positieve momenten.” En dan fel, om zijn woorden extra te benadrukken: „Héél véél momenten.”

Vijf prijzen in vier jaar, met de landstitel van 2017 als hoogtepunt. Hij is daarmee de Feyenoord-coach die de meeste prijzen won in de clubgeschiedenis. Maar is hij ook de juiste man voor de toekomst? Die vraag ligt nu voor. Na dit seizoen loopt zijn contract af, deze maand bekijken Feyenoord en Van Bronckhorst (43) of zij na de zomer nog verder gaan met elkaar.

Die besprekingen komen op een moment dat Feyenoord op een zijspoor is geraakt in de titelrace, op de derde plek met twaalf punten achterstand op PSV en tien op Ajax. Op een indrukwekkende eerste helft tegen PSV na is er weinig wat beklijft halverwege dit seizoen. Het Europese demasqué tegen Trencín en de competitienederlagen tegen De Graafschap en Fortuna Sittard zijn onverkwikkelijk voor een club met de omvang van Feyenoord.

Wat wil hij zelf?

Allereerst is het de vraag wat Van Bronckhorst zelf wil. Het perspectief bij Feyenoord is niet erg aantrekkelijk op dit moment, met de financiële – en kwalitatieve – achterstand op Ajax en PSV. Vorig seizoen vormde daarin nog een uitzondering door de Champions League-inkomsten van Feyenoord, dat een recordomzet haalde van 99 miljoen euro. Mede door de Europese sof moet Feyenoord in dit lopende boekjaar een forse stap terug doen.

Zo is de toptwee, anderhalf jaar na de landstitel, uit beeld geraakt. „Als je ons afzet tegen Ajax en PSV als het gaat om budgetten en investeringen, dan komt Feyenoord niet in de buurt en dus de komende jaren ook niet in aanmerking voor de titel”, zei Van Bronckhorst onlangs in VI.

Lees ook dit uitgebreide interview met Van Bronckhorst van december 2017

Er lijkt weinig meer te winnen voor hem. Het sentiment rond de club is ook veranderd. Na achttien jaar zonder landstitel in 2017 eindelijk de hoofdprijs, en dat wekte verwachtingen. Een betrokkene zegt dat het Van Bronckhorst steekt dat hij niet de waardering krijgt voor de successen in de afgelopen jaren en dat de discussie over zijn positie de overhand heeft.

De kritiek is veelomvattend. Spelers zijn niet of nauwelijks beter geworden, klinkt het. Jens Toornstra, Eric Botteghin, Bart Nieuwkoop, Jan-Arie van der Heijden – die middencategorie heeft weinig progressie gemaakt na het kampioensjaar. Er is veel onvrede over het spel: er wordt zelden collectief en georganiseerd druk gezet, de voortzetting is traag en voorspelbaar. De ploeg is vaak afhankelijk van bevliegingen van Steven Berghuis en Robin van Persie.

Het ontbreekt Feyenoord aan spelers die diepte zoeken: er is onvoldoende snelheid voorin. Dat kan technisch directeur Martin van Geel zich aanrekenen. En in de middencategorie is niet of nauwelijks doorgeselecteerd. Inmiddels zijn er al drie vervangers – Renato Tapia, de alweer vertrokken Sofyan Amrabat en Yassin Ayoub – gehaald met het oog op een mogelijk vertrek van middenvelder Tonny Vilhena. Maar die speelt nog altijd in de Kuip.

Zo is Van Bronckhorst niet altijd te benijden. Vanuit de jeugd stromen wel spelers door, maar zij lijken op topniveau minder snel aan te haken dan jonge profs bij AZ, Ajax en PSV. Wat daarin meespeelt is dat Feyenoord (lees: Van Geel) ervoor heeft gekozen met het tweede elftal niet in te stromen in de zogeheten voetbalpiramide. Daardoor spelen de oudste jeugdspelers niet in de eerste divisie maar in een alternatieve competitie. Terwijl talenten bij Ajax, PSV en AZ wel ervaring opdeden in de eerste divisie en meer weerstand kregen. „Het is volgens mij een enorme gemiste kans dat Feyenoord daar niet in speelt”, zei Ajax-coach Erik ten Hag in VI.

In het jaarverslag over afgelopen seizoen schreef de raad van commissarissen dat zij de „hoop en verwachting” heeft dat Feyenoord „beter zal presteren in de eredivisie” na een seizoen waarin het als vierde eindigde. De directie is „indringend gevraagd zich daarop te richten”. Op dit moment is de conclusie dat daaraan niet wordt voldaan.

Fundamentele vraag

Onder het al dan niet verlengen van zijn contract ligt een meer fundamentele vraag: wat voor rol wíl en kán Feyenoord spelen in de komende jaren, tot de opening van het nieuwe stadion. In de planvorming daarvoor werd recentelijk een belangrijke volgende stap gezet. Met het nieuwe stadion zegt Feyenoord naar een spelersbudget (salarishuis) van 25 miljoen euro te gaan, tegen 19 miljoen nu. De opening wordt verwacht in 2023. Maar hoe overbrug je die jaren zonder verder achterop te raken bij Ajax en PSV?

Algemeen directeur Jan de Jong heeft in het verleden gehint op een Arsène Wenger-achtige carrière voor Van Bronckhorst bij Feyenoord. De Jong en Van Geel hebben zich altijd loyaal opgesteld richting de coach. Maar zit er na – straks – vier seizoenen nog genoeg muziek in dit huwelijk?

Daar bestaan twijfels over in de top. In de raad van commissarissen, met vijf leden, zitten twee afgevaardigden van de Vrienden van Feyenoord (de grote minderheidsaandeelhouder) die naar verluidt zeer kritisch zijn over een mogelijke contractverlenging.

Een betrokkene zegt: „Je komt nu op een punt dat er ergens iemand op een knop moet drukken.”