Een overlijdensrisicoverzekering, dat is toch dat verplichte nummer op het moment dat je een huis koopt? Dat wás inderdaad heel lang zo.
Tot begin 2018 moest je de polis afsluiten zodra je hypotheek meer dan 80 procent van de waarde van je nieuwe huis bedroeg én je een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) wilde. Dat was een grote meerderheid: op bijna 70 procent van de verkochte huizen die onder de NHG-grens vielen, werd de garantie in 2017 ook afgesloten.
Die NHG beschermt je namelijk als je de hypotheek niet meer kunt betalen. Dat is geen onwaarschijnlijk scenario: een (gezins)inkomen kan dalen wanneer je gaat scheiden bijvoorbeeld, en de hypotheek ineens alleen moet ophoesten. Of wanneer jij of je partner werkloos raakt. De verplichte overlijdensrisicoverzekering werd ooit door de instantie achter NHG ingevoerd, om huiseigenaren nog eens extra te beschermen.
Terug naar die overlijdensrisicoverzekering (orv). Dat die polis geen moetje meer is, wil niet zeggen dat huiseigenaren altijd beter af zijn zónder. Een orv beschermt hen namelijk net zo goed tegen bepaalde ellende als de NHG. Bij een orv is dat de situatie waarin je partner overlijdt en jij, daarna, in je eentje de hypotheek niet meer kunt betalen. Ook dat is geen ondenkbare situatie in een land dat bárst van de anderhalfverdieners.
Zorgen voor de achterblijvers
En toch zat of zit niet iedereen op die verzekering te wachten. Omdat je met je eigen inkomen de hypotheek ook al fluitend kunt ophoesten bijvoorbeeld, of omdat je alleen woont.
Goed dus dat het verplichte karakter eraf is. Maar niet alle hypotheekverstrekkers bewegen mee met de soepeler regels, blijkt uit onderzoek dat de Consumentenbond afgelopen december publiceerde. Wie geen trek heeft in een orv, moet dus goed opletten bij wie hij een hypotheek afsluit.
Bij de grote banken (ING, Rabobank, ABN Amro) is een orv niet meer verplicht. En bij bijvoorbeeld MoneYou en Merius ook niet. Maar vijf andere banken (Argenta, bijBouwe, Hypotrust Woon Bewust, Lloyds Bank en NIBC Direct) stellen de eis nog wél als de hypotheek hoger is dan 80 procent van de woningwaarde.
Hoe werkt een overlijdensrisicopolis? „Voor een huis met een gemiddelde koopsom van rond de 300.000 euro zal het bedrag dat uitgekeerd wordt bij overlijden snel zo’n 150.000 euro zijn”, schatten Michel Ligtlee en Karin Boog, financieel specialisten bij Vereniging Eigen Huis (VEH). „Met dat bedrag kun je de hypotheek deels aflossen, waardoor de rentelasten dalen en de achterblijver de hypotheek weer kan betalen.”
/s3/static.nrc.nl/images/stripped/verdegaal%252C%2520erica%25208%25202013%2520028.jpg)
Voor mensen met een partner of een gezin is de verzekering dus een manier om een geliefde en de kinderen „verzorgd achter te laten”, zoals Ligtlee het noemt. En dat is óók handig wanneer je de volledige hypotheek wel in je eentje zou kunnen opbrengen na het overlijden van je partner. Een lagere hypotheek stelt je namelijk ook in staat minder te gaan werken en je bijvoorbeeld intensiever met het verzorgen van de kinderen bezig te houden.
Zelfs alleenstaanden nemen soms bewust een overlijdensrisicopolis: zij willen nabestaanden niet opzadelen met een eventuele resthypotheekschuld. Maar zo’n situatie is toch minder nijpend, zegt Ligtlee: „Erfgenamen hebben altijd de optie een erfenis te weigeren of alleen onder voorbehoud van schulden te accepteren.”
Geen gelopen race
Had je al voordat de nieuwe regels ingingen een orv afgesloten en wil je er graag van af? Dat kan helaas niet: je zit er in principe aan vast totdat je gaat verhuizen naar een ander koophuis en een nieuwe hypotheekakte afsluit.
Doekje voor het bloeden: wie zijn verzekering langer dan vijf of zes jaar geleden afsloot, is volgens de VEH en de Consumentenbond bijna altijd goedkoper uit zodra hij overstapt.
De premies zijn deze eeuw namelijk gehalveerd, onder andere doordat de levensverwachting is gestegen. Daardoor betalen verzekerden gemiddeld meer jaren premie en hoeven zij per jaar minder te dokken.
Wat ook helpt is de grote concurrentie tussen verzekeraars: een zoektocht op een vergelijkingssite als Independer.nl loont. Gezien de lange looptijd kan zelfs een paar euro premie minder per maand, tot aan het eind van de rit, je uiteindelijk duizenden euro’s schelen.
Check wel vooraf bij je hypotheekverstrekker of die akkoord gaat met een overstap: je moet officieel om toestemming vragen. En vraag dan ook of de bank in zo’n geval ‘administratiekosten’ in rekening brengt. Bovendien kan het goedkoper zijn om rechtstreeks bij een aanbieder zelf de schadepolis aan te vragen en niet via een vergelijkingssite. Independer vraagt er bijvoorbeeld 195 euro voor.
Wacht ook met een polis opzeggen tot een andere verzekeraar je geaccepteerd heeft. Dat is geen gelopen race. Bij het aanvragen van een nieuwe verzekering moet je standaard een gezondheidsverklaring invullen en bij twijfel (en boven een bepaald verzekerd bedrag) laat de verzekeraar je keuren door een huisarts of (soms) een internist.
Mensen met een chronische ziekte zoals diabetes, maar bijvoorbeeld ook voormalige zieken, zoals ex-kankerpatiënten, kunnen een twee à vier keer hogere premie voor de kiezen krijgen, volgens de VEH – áls de verzekeraar ze al accepteert.
Het alternatief is betere afspraken maken met je bestaande verzekeraar. Heb je bijvoorbeeld al een bedrag afgelost op je hypotheek? Dan zou het te verzekeren bedrag omlaag kunnen, of de looptijd korter.
Vraag ook of de risico-opslag die de verzekeraar eerder oplegde eventueel omlaag kan. Hun actuarissen maken steeds betere, preciezere predictiemodellen, omdat er steeds meer data beschikbaar zijn. En dat kan er bijvoorbeeld toe leiden, zegt financieel specialist Boog, dat de premie van een voormalige borstkankerpatiënt op verzoek wordt verlaagd.