Alex Ploeg: Ik ben een grappenkanon

Rijzende ster Cabaretier Alex Ploeg leerde grappen maken op het podium van Toomler. Nu staat hij met zijn eerste avondvullende show in het theater.

Foto Diederick Bulstra , illustratie Olf de Bruin

De Alex Ploeg in het theater doet net iets anders dan de Alex Ploeg die de afgelopen jaren op het podium van Toomler stond. In oktober ging hij met zijn eerste avondvullende cabaretshow in première. Door alle try-outs leerde hij dit jaar opnieuw veel bij over zijn vak.

De naam van Alex Ploeg zong al jarenlang rond in de comedywereld. Hij staat al tien jaar op het podium, won wat kleine festivals, was sinds 2014 lid van Comedytrain, maar deed pas in 2016 mee met het cabaretfestival Cameretten, waar hij de publieksprijs veroverde. „Je kunt tegenwoordig beter te laat dan te vroeg doorbreken. Als je het niet meteen kan waarmaken, ben je weg.”

In oktober ging zijn eerste avondvullende show Ultimatum in première. Ploeg zet zichzelf daar neer als een echte antiheld. „Als je begint met comedy, hoor je altijd: je moet je eigen stem vinden. Maar eigenlijk is jezelf worden: wegstrippen wat je niet bent. Daniël Arends heeft wel eens gezegd: ‘Het enige wat je probeert te doen op het podium is je publiek dichtbij laten komen. Je materiaal staat tussen jou en hen in.’ Eerst dacht ik toen ik dat hoorde: wat is dit voor zweverige shit. Nu begrijp ik wat hij bedoelt. Het gaat niet om het materiaal, het gaat om wie je bent en mensen dat laten voelen.”

Een avondvullend programma is wel anders dan een set bij Toomler. „Op een stand-up podium is het lekker als je in het begin een hoge grapdichtheid hebt. Dat je opkomt, meteen stompen uitdeelt en laat zien: hier ben ik. Maar in het theater voelt dat hijgerig. Je hebt al de aandacht van het publiek en het lijkt alsof je dan smeekt: please, love me. Ik moest dat leren. Ik vond het in het begin eng om rustig een verhaal te vertellen. Ik ben een grappenkanon, als er even geen lach was, voelde ik me ongemakkelijk.”

In zijn show boort hij nieuwe onderwerpen aan. „Ik was vroeger dik en daar maakte ik heel veel grapjes over. Althans, ik was vooral woede en frustratie op het podium aan het uiten. Mijn materiaal was eendimensionaal en de grapjes zelf waren een pantser.” Hij verloor dertig kilo en paste zijn grappen drastisch aan. „Sommige mensen zeggen: ik vond je toen beter. Ik vind dat zelf niet, mijn materiaal is nu driedimensionaler.”

In het theater is er, meer dan bij Toomler, ook plek voor zijn absurdistische kant.

Het gaat om wie je bent en mensen dat laten voelen

Ploeg vertelt in zijn show over zijn 90-jarige minnares. Op haar crematie durft hij haar familie eindelijk voor het eerst over hun affaire te vertellen. Het hilarische stuk eindigt in een scène waarin Ploeg zich onder smeert met olie en wordt bekogeld met de as van andere overledenen. De combinatie van veel grappen en absurdistische scènes vallen goed, de recensies waren lovend. De enige kritiek die hij kreeg, ging over zijn soms platte onderwerpkeuze. „Tja, sommige cabaretiers praten vrij oppervlakkig over politiek. Dat materiaal lijkt geëngageerd maar is uiteindelijk gewoon een voorgekauwde mening die ze bij Pauw hebben gezien. De scène over schaamhaar gaat niet over schaamhaar. Die gaat over erbij willen horen.”

Ploeg houdt van show, don’t tell. „Zeggen wat er gebeurt in plaats van tonen wat er gebeurt, is ouderwets cabaret. Ik vind het fijn als mensen aan een woord genoeg hebben en dat er dan hele verhalen in de hoofden van het publiek ontstaan.”

Maar soms is het schipperen. „Je moet jezelf altijd afvragen: wat wil dit publiek? Micha Wertheim zei eens: ‘Je moet soms pepernoten strooien. Je geeft het publiek even iets wat zij willen en dan geef je hun weer wat je zelf kwijt wilt.’”

Ultimatum, Alex Ploeg. Regie: Michiel de Regt. Tournee t/m 23 mei. Inl: alexploeg.nl