Analyse

Het jaar dat op de beurs de zenuwen het begaven

Jaaroverzicht beurzen Het voorbije beursjaar was in alle opzichten wild. Er waren pieken en een extreem slechte december. En wie naar 2019 kijkt, ziet de onzekerheden groeien.

Een televisie op de New Yorkse beursvloer eind december 2018.
Een televisie op de New Yorkse beursvloer eind december 2018. AP /Richard Drew

Ze noemen het the Death Cross, het Sterfkruis. De uitleg: als het 50-daags-gemiddelde van de Amerikaanse S&P500-index onder het 200-daagsgemiddelde duikt, komen er flinke koersdalingen. Dat klinkt erg technisch. Het klinkt ook bijgelovig. Maar juist dan: als maar genoeg beleggers in het Sterfkruis geloven, wordt de voorspelling vanzelf waar.

Hoe dan ook, toen het verschijnsel zich op vrijdag 7 december van dit jaar voordeed, was dat het startschot voor een lange serie van koersdalingen die op kerstavond de Amerikaanse beursindex uiteindelijk bijna 11 procent lager bracht. De avond van Tweede Kerstdag volgde een al even heftige reactie: een koersstijging van gemiddeld 5 procent. Dat was sinds de woeste Lehman-dagen van tien jaar geleden niet meer voorgekomen.

Tegen het eind van 2018 maken beleggers de balans op van een nogal wild beursjaar. Hoogterecords werden in de zomer en de nazomer gebroken. Apple, en daarna Amazon, werden heel even de eerste bedrijven met een beurswaarde van meer dan 1.000 miljard dollar. Maar uiteindelijk resteerde voor veel aandelenbeurzen een zogenoemde bear market: een daling van meer dan 20 procent onder de meest recente piek. De beurs in Amsterdam liep dat lot, met een daling van meer dan 17 procent ten opzichte van de piek van 576 punten eind juli, maar net mis.

De zenuwen slaan toe

December dreigt nu voor Wall Street de slechtste maand sinds 1931 te worden. En het begon juist allemaal zo goed. Begin dit jaar gingen beleggers snel uit de startblokken na een voorspoedig, en vooral zeer rustig 2017. De VIX-index, die op Wall Street de beweeglijkheid of ‘volatiliteit’ van de koersen meet, was in 2017 ongekend lang laag geweest. Dat gold ook voor de soortgelijke Europese VSTOXX-index. Maar die rustige voorspelbaarheid was begin in februari plotseling over. Zonder duidelijke redenen stortten de aandelenkoersen plots in, en verdrievoudigde de VIX ten opzichte van de waarden van rond de 10 die daarvóór gangbaar waren. Investeerders stonden op het verkeerde been, en dan vooral de fondsen die juist gokten op een blijvend lage volatiliteit. Het beleggingsfonds XIV – niet voor niets in omgekeerde lettervolgorde – van de bank Credit Suisse raakte in zwaar weer.

Lees ook: Wall Street beperkt verlies in hypernerveuze handel

Toen de kruitdampen waren opgetrokken, resteerde een blijvende nervositeit. Er is niet een enkel incident aan te wijzen voor elke episode van de wilde rit die de koersen in de rest van het jaar maakten. Behalve dan dat zich in de loop van het jaar het idee nestelde dat dit de piek was van de huidige conjunctuur. Wellicht een uitgestelde piek, waar het de Verenigde Staten aanging. De enorme lastenverlichting die de regering-Trump eind 2017 doorvoerde, sloeg met name neer in een stijgende winst per aandeel voor beursgenoteerde bedrijven. Niet alleen omdat de lasten lichter werden en de winsten stegen. Ook omdat van de meevaller vooral eigen aandelen werden ingekocht. Schatting door zakenbank Goldman Sachs komen op zo’n 1.000 miljard dollar aan inkopen. Met minder aandelen om de winst over te verdelen, beleeft een bedrijf zo vanzelf een stijgende winst per aandeel.

Eind van gratis geld

De grote centrale banken begonnen, of gingen door, met het normaliseren van het zeer ruime monetaire beleid van na de crisis. In de Verenigde Staten verhoogde de Federal Reserve viermaal de rente, tot een plafond van 2,5 procent in december. En de Fed begon de voorraad staatsleningen en bedrijfsleningen langzaam af te bouwen die in het kader van de ‘kwantitatieve verruiming’ waren ingekocht. In de eurozone kondigde de Europese Centrale Bank aan de rente tot ver in zomer van 2019 op nagenoeg nul te houden. Maar ook werd, zoals voorgenomen, aangekondigd dat per 2019 met de kwantitatieve verruiming wordt gestopt.

Zo viel in de loop van 2018 de enorme monetaire steun langzaam weg, of werd het intrekken daarvan afgekondigd. Net nu de twijfel toesloeg of het einde van de hoogconjunctuur nabij was. De begrotingsimpuls van Trump zou in de loop van 2019 uitgewerkt raken. Europa werd geschokt door een veel slechter dan verwacht derde kwartaal, waarbij later bleek dat de Duitse economie was gekrompen. De prijs van ruwe olie, in de zomer nog nabij 80 dollar per vat, begon aan een glijvlucht naar vlakbij de 50 dollar. Beloften van OPEC om de productie te verlagen stuitten die niet. In de Verenigde Staten werd veel betekenis toegekend aan het zogenoemde omdraaien van de rentestructuur. Deze inverted yield curve, waarbij de rente op langer lopende staatsleningen even onder de rente van korter lopende leningen dook, wordt gezien als een mogelijke voorbode van een recessie.

Grootste groeiers, grootste dalers

Het waren dan ook vooral groei-aandelen die het in de tweede helft van het jaar zwaar te verduren hadden op de beurs. Kijk naar Facebook, Apple, Amazon, Netflix en Google, de FAANG’s. Allemaal een record in de zomer, allemaal diep gevallen: Alphabet (moeder van Google) min 18 procent ten opzichte van de piek; Amazon min 28 procent; Apple min 32; Facebook min 38; en Netflix min 39 procent.

De overgang van een opgaande conjunctuur mét monetaire stimulering naar een afvlakkende conjunctuur zónder zou altijd al lastig zijn geweest. Politieke onzekerheid maakte het nog moeilijker. Er was de lang uitgesponnen handelsoorlog tussen de VS en China, die nog lang niet ten einde is. Het nog steeds sluimerende conflict tussen de VS en de EU, de onzekere positie van de VS in de NAVO. Er kwam een nieuwe Italiaanse regering van rechts- en linkspopulisten die de kont tegen de krib gooide in Brussel. Er was onenigheid tussen de VS en de EU over de sancties tegen Iran, waarop Brussel suggereerde een eigen betaalsysteem op te zetten waarin de Amerikaanse dollar (drager van de sancties) geen rol speelt. En er was Brexit, waarbij het Verenigd Koninkrijk en de EU nog steeds kunnen afstevenen op een harde breuk.

Alles komt aan op vertrouwen

Dat maakte vertrouwen een steeds schaarser goed op de financiële markten in 2018. Beleggers weten graag een beetje waar ze aan toe zijn. Nu kijken ze 2019 in en zien een groeiend aantal onzekerheden. Het trefwoord hier is: schuld. Volgens het International Institute of Finance is de schuldenberg van overheden, bedrijven en huishoudens alleen maar verder gegroeid sinds Lehman. Het vriendelijke monetaire beleid met zijn lage rentes heeft dat allemaal mogelijk gemaakt. Maar wat als die rentes gaan stijgen? Of andersom: hoeveel munitie hebben centrale banken over als de laagconjunctuur toeslaat? Ruimte om de rente te verlagen is er niet of nauwelijks. De balansen van de Amerikaanse, Europese en Japanse centrale bank staan nog vol aangekochte leningen die eigenlijk eerst hadden moeten worden geloosd.

Hoeveel munitie hebben centrale banken over als de laagconjunctuur toeslaat?

Weinig buffers

Veel overheden staan er financieel niet goed voor. Behoudens enkele uitzonderingen (Duitsland en Nederland) staan de overheidsfinanciën van veel landen nauwelijks toe dat er nogmaals gestimuleerd wordt, of dat de klap van een recessie passief kan worden opgevangen.

De Verenigde Staten onder Trump zijn daarbij een geval apart. Het Amerikaanse begrotingstekort stevent in 2019 volgens rijkelandenorganisatie OESO af op 6,9 procent van het bruto binnenlands product – grotendeels een erfenis van de belastingverlagingen die zijn doorgevoerd. De Amerikaanse staatsschuld is volgens de OESO in 2019 inmiddels 110 procent van het bbp, hoger dan het gemiddelde van de eurozone (102 procent).

Dat draagt ertoe bij dat de angst voor een recessie groot is. Natuurlijk komt er van tijd tot tijd een neergang voor, maar onder de huidige omstandigheden zou een recessie makkelijk onbeheersbaar worden.

Dat hoeft uiteraard niet zo te zijn, en wellicht speelt het trauma van Lehman hier nog een veel te grote rol. Beleggers gingen 2018 goedgemutst in, en werden diep teleurgesteld. Het tegenovergestelde zou ditmaal zomaar kunnen gebeuren. Hoop in steeds onzekerder tijden: op de zelfbeheersing van de belegger zal het komende jaar een extra groot beroep worden gedaan. Eén Death Cross was voorlopig wel genoeg.