Het Brits-Amerikaanse kwintet Fleetwood Mac bestond sinds de oprichting uit zestien verschillende muzikanten – die alles bij elkaar zo’n achttien keer zijn opgestapt. Fleetwood Mac stond meerdere keren op non-actief en de groep werd één keer officieel opgeheven. En toch bestaat Fleetwood Mac, na een carrière van vijftig jaar, nog steeds.
In de bekendste versie van de band zaten vijf muzikanten, twee vrouwen en drie mannen, die op meerdere manieren met elkaar verbonden waren. Ze waren geliefden, collega’s en partners-in-crime die gezamenlijk, op decadente wijze, hun successen vierden.
Inmiddels zijn de bandleden 71 jaar (Mick Fleetwood), 73 (John McVie), 70 (Stevie Nicks) en 75 (Christine McVie), en het ruziën zijn ze nog niet verleerd. Afgelopen januari werd vooraanstaand songschrijver, zanger en gitarist Lindsey Buckingham (69) door de rest van de band ontslagen. Bij de huidige tournee, de 50-jarige jubileumtour die de feestelijke viering van het gezamenlijke talent had moeten zijn, spelen Fleetwood, Nicks en de beide McVie’s nu met vervangers voor Buckingham.
Behalve het geruzie, is ook de liefde voor het muziekmaken niet gesleten. Bij live-optredens slaat Mick Fleetwood nog altijd krachtig op zijn ontelbare trommels, aldus de recensies, terwijl Stevie Nicks en Christine McVie hun zangstemmen nu laten harmoniëren met die van invallers Neil Finn en Mike Campbell.
In Nederland zal Fleetwood Mac op 10 juni optreden als afsluiter van Pinkpop, dat zelf ook een vijftigjarig jubileum viert. De vorige keer dat Fleetwood Mac op Pinkpop optrad, was in 1971, toen nog als puur Brits gezelschap, met Christine McVie als enige vrouw en de gitaristen Danny Kirwan en Jeremy Spencer. Destijds oordeelde de – anonieme – verslaggever van NRC Handelsblad negatief: volgens hem speelde de band „hakketakkend rockgerasp” en gedroeg Mick Fleetwood, die zijn drumstel uit elkaar schopte waarna hij een microfoon als „tikobject” gebruikte, zich vooral „tragikomisch”.
Het was de tijd dat Fleetwood Mac op zoek was naar een gezicht voor de band. Naamgevers Mick Fleetwood op drums en bassist John (‘Mac’) McVie vormden samen de ritmesectie, Johns echtgenote Christine zong en speelde keyboard. Een aanvullende songschrijver die gitaar kon spelen en zingen, ontbrak.
Meteen na de oprichting, in 1968, was Fleetwood Mac wereldwijd populair geworden met hits als ‘Albatross’ en grootschalige optredens. Maar niet veel later verloor de band achter elkaar leden: zanger/oprichter Peter Green stapte op wegens psychische problemen als gevolg van drugsgebruik, gitarist Jeremy Spencer ging bij een religieuze sekte, Danny Kirwan werd ontslagen wegens zijn woede-uitbarstingen, Bob Weston wegens een affaire met de vrouw van Fleetwood.
Nieuwe liefdesperikelen
Het waren de jaren zeventig, de stemming in de band leed onder typische jarenzeventigverschijnselen, zoals experimenten met drugs, seks en sektes. Toen drummer Mick Fleetwood in 1974 in Amerika zocht naar een geschikte opnamestudio, raakte hij gecharmeerd van zanger-gitarist Lindsey Buckingham, die zich bij de band wilde voegen op voorwaarde dat zijn vriendin Stevie Nicks ook mocht meedoen.
En toen had de band in Lindsey Buckingham, Stevie Nicks en Christine McVie drie songschrijvers, met ieder een eigen signatuur, bleek bij de eerste samenwerking (het album Fleetwood Mac, uit 1975). Nicks klonk poëtisch, McVie optimistisch en studio-magiër Lindsey Buckingham gold als duister.
De band bestond bovendien uit twee liefdesparen, en Mick Fleetwood, als manager en aanvoerder. Vanaf nu zou de groep voordeel halen uit hun ‘typische’ jarenzeventiggedrag: liefdesperikelen werden brandstof voor nieuwe liedjes. De scheiding tussen McVie en McVie, tussen Nicks en Buckingham, tussen Fleetwood en zijn vrouw – en de nieuwe verbintenissen tussen Nicks en Fleetwood, en Christine McVie en de geluidstechnicus – groeiden uit tot belangrijke thema’s voor het album waar de groep aan werkte.
Dit Rumours werd uiteindelijk zo’n succes dat iedereen die in 1977 naar de radio luisterde, voor altijd doordrongen zou zijn met het tot donzige popkronieken verwerkte relatieleed van de bandleden. Nummers als ‘Dreams’, ‘You Make Loving Fun’ en ‘Go Your Own Way’ werden internationale monsterhits. Sommigen vonden de liedjes grandioos wegens de geraffineerde samenzang en gepolijste instrumentaties – door Buckingham nachtenlang in de vorm gekneed en bijgeschaafd. Voor anderen werd Rumours hét symbool van al te groot streven naar technische perfectie en ver van de realiteit verwijderd studiogepuzzel.
Draaideur
Op Rumours volgde het album Tusk (1979), dat werd gekleurd door Buckinghams plotselinge experimenteerdrift en liefde voor de Britse punkband The Clash. Tusk werd een gewaagd en nogal onsamenhangend album, dat een aantal hitsingles opleverde, maar met 4 miljoen verkochte exemplaren bleekjes afstak bij de commerciële aardverschuiving die Rumours had veroorzaakt (40 miljoen verkochte exemplaren).
Buckinghams nieuwe ideeën deden de onderlinge relaties geen goed. „Waarom moesten partijen voortaan worden opgenomen in de wc, met een lege Kleenex-doos bij wijze van drums?”, vroegen de anderen zich af.
Onvrede en verschil van inzicht werden gesmoord in excessen. De groepsleden woonden officieel in Californië, maar verbleven doorgaans in een zelfgekozen omgeving van cocaïnebergen en alcoholrivieren, in een mist van marihuanadampen. Nicks en Fleetwood waren koplopers, naar eigen zeggen. Volgens Fleetwood kun je met de hoeveelheid cocaïne die hij gebruikte, een lijn van zeven kilometer leggen rond Hyde Park, met een waarde van 60 miljoen dollar.
Drugsproblemen en relatiekwesties, gecombineerd met elkaar doorkruisende ambities (solo-carrière versus band-succes), leidden begin jaren negentig tot een draaideur-situatie. Na onenigheid over muziek en liefde, vertrok Buckingham als eerste, in 1987, later gevolgd door Stevie Nicks, die naar een afkickkliniek wilde; gevolgd door Christine McVie, die zich terugtrok op het Engelse platteland; uiteindelijk gevolgd door Fleetwood en John McVie, die de laatste overblijfselen van de band in 1995 ook maar opdoekten.
Stopcontact
Twee eigenschappen onderscheiden deze muzikanten van andere ruziënde popgroepen: hun eerlijkheid en vergevingsgezindheid. De details van de onenigheid worden – min of meer – openbaar besproken en geëvalueerd, en meestal keren ex-leden gewoon terug in de schoot van de groep. Nog geen maand na de officiële opheffing van Fleetwood Mac maakten Fleetwood en McVie alweer studio-opnamen met Buckingham, waarna ook Christine en Stevie zich bij hen voegden.
Toen president Bill Clinton, die ‘Don’t Stop’ als campagnelied van de Democratische Partij had gebruikt, de band in 1993 uitnodigde voor zijn inauguratiefeest, kwamen ze alle vijf gretig opdraven, al was van een reünie op dat moment geen sprake.
Zo heeft de al vijftig jaar durende spraakverwarring tussen de bandleden voor hun muziek geen nadelige gevolgen gehad. Als de een aan een eigen album werkte, kwamen de anderen helpen. Uit een solo-album van bijvoorbeeld Buckingham, ontstond dan zomaar een album van Fleetwood Mac, zoals Say You Will (2003) – al was de sfeer tussen voormalige geliefden Nicks en Buckingham volgens Christine McVie alsof „je een natte hand in het stopcontact steekt”.
De betrokkenheid tussen de muzikanten onderling is onverminderd, zei Stevie Nicks onlangs: „Onze nieuwe teksten gaan nog altijd over elkaar, al is het over dingen die honderd jaar geleden zijn voorgevallen.”
Grijns
Toch heeft zich vorig jaar een opmerkelijke breuk voorgedaan. Twee dagen na een gezamenlijk optreden op een benefietgala werd Lindsey Buckingham gebeld door hun manager met de mededeling dat hij ontslagen was. Aanleiding was zijn gedrag bij het gala. Hij zou meesmuilend hebben gegrijnsd tijdens een wijdlopige aankondiging van Stevie Nicks, en speelde een te harde intro bij haar liedje. De manager vatte het bondig samen: „Stevie wil nooit meer met je op een podium staan.” Waarna Buckingham eerst een rechtszaak wegens contractbreuk wilde aanspannen maar, in typische Fleetwood Mac-stijl, al snel tot een schikking kwam. „Ik wilde het verstandig oplossen”, aldus Buckingham.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/01/data39651596-07f4f6.png)
Eén relatie is heilig binnen Fleetwood Mac en dat is die tussen Stevie Nicks en Christine McVie. Tijdens een optreden in 2013 in Londen kondigt Stevie Nicks haar liedje ‘Landslide’ aan met de woorden: „Dit is voor mijn mentor. Mijn grote zus, mijn beste vriendin.” Iedereen in de zaal snapt over wie ze het heeft. Aan het eind van datzelfde optreden stapt McVie, die in 1998 voor de tweede keer uit de band was vertrokken (nu wegens vliegangst), het podium op en zingt haar nummer ‘Don’t Stop’.
Enkele maanden later, in januari 2014, wordt haar officiële terugkeer in de groep aangekondigd.
Zo zijn Nicks en McVie, die elkaar door relatiecrises en persoonlijke problemen heen loodsten, na vijftien jaar herenigd. Het duo kan elkaar tijdens optredens weer complementeren met hun tamboerijn, keyboards en zangharmonieën.
Zíj staan er in ieder geval, op 10 juni in Landgraaf.