Opinie

Een kloof? Laat de ambtenaar helpen die te dichten

Commissie Remkes Moet het parlementaire stelsel worden hervormd om laag opgeleide burgers bij de politiek te betrekken? Begin eerst kleiner, schrijft .

Foto Stillfx

Drie jaar geleden maakte ik de overstap van het openbaar bestuur naar de zorg. Van gemeentesecretaris werd ik bestuurder van een organisatie voor ouderenzorg. Rond de verkiezingen voor de Tweede Kamer, in mei 2017, vroeg ik aan de verzorgers om mij heen: „Waar ga jij op stemmen?”

„Stemmen, Berend?’, antwoordden de meesten, „dat doen wij allang niet meer”. Een enkeling stemde op de SP of de PVV. Soms had iemand zich voor het leven verbonden aan de PvdA.

Verreweg de meeste helpers, hulpen in de huishouding en verzorgenden hebben alle geloof in de verkiezingen en de politiek verloren. Ik heb het dan over de mensen die onze ouders verschonen, verzorgen, verplegen. Overwegend vrouwen, getrouwd met een vrachtwagenchauffeur of bouwvakker. Vaak gescheiden, met schulden en jonge kinderen. Ze hebben soms wel twee baantjes om het hoofd boven water te houden.

Zij komen iedere dag naar hun werk dat bestaat uit het helpen van anderen. Enkelen ontsnappen zo ook even aan de eigen misère, mannen met losse handjes bijvoorbeeld. Deze vrouwen krijgen op hun werk, van collega’s en cliënten, meer liefde dan thuis. Ons maatschappelijk werk heeft er de handen vol aan.

Ik kom van een andere planeet

Voor hen kom ik, bestuurder, van een andere planeet. Al was het maar omdat ik vier à vijf keer zo veel verdien als zij. Zij vinden dat een duizelingwekkend hoog loon. Hoe duizelingwekkend, dat merkte ik pas goed toen we vorig jaar eens gek deden – we gaven iedereen een cadeaubon à 75 euro. Veel medewerkers bedankten me persoonlijk: eindelijk konden ze een winterjas voor hun kind kopen of een (in hun ogen) forse afbetaling doen op de wasmachine. Zelden heb ik me zo ongemakkelijk gevoeld.

Haagse Zaken: Kloof tussen kiezers en bestuurders terug in de schijnwerpers

Het zijn déze mensen met wie de politiek de aansluiting heeft verloren. Deze laagbetaalden verwachten simpelweg niets meer van de politiek. Ze zien hoe anderen van de economische groei profiteren – zelf blijven ze steken op een mager loontje. Tegelijk mogen zij de gaten in de dienstroosters dichtlopen omdat in tijden van economische voorspoed steeds minder mensen voor de zorg kiezen. Want daar moet je wel erg hard werken.

Als werkgevers doen we wat we kunnen: we sluiten een goede CAO af, halen zij-instromers binnen, proberen de diensten goed te organiseren, enz. We worden – mede dankzij Carin Gaemers en Hugo Borst die zorgden met hun acties en columns voor meer aandacht en geld voor de ouderenzorg - geholpen door de extra middelen die het kabinet ter beschikking stelt. Allemaal prachtig.

Maar in de ogen van ‘mijn’ mensen is het allemaal too little too late. Bovendien vertrouwen ze het niet. Want zij weten, uit ervaring, dat zij bij economische tegenspoed als eersten hun baan verliezen.

Hoe krijgen we deze mensen weer aangehaakt op de politiek? Naar een referendum zullen ze niet komen: ze lezen geen krant en kijken geen journaals. Wees niet bang, een geel hesje trekken ze niet zo snel aan. Daarvoor zijn ze te druk en te moe. Ze zijn al blij als ze de dag zonder kleerscheuren zijn doorgekomen. En dan kijken ze naar The Voice.

Waar komen ze dan wel voor?

Voor hún aandeel in de economische groei. Het vraagstuk van politieke desinteresse is in eerste plaats een verdelingsvraagstuk. De Wet normering topinkomens is daarvan een bescheiden symbool. Maar het is raar dat we een wet nodig hebben om ons te normeren. Niet langer durven werkgevers hun mensen recht in de ogen te kijken als het om beloningen gaat.

Ik weet niet of het vroeger veel beter was. Ik weet wel dat een bedrijf als Philips (mijn vader werkte er) er trots op was een sociaal bedrijf te zijn. Philips zorgde goed voor zijn werknemers. Ze woonden in huizen die Philips had laten bouwen, konden tegen fikse korting apparaten kopen in de Philips-winkel en hun kinderen, ik ook, studeerden met een beurs van het Philips-Van der Willigen Fonds. Daar hoefde ik niks van terug te betalen. Kom daar nu eens om.

In plaats daarvan zijn er aandeelhouders en beursnoteringen. En, in mijn geval, verzekeraars met wie ik, als zorgaanbieder, moet ‘onderhandelen’ om de stijging van de loonkosten van ‘mijn’ mensen vergoed te krijgen. Je mag blij zijn als dat lukt.

Lees ook: ‘Kamerleden bekommeren zich niet om mensen zoals ik’

Ik heb niet de illusie dat we dit ‘even’ gaan oplossen. Het is helaas óók een illusie te denken dat onze representatieve democratie de groeiende kloof tussen arm en rijk zal dichten. Politici gebruiken grote woorden als het gaat om onze moderne helden, om verpleegkundigen, onderwijzers, politiemensen. Maar hun daden steken daar schril bij af. Laat staan als het om nóg lager betaalden gaat. Juist die discrepantie tussen woord en daad ontneemt deze mensen het vertrouwen in de politiek. Het omzetten van woorden in daden zou meer doen dan alle voorstellen van de commissie-Remkes bij elkaar.

Loop eens bij ons mee

Misschien moeten we klein beginnen. Door gewoon iets te doen aan het herstel van persoonlijk contact tussen de maatschappelijke top en de lager betaalden. Een ontmoeting, een praatje, een gezamenlijke inspanning. Ik zeg tegen Kamerleden, ambtenaren, ondernemers: loop eens bij ons mee. Jullie hebben vast een hoop te brengen. Schenk een kopje koffie in onze huiskamers, snij de groente in de keuken, veeg de vloer. En praat ondertussen met onze mensen. Niet (alleen) in de vorm van een werkbezoek of in een functie als toezichthouder. Nee, gewoon meewerken, als een collega, schouder aan schouder.

Wat dat betreft geeft onze minister-president het voorbeeld door iedere week bij een ROC voor de klas te staan. Hij maakt tenminste persoonlijk contact met ‘mijn’ toekomstige medewerkers.

Om de lager betaalden weer in de politiek te laten geloven, is er eerst iets anders nodig dan bestuurlijke vernieuwing. Wat nodig is, is verbinding tussen top en onderkant. Oprechte nieuwsgierigheid naar wat hen bezighoudt en waar zij zich druk om maken. In dát opzicht ziet de commissie-Remkes het goed: de situatie van de laagbetaalden is zorgelijk. Het ontwricht onze samenleving als zij zich niet meer thuis voelen in ons politieke systeem.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.