De plotselinge spreeuwensterfte in het Haagse Huijgenspark komt niet door vergif, maar door interne bloedingen als gevolg van een harde klap. Dat concluderen onderzoekers van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam donderdag na sectie op vijftien dode vogels. Het lijkt erop dat de spreeuwen met “botte kracht” ergens tegenaan zijn gevlogen - “tegen elkaar, tegen boomtakken, tegen de grond.”
De afgelopen weken werden er dagelijks tientallen dode spreeuwen gevonden in het Huijgenspark, vlakbij station Hollands Spoor. De doodsoorzaak van de ruim 350 dieren was tot nu toe een raadsel: de dieren oogden, afgezien van het feit dat ze dood waren, geen tekenen van ziekte of verzwakking. De bomen in het Huijgenspark zijn al jaren een belangrijke verzamelplaats voor zwermen spreeuwen, die er onderweg naar hun overwinteringsplek rusten. Het zou niet voor het eerst zijn dat er vogels vergiftigd werden, waardoor ook deze optie open werd gehouden.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37868424-4ebd5d.jpg)
Donderdag concludeerden onderzoekers van het Natuurhistorisch Museum echter anders: de vogels zijn zonder uitzondering met grote kracht ergens tegenaan gevlogen en hebben daar onder meer gescheurde levers en bloedingen in het schedeldak aan overgehouden. ‘s Nachts vielen ze daardoor uit de boom waarin ze sliepen.
Begin december werd de giftige stof Taxus door onderzoekers van de Wageningen Universiteit in het spreeuwenbloed gevonden, maar bij het Natuurhistorisch Museum gaan ze er niet van uit dat dit de vogels fataal is geworden. Een zwerm spreeuwen kan volgens hen ergens tegenaan vliegen als er sprake is van paniek door desoriëntatie “door een jagende bosuil of een andere verstoring”.
Eerder werd het West-Nijlvirus al als doodsoorzaak uitgesloten. Ook gingen er geruchten over een geheim 5G-netwerk dat voor de vogelsterfte zou zorgen.