Het werkloosheidspercentage lag in november 2018 op 3,5 procent. Het is voor het eerst sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 dat minder dan 3,6 procent van de beroepsbevolking werkloos is. Dat blijkt donderdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In november 2018 waren 326 duizend Nederlanders werkloos, op het hoogtepunt in februari 2014 waren dat er meer dan twee keer zo veel.
Voor de crisis had 68,3 procent van de Nederlandse beroepsbevolking betaald werk, in november was dat voor het eerst meer: 68,4 procent. Dit is bovendien het hoogste niveau sinds bijna vijftig geleden werd begonnen met het meten van de arbeidsparticipatie.
Opvallend is dat het aantal werkende ouderen flink is gestegen. Uit eveneens donderdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat ongeveer 65 procent van de Nederlanders tussen de 60 en 65 aan het werk is. Twintig jaar geleden was dat nog 20 procent. Jongeren zijn juist minder actief op de arbeidsmarkt, volgens het CPB omdat zij gemiddeld langer doorstuderen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/data18455535-2e7fa3.jpg)
Meer uren aan het werk
Verder werken steeds meer vrouwen, hoewel deze groei iets is afgevlakt. Opvallend hierbij is dat vrouwen die kinderen krijgen, vaker door blijven werken. Dit heeft volgens het CPB vooral te maken met het gestegen opleidingsniveau van vrouwen.
Niet alleen het aantal werkenden in Nederland neemt toe, ook het aantal gewerkte uren is gegroeid. Dit komt doordat vooral het aantal ‘voltijders’ en het aantal deeltijdwerkers dat 20 tot 35 uur per week werkt, is toegenomen.