Verdachte schoolmoord Rotterdam mishandelde slachtoffer eerder

De 31-jarige man die wordt verdacht van de moord op een 16-jarig meisje in Rotterdam dinsdag, stond vorig jaar voor de rechter wegens bedreiging en mishandeling van het slachtoffer. Hij kreeg destijds onder meer een contactverbod opgelegd. Dat meldt de politie.

Bekir E. ging in hoger beroep maar stond wel onder toezicht van de reclassering. Ook mocht hij geen contact opnemen met het slachtoffer, Humeyra Öz. Daar hield hij zich echter niet aan.

E. werd in het verleden meerdere malen veroordeeld voor geweldsdelicten tegen verschillende personen. Öz deed een week geleden opnieuw aangifte tegen de verdachte wegens stalking. De politie stelde daarop een opsporingsonderzoek in en had dinsdagmiddag om 14.00 uur een afspraak met het meisje.

Een klein uur daarvoor werd zij doodgeschoten in de fietsenstalling van het Rotterdam Designcollege, een vmbo-school in de wijk het Nieuwe Westen. Reanimatie door personeel van de school en hulpdiensten was tevergeefs.

Vaker veroordeeld

Duidelijk is dat E. zijn voorwaarden al vóór de fatale ontmoeting Humeyra had geschonden. Een contactverbod is één van de vrijheidsbeperkende voorwaarden die aan een dader of verdachte kan worden opgelegd – naast bijvoorbeeld meldplicht of een locatieverbod, al dan niet met enkelband. Overtreding kan leiden tot een geldboete of gevangenisstraf.

Vraag blijft echter door wie - rechter, justitie, civiele procedure - en onder welke voorwaarden het contactverbod was ingesteld, er zijn vele varianten. Opgelegd bij voorlopige hechtenis zou justitie E. na overtreding eenvoudiger direct kunnen vastzetten dan bij overtreding in het kader van voorwaardelijke invrijheidstelling – na uitzitten van tweederde straf.