Na jarenlang stemmen sprokkelen, dealtjes sluiten, lobbyen, herberekenen en uitzonderingen afdwingen is dit getal het geworden: 37,5 procent.
Nieuwe personenauto’s moeten in de Europese Unie in 2030 37,5 procent minder CO2 uitstoten dan in 2021. Bestelbusjes moeten in dat jaar 31 procent minder van het broeikasgas uitstoten. Halverwege, in 2025, moeten beide types voertuigen op 15 procent reductie zitten.
Dat zijn de lidstaten van de EU, het Europees Parlement en de Europese Commissie overeengekomen. Het besluit is belangrijk voor het halen van de klimaatdoelen van Parijs. In Europa is wegverkeer goed voor zo’n kwart van de totale CO2-uitstoot.
‘Puur politiek’
Het Europees Parlement had ingezet op een reductie van 40 procent in 2030. De Europese Commissie en lidstaten met een grote auto-industrie zoals Duitsland wilden 30 procent. De lidstaten waren onderling op 35 procent uitgekomen. Nu is de uiteindelijke uitkomst 37,5 procent – wat ietsje strenger is dan verwacht. Nu moet dit getal nog goedgekeurd worden door het Europees Parlement en de nationale overheden, maar dat is meestal een formaliteit.
De uitkomst is een stap in de goede richting, menen ook groene lobbyorganisaties. Maar 37,5 procent reductie is niet genoeg om de klimaatdoelen van Parijs te halen, benadrukken zij. Ook betreuren zij het dat de straf op het niet halen van het verplichte percentage auto’s dat op stroom rijdt was geschrapt door de Commissie en de lidstaten.
Autofabrikanten daarentegen noemen de reductiedoelen bij monde van de branchevereniging ACEA „totaal onrealistisch” en „puur politiek gedreven”.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/11/data21750048-cbcc08.jpg)