Recensie

Recensie

Laat 2019, in godsnaam, dan het jaar van de erotiek worden

Tijdschrift Maak van 2019 het jaar van de erotiek. Dat bepleit het literair-cultureel-satirische tijdschrift De God van Nederland.

Tekening van Teun Nijkamp, uit de bundel Teunn (1970)
Tekening van Teun Nijkamp, uit de bundel Teunn (1970)

Het doet even zeer. In het openingsartikel van De God van Nederland, een tijdschrift met de onderkop ‘ziet alles!’, schrijft Solange Leibovici dat de Nederlandse man nooit een goddelijke minnaar is geweest. Wat hij mist, stelt ze, is het Franse vermogen tot verleiding, het gevoel voor erotiek. Haar met droefstemmende slaapkamerstatistieken onderbouwde betoog sluit af met een oproep: „Meisjes, vrouwen, voed die mannen nu eens op!”

De God van Nederland is een literair-cultureel-satirisch ‘kwartaaltijdschrift’ dat een- of tweemaal per jaar verschijnt, met steeds een centraal thema. Zo stond nummer 15 anderhalf jaar geleden in het teken van ‘Ooto ooto ooto boem’: een overzicht van schrijvers, dichters en kunstenaars die bij een fataal ongeluk om het leven kwamen (onder wie dus Jan Hanlo, de met zijn motor verongelukte dichter, bekend van zijn gedicht met de openingsregel ‘Oote oote oote/ Boe’).

Op het omslag van het nieuwste nummer liggen zeventien naakte mannen zo tegen elkaar aan dat ze cijfers vormen: 2019. En daaronder: Année érotique – in het Frans klinkt dat toch sexyer.

De twee redacteuren van het blad, Bob Polak en Frederik van der Kamp (een pseudoniem van uitgever Vic van de Reijt), mopperen in hun inleiding dat vandaag de dag op tv, in films, boeken en in het openbare leven „geen intimiteit meer verborgen blijft”. De God van Nederland onderzocht of het er elders, bijvoorbeeld in het frivole, roomse Frankrijk minder bot aan toegaat.

Een keur aan schrijvers, academici, fotografen en tekenaars werkt gratis aan het blad mee. Zo schrijft Sarah Verroen over de Franse kunst van het flirten en Monique Baars over de regels voor een decent decolleté (Neem de lengte van kruin tot kin, liever niet lager).

Frederik van der Kamp draait een top-10 van hijgplaatjes van Franse actrices en fotomodellen uit de jaren zestig. Piet Schreuders beschrijft in het artikel ‘À la recherche de poils pubien perdu’ (met dank aan Marcel Proust) hoe storyteller Roos Pollmann in 2012 in de VPRO Gids wilde aantonen dat schaamhaar „niet raar is” en kunst kan zijn. Maar de zeven foto’s van niet-gecoiffeerde pin-ups die zij uit de seventies-Penthouse-collectie van haar vader had gehaald en in de rubriek ‘Dorst’ wilde publiceren, waren de hoofdredactie van de omroepgids te porno. Tot onbegrip van Pollman, tekent Schreuders op: volgens haar bestond er alleen porno zonder schaamhaar.

Hoogtepunten in het blad zijn de mini-recensies van frivole romans uit heden en verleden. Zo herlas Lisette Lewin Ik, Jan Cremer (1964), de ‘onverbiddelijke bestseller’ vol schuttingwoorden waarover destijds Kamervragen werden gesteld. Toen vond Lewin het een schandelijk boek, nu verslond ze het: „In de volstrekt hysterische tijd waarin wij leven is Jan Cremer een verademing.”

De God van Nederland, No. 18, jul-dec 2018. 66 blz., €14,95 Meer info: degodvannederland.net