Onder de vlag van WOinActie protesteren staf en studenten vrijdag tegen de aanhoudende bezuinigingen in het hoger onderwijs. Maar waar sommige universiteiten de aanwezigheidsplicht opschorten en zelfs bussen naar Den Haag financieren, tonen de bestuurders van de Radboud Universiteit en de Rijksuniversiteit Groningen nul daadkracht.
Het Nederlandse hoger onderwijs staat zwaar onder druk. Per student is er op de universiteiten ieder jaar minder budget en dat heeft grote gevolgen. Van onze docenten wordt gevraagd om in een steeds kortere tijd na te kijken, colleges voor te bereiden en scripties te begeleiden. Na thuiskomst moet het onderzoekswerk nog beginnen. Uiteraard worden die uren niet doorbetaald.
Als studenten zien wij het terug in ons onderwijs. Colleges worden massaler, programma’s kennen minder diepgang en er is minder tijd voor persoonlijke begeleiding. Wat overblijft, zijn onderwijsfabrieken waar geen plek is voor studenten die afwijken van de norm.
WOinActie stelde in de aanloop naar Prinsjesdag een ultimatum: weg met de bezuiniging van 183 miljoen! Tevergeefs, want minister Ingrid van Engelshoven (OCW, D66) besloot de bezuiniging nog eens op te hogen. Tot onvrede van het hele hoger onderwijs.
Universiteitsbestuurders weten in dit alles echter geen passende houding aan te nemen. Het bestuur van de Universiteit van Amsterdam bijvoorbeeld, sprak zich voor de zomer in een open brief aan de minister nog uit tegen het bezuinigingsbeleid, maar stuurde later die week een gewelddadige politiemacht af op studenten die dezelfde boodschap uitdroegen.
Oproep
Onze bestuurders, die van de Radboud Universiteit en de Rijksuniversiteit Groningen, tonen nu dezelfde inconsistentie. In VSNU-verband tekenden ze eerder de knelpuntenanalyse en onderschreven zo in hun eigen bestuurlijke taal de oproep die studenten en docenten al eerder deden. In de actieweek voor Prinsjesdag spraken ze ook hun sympathie uit voor de docenten die als vorm van protest colleges verzorgden in de open lucht.
Maar nu, in de aanloop naar de landelijke actiedag, blijken dat loze woorden te zijn geweest. Waar hun collega’s elders in het land hun verantwoordelijkheid nemen door colleges af te gelasten of zelfs gratis bussen te regelen laten ze in Nijmegen en Groningen na om de daad bij het woord te voegen.
Met hun handelen gaan onze bestuurders voorbij aan het feit dat hun onderhandelingen niets hebben opgeleverd. Ze konden niet eens een extra bezuiniging voorkomen. Na dit verlies was het een logische vervolgstap geweest om samen met hun achterban een vuist te maken.
Hun standpunt verdedigen zij door te stellen dat er frictie zou kunnen ontstaan, tussen hen die naar Den Haag willen afreizen en hen die dat niet willen. Moet een docent straks in het weekend een videocollege opnemen? En loopt een student geen studieachterstand op als hij vrijdag niet naar zijn colleges gaat? Bij gebrek aan daadkrachtig leiderschap wordt dit prisoner’s dilemma natuurlijk nooit opgelost.
Voorlopig zitten we daarom vast in de bizarre situatie waarin het vertegenwoordigen van de instelling de zoveelste vrijwillige managementtaak is geworden die op studenten en medewerkers wordt afgeschoven. Dat brengt ons tot de prangende vraag die wij voor onze bestuurders hebben. Als jullie niet de leiders of vertegenwoordigers van je eigen instellingen zijn, wat is dan wél jullie functie op de universiteit?
Stijn van Uffelen werkt voor de Nijmeegse studentenvakbond AKKU
Koen Marée is Universiteitsraadslid namens studentenbeweging Democratische Academie Groningen