Teruggave van koloniaal cultureel erfgoed aan Afrikaanse overheden is niet langer taboe voor België. Dit zei de Belgische vicepremier en Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo zaterdagochtend bij de heropening van het Africamuseum in Tervuren.
Wat De Croo betreft, markeert de grootschalige renovatie en vernieuwing van het oorspronkelijk koloniaal museum, die 74 miljoen kostte, “een nieuw hoofdstuk”. Met een nieuwe blik op het koloniaal verleden; de vaste opstelling van het museum zong oorspronkelijk lof van de Belgische kolonisatie van Congo. Het bevat een enorme hoeveelheid Congolees en ander Afrikaans cultureel erfgoed. De president van de Democratische Republiek Congo, Joseph Kabila Kabange, gaf vrijdag in een interview met Belgische krant Le Soir aan, dat hij Congolese kunstwerken en documenten zal terugeisen van België.
Er waren zaterdag verschillende kleine protestacties rond de opening van het Africamuseum. Volgens sommigen ontbrak het aan voldoende Afrikaans perspectief in het vernieuwde museum, anderen vonden dat meer geld had moeten gaan naar de restauratie van de graftombes van de zeven in 1897 gestorven Congolezen, begraven naast de kerk van Tervuren.
Waarschijnlijk mede vanwege dit soort protesten en de kritiek vooraf, zag de Belgische koning af van deelname aan de opening.
De renovatie en broodnodige dekolonisering van het museum lagen onder een vergrootglas; het vroegere Koninklijke Museum voor Midden-Afrika werd vaak „het laatste koloniale museum ter wereld” genoemd. De permanente opstelling met onder meer etnografica, opgezette dieren en geologische stalen stamde nog uit 1958, dus voor de onafhankelijkheid van onder meer Congo. Van 1908 tot 1960 was Congo een Belgische kolonie, daarvoor was het land jarenlang privébezit van de Belgische koning Leopold II, die er een terreurbewind voerde.
Museum bedoeld als kolonialisme-reclame
Het museum zelf werd eind negentiende eeuw opgericht op verzoek van de toenmalige Belgische vorst, met als doel zijn koloniale project in een positief daglicht te stellen. Dat is nog steeds zeer duidelijk merkbaar – het gebouw zelf is een beschermd monument en mocht niet worden veranderd. Aan de buiten- en binnenkant van de rijkelijk met marmer en goudverf versierde negentiende-eeuwse museumzalen duiken 45 keer de initialen van Leopold op. Door de prachtige renovatie van het gebouw lijkt het soms nog beter op te vallen. Ook decoraties zoals de denigrerende bronzen beelden van Arsène Matton (1873-1953) met titels als België brengt de Beschaving naar Congo, waarin een weelderig geklede Belg veel kleinere, bijna naakte Afrikanen beschut, zijn nog steeds aanwezig. Dat het originele museum gefinancierd werd met opbrengsten uit het toenmalige wingewest en er in 1897 bij een in Tervuren georganiseerde ‘menselijke zoo’ met tentoongestelde Congolezen zeven mensen stierven, maakt de site nog historisch geladener.
Toch wil het museum op deze plek, met de nieuwe opstelling van de collecties het verhaal over het hedendaags Afrika vertlennen, vertelde Bruno Verbergt, operationeel directeur van het museum donderdag bij een persvoorbezichtiging.
In het nieuw gebouwde glazen entreepaviljoen, op honderd meter afstand van het oude gebouw, wijst Verbergt richting het oude gebouw en roept op het te beschouwen als een collectieobject: „We kijken hier letterlijk naar het verleden.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data39142006-e0e60e.jpg|https://images.nrc.nl/-ZoGYeauzO6kAxUnaRhzP7OvH9E=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data39142006-e0e60e.jpg|https://images.nrc.nl/xqPw_w44SbbhLw5zwkWAAvyTFvA=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data39142006-e0e60e.jpg)
Nieuwe glazen entreehal van Africamuseum Tervuren, met blik op koloniaal museum, dat via toegangstunnel bereikbaar is
© RMCA, Tervuren, photo Jo Van de Vijver
Via een onderaardse gang worden bezoekers van het entreepaviljoen naar het originele museumgebouw geleid. Het eerste collectieobject waar ze mee worden geconfronteerd is een indrukwekkende prauw van meer dan 22 meter uit Ubundu in Congo uit 1957, waarin Leopold II een rondreis door Congo maakte. De collectie van Tervuren bestaat grotendeels uit door kolonialen verzamelde objecten, vaak is weinig bekend over de manier waarop dit exact gebeurde. Verbergt wijst erop dat in de nieuwe zaalteksten zal worden vermeld dat dit object aan de koning werd geschonken, maar onduidelijk is of dit vrijwillig gebeurde en er geen druk werd uitgeoefend door de koloniale administratie.
Racistische beelden van vroeger
Terwijl we onder de grond verder wandelen, komen we voorbij het zaaltje met talloze beelden van Afrikaanse ‘wilden’ die vroeger in de museumzalen stonden. Ook het beruchte beeld van de ‘Luipaardman’ zit ertussen, de moordlustige Afrikaan in luipaardvacht die een slapende persoon aanvalt en die een rol speelde in het stripalbum Kuifje in Afrika. De zaal is een illustratie van hoe het museum ervoor heeft gekozen om de racistische boodschap die het in het verleden uitdroeg niet te negeren, maar probeert een plek te geven.
Als we de trappen oplopen richting het originele gebouw, waar in een tiental monumentale zalen wordt gefocust op het hedendaagse Midden-Afrika via uiteenlopende thema’s zoals Rituelen, Geschiedenis of Biodiversiteit, vraagt Verbergt om enige „fantasie”.
Sommige zaalteksten en objecten ontbraken afgelopen donderdag nog in de vitrines en wie niet oplette, struikelde over een gehurkte medewerkers die groeven in de marmeren vloeren vulde.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data37518180-22a773.jpg)
Wel duidelijk was al dat in de nieuwe opstelling is geprobeerd om niet langer vanuit een ‘witte’ blik naar de collectie te kijken. Zo zijn in de tentoonstellingsruimte over Rituelen en Ceremonies behalve talloze etnografische topstukken ook opnames toegevoegd van in Congo, Rwanda en Burundi en daarbuiten wonende Afrikanen die vertellen over de rituelen in hun cultuur. Aan sommige stukken wordt voordien afwezige informatie toegevoegd, zo zal bijvoorbeeld bij twee elegante houten voorouderbeeldjes van Tabwa-chef Kansabale en zijn echtgenote uit de negentiende eeuw worden vermeld dat ze werden gestolen tijdens de gewelddadige expeditie van de Belgische Luitenant Storms in 1884.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data39142106-78697b.jpg|https://images.nrc.nl/wSnDrJdK8mHYDZAnw9yeiCmS1Tc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data39142106-78697b.jpg|https://images.nrc.nl/2Cprky_yrUEb6aGxLKxEVrLheXo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data39142106-78697b.jpg)
Congolees spreekwoordenkoord, onderdeel van collectie en expositie van vernieuwd Africamuseum in Tervuren.
© RMCA, Tervuren, photo Jo Van de Vijver
Nieuwe zaal over slavenhandel
Het Africamuseum heeft behalve etnografische objecten ook een enorme natuurwetenschappelijke collectie met objecten van mineralen tot opgezette olifanten. Ook in de ruimtes met objecten uit dat deel van de collectie speelt de koloniale geschiedenis een rol. Zo is een hele zaal gewijd aan de paradox tussen de enorme hoeveelheid aan natuurlijke rijkdommen in Congo en de armoede in het land. Opmerkelijk onderdeel is ook de ‘Krokodillenzaal’, een museumzaal die quasi niet is veranderd sinds 1920 met in de centrale vitrine een paar opgezette krokodillen; de zaal is bewust zo behouden om bezoekers terug te katapulteren naar de romantische en exotiserende manier waarop decennialang naar de voormalige kolonie werd gekeken.
Behalve dat de koloniale impact terugkomt in bijna alle andere zalen, is er gekozen om één ruimte specifiek te wijden aan de geschiedenis van Congo, van de vroege slavenhandel, via de periode als wingewest van Leopold II en kolonie van België tot de onafhankelijkheid en nasleep. Jammer genoeg waren donderdag beelden en getuigenissen die het geweld in de geschiedenis van het land tastbaar moesten maken nog niet geïnstalleerd. Maar dat de originele teksten op de muren in de ruimte waarin de lof wordt gezongen op Leopold II door de gegeven informatie extra bitter zullen worden, is duidelijk.
De schaduw van de doden
Minder confronterend is de hedendaagse kunst die is gekozen om in dialoog te gaan met het koloniale gebouw. Zo staan op een van de binnenmuren van het museum 1.508 namen geschilderd van Belgische mannen die het leven lieten in de Onafhankelijke Congostaat. Omdat vrouwen, kinderen en vooral Congolezen ontbreken, plaatste kunstenaar Freddy Tsimba uit Kinshasa de naam van onder meer de zeven mensen die het leven lieten in de menselijke zoo op het nabijgelegen raam. Hun schaduw valt nu over de gestorven Belgen. Symbolisch, maar ook summier als men denkt aan de honderdduizenden en waarschijnlijk zelfs miljoenen Congolese slachtoffers. Ook het werk van Aimé Mpane, een houten Afrikaans gezicht op een bronzen voetstuk dat een blik werp op de bronzen beelden van Arsène Matton, schuurt niet. Nu blijft het vooral dit monumentale gebouw zelf en de zorgvuldig opgestelde zaalteksten, en niet de kunst die de vraag oproept of het niet hoog tijd wordt om een volledig museum te wijden aan de zwarte Belgische koloniale geschiedenis.
Dit artikel is op 8 december 2018 geupdate met nieuws over protestacties en uitspraken De Croo en Kabila rond de heropening van het museum.