Hoe open je een debat? Met een breekijzer, flink veel lawaai en figuren in vale leren jassen die vliegensvlug een bed, een stoel, en een tafel naar binnen tillen. Althans, zo doe je dat als dat debat het Vrijplaatsen Debat is, en de meeste bezoekers uit de kraakbeweging komen – of die in elk geval een warm hart toedragen.
Wilde haren en stevige schoenen kenmerken het publiek in de Grote Zaal van Pakhuis de Zwijger, er wordt speciaalbier gedronken alsof het geen dinsdagavond is. Op de muren zijn projecties te zien van de plek die aanleiding is voor deze bijeenkomst, de plek die er over een paar weken niet meer zal zijn. ADM in het Westelijk Havengebied, in 1997 gekraakt en sindsdien thuis en toevluchtsoord voor een gemeenschap van zo’n 125 mensen. In juli besloot de Raad van State dat zij het terrein voor Kerst moeten verlaten. Het einde van vrijplaats ADM is de aanleiding maar níet het onderwerp van gesprek vanavond, drukt gespreksleider Tarik Yousif de zaal op het hart. „Daarover mag u straks bij de borrel helemaal losgaan.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data34440694-aee30e.jpg)
Traditie van tegencultuur
Hij wil het eerst hebben over het coalitieakkoord van de gemeente. „Amsterdam is uniek vanwege haar lange traditie van tegencultuur” , staat daarin. „De stad ontwikkelt zich en daardoor komt deze cultuur onder druk te staan. Daarom beschermen we de rafelranden.” Hoe zit dat, wil Yousif van wethouder Marieke van Doorninck (ruimtelijke ordening, GroenLinks) en Touria Meliani, (kunst en cultuur, GroenLinks) weten?
Het antwoord van Van Doorninck bestaat uit vragen: „Wat heeft deze stad nodig? Waar kunnen we dat vinden? Voor wie is het en hoe zorgen we ervoor dat het voor zoveel mogelijk mensen is?” Je wilt niet alleen een stad voor mensen die het al gemaakt hebben, zegt de wethouder. Ze gelooft in ruimte délen. „Maar in een stad die aan het verdichten is, is dat moeilijk.”
Ook Meliani heeft vragen. „Wat is een rafelrand eigenlijk? Is dat een plek voor kunst en cultuur, een plek waar je kunt wonen?” Ze zijn hier vanavond, zeggen de wethouders, om te luisteren en te leren. „Om op te halen.”
Voor luisteren is volop gelegenheid. Bijvoorbeeld naar het betoog van Dimitris Dalakoglou, hoogleraar sociale antropologie aan de Vrije Universiteit. Doodeng, vindt hij Amsterdam. Hij noemt de stad een schoolvoorbeeld van gentrificatie, een Airbnb-paradijs. „De mensen die de ziel van Amsterdam waren, worden verdreven door het grote geld. De laatsten die ons zullen redden zijn politici. We moeten het zelf doen. Claim de stad terug!”
Geen vrije ruimte meer
Sprekers wisselen, de boodschap blijft dezelfde. De stad heeft plekken nodig waar geëxperimenteerd kan worden met alternatieven voor de samenleving. De vraag is: hoe doe je dat als er geen vrije ruimte meer is om vrijplaatsen te stichten?
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/wp-content/blogs.dir/114/files/2022/05/kok-auke01700web.png)
Daar is over nagedacht. Namens Stichting ADM Leeft houdt Inge van Ulden een pleidooi voor ‘Vrije Experimentele Ruimtes’. Geen vrijplaatsen, geen gereguleerde broedplaatsen, maar „iets ertussenin”. Een nieuw concept, in samenwerking met de gemeente. „We vragen niet veel. Geen gratis grond, geen subsidie. Het enige wat wij vragen is een stuk grond, dat we kopen of pachten, en een regelluwe zone.”
Regelgeving, verzucht Blijburg-oprichter Stanja van Mierlo even later, is voor een creatieve ondernemer als zij een grote frustratie. „Een geluksstofzuiger. Handhavers komen langs en daarna zijn alle leuke dingen weg en kost alles geld.” Ook de meetinstrumenten kunnen beter, zegt Van Ulden. „Om te zien of een regering goed functioneert, kijken we naar hoeveel mensen kunnen kopen. Waarom niet naar maatschappelijk welzijn? Naar geluk?”
Interessant, vinden de aanwezige politici. Maar toezeggingen blijven na drie uur debat achterwege. Een grijze punker in het publiek vindt dat maar niets. „Ik heb een idee”, roept hij. „Laten we die deur barricaderen en pas weer opendoen als er een afspraak gemaakt is over de toekomst van de ADM.” „Actie!” schreeuwt een ander door de zaal. „Het moet afgelopen zijn met het gelul!” Gespreksleider Yousif grijpt in voor er anarchie ontstaat. „Genoeg! Dames en heren, het is tijd voor de borrel.”