Bavianen kunnen nu wel een half jaar overleven met een varkenshart. Dat is een belangrijke stap vooruit in het onderzoek naar xenotransplantatie, het gebruik van dieren voor het oplossen van het orgaantekort voor transplantatie bij menselijke patiënten. Dat schrijven Duitse onderzoekers in het wetenschappelijke blad Nature.
De stap naar het gebruik van dierlijke harten bij mensen komt hierdoor snel dichterbij, schrijft de commentator in Nature. Hij verwijst daarbij naar de aanbevelingen die de International Society for Heart and Lung Transplantation al in 2000 deed. Die stelde dat klinisch onderzoek met de transplantatie van varkensharten bij mensen overwogen konden worden als 60 procent van de apen als proefdier tenminste drie maanden zou overleven met een varkenshart. Dat zou bij tenminste tien proefdieren moeten zijn aangetoond en er zou uitzicht op moeten zijn dat het donorhart nog langer goed zou kunnen blijven functioneren.
Die grens leek tot voor kort ver weg. De baviaan die het langst overleefde met een varkenshart haalde 57 dagen, en een varkenshart dat niet functioneel in de buikholte van een aap werd geplaatst kon daar wel 945 dagen blijven zitten, maar bleek flinke schade te hebben doordat er stollingen optraden in de kleine bloedvaten van het hartspierweefsel.
Dat het Duitse team uit München nu wel is gelukt bavianen lang in leven te houden met een varkenshart komt omdat zij alles uit de kast haalden om de proeven te laten slagen.
De onderzoekers gebruikten de harten van genetische gemanipuleerde varkens. Die zijn zodanig veranderd dat ze het risico op afstoting zoveel mogelijk beperken. Bij de transplantatie zetten de onderzoekers het varkenshart over terwijl zij de voeding- en zuurstofvoorziening van het orgaan kunstmatig in stand hielden. Desondanks overleden de eerste vier bavianen binnen veertig dagen omdat het hart te snel groeide.
Ze herhaalden de proef met vijf andere bavianen, maar gaven ze nu aanvullende medicijnen. De bloeddruk van de apen werd verlaagd en ze kregen het middel temsirolimus, dat de celgroei van het hart en de vorming van bloedstolsels remt. Daarnaast waren ze juist voorzichtig met het toedienen van cortison, dat vaak bij transplantatie wordt gebruikt om afstoting te voorkomen. Een baviaan kreeg complicaties en stierf op dag 51. Twee bleven gezond tot drie maanden na de transplantatie, de andere twee leefden nog ruim een half jaar.
Een varkenshart is bijna twee keer zo groot als een bavianenhart, maar komt wel overeen met het formaat van een menselijk hart.