Tien jaar na commissie-Bakker: een déjà-vu van gemiste kansen

Arbeidsmarkt Minister Koolmees wil advies over de toekomstige arbeidsmarkt. In 2008 was daar ook een commissie voor. De parallellen zijn frappant.

Voorzitter Peter Bakker (rechts) van de Commissie Arbeidsparticipatie overhandigde in 2008 zijn rapport aan toenmalig minister Donner en premier Balkenende.
Voorzitter Peter Bakker (rechts) van de Commissie Arbeidsparticipatie overhandigde in 2008 zijn rapport aan toenmalig minister Donner en premier Balkenende. Foto Robert Vos / ANP

Als ze er in hun discussies niet uitkwamen, pakte Peter Bakker een bal. Dan gingen ze voetballen in de gangen van het stadhuis van Rotterdam, waar de commissie doorgaans vergaderde. „Dat zijn van die prachtige hoge gangen, die dan helemaal leeg waren, want meestal vergaderden we ’s avonds”, vertelt Peter Ester, toen directeur van de Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek.

Toen was 2008. Peter Bakker, topman van pakketvervoerder TNT, leidde een commissie die met voorstellen moest komen om de arbeidsmarkt te verbeteren. Die commissie was een oplossing voor een politiek probleem. Het vierde kabinet-Balkenende (CDA-PvdA-ChristenUnie) was eind 2007 bijna gestruikeld over de versoepeling van het ontslagrecht. Om dat controversiële onderwerp buiten de dagelijkse politiek te brengen, benoemde toenmalig minister van Sociale Zaken Piet Hein Donner (CDA) een breed samengestelde en politiek pluriforme commissie.

„Eigenlijk hadden we al snel door dat het ontslagrecht helemaal niet het onderwerp moest zijn”, zegt commissielid Dominic Schrijer. „Dé vraag was: hoe hou je werknemers vitaal en het land welvarend.” Schrijer was toen wethouder in Rotterdam. Nu is hij burgemeester van Zwijndrecht. Peter Ester is nu Eerste Kamerlid namens de ChristenUnie.

De parallellen tussen 2008 en nu zijn frappant. Vorige maand heeft minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken, D66) opnieuw een breed samengestelde commissie benoemd die voorstellen moet doen voor de toekomst van de arbeidsmarkt. Hans Borstlap, oud-topambtenaar en lid van de Raad van State, leidt die commissie. Weer wordt daar een politiek controversieel onderwerp ‘geparkeerd’. Hoofdthema nu: hoe moet de arbeidsmarkt in brede zin, van vaste contracten tot zelfstandigen, worden gereguleerd en welke belastingheffingen passen daarbij?

Dé vraag was: hoe hou je werknemers vitaal en het land welvarend

Dominic Schrijer oud-lid commissie-Bakker

Dat thema was tien jaar geleden ook al aan de orde. Als Nederland meer mensen aan de slag wil krijgen, schreef de commissie-Bakker, is het dringend nodig „de regulering van de arbeidsmarkt, arbeidsrecht, sociale zekerheid en onderwijs” opnieuw te doordenken.

De overeenkomsten kun je zien en voelen in het economisch klimaat. „We komen nu al mensen tekort in het onderwijs en de zorg”, constateerde de commissie tien jaar geleden. Vandaag is de arbeidsmarkt „bijna net zo gespannen als tien jaar geleden”, analyseerde het Centraal Bureau voor de Statistiek vorige maand.

Derde overeenkomst: de controverses uit 2008 zijn springlevend. Hoe ziet de toekomst van de pensioenen eruit? Moet de AOW-leeftijd verder omhoog? Is het onderwijs wel geënt op de eisen van het bedrijfsleven en de toekomst van werk? Waarom lukt het maar niet om meer mensen, met name vrouwen, in een deeltijdbaan meer uren te laten werken?

De twee commissies hebben zelfs een persoonlijke verbinding. Hoogleraar Saskia Klosse (sociaal recht, Maastricht University) is er net als in 2008 weer bij. Welke drie elementen uit het advies van 2008 zou zij nu aankaarten bij de commissie-Borstlap? Die vraag wil ze vanwege afspraken binnen de nieuwe commissie niet beantwoorden.

Maar Peter Ester en Dominic Schrijer wel.

Scholing voorop

Schrijer en Ester zijn, afzonderlijk van elkaar, opvallend eensgezind. Hun favoriete aanbeveling is scholing. Ester presenteert het zogeheten werkbudget. Geef álle werknemers en ook zelfstandigen zonder personeel een persoonlijke portemonnee die ze kunnen gebruiken voor opleidingen en het verkrijgen van nieuwe competenties. „Dat was en dat is een heel aardige formule. Werknemers moeten zelf meebetalen, samen met de werkgever, de opleidingsfondsen uit de bedrijfstak én de overheid. Kijk, de ontslagvergoeding zit aan het eind van een baan, als je werkloos wordt. Met het werkbudget sta je juist vanaf het begin sterk in de wedstrijd.”

Dominic Schrijer hamert op de „opschaling van de beroepsbevolking”. Als de héle beroepsbevolking een jaar extra scholing en opleiding aan zijn cv toevoegt, snijdt het mes aan twee kanten. Beter opgeleide mensen hebben minder kans op werkloosheid door achterblijvende kennis en vaardigheden. En er is een bonus: een groeiende bedrijfstak van scholing.

Door onder meer de snelle digitalisering ziet werk er straks heel anders uit. Lees ook deel 1 uit de serie over de toekomst van werk: Elke week nieuwe dingen leren

In het advies van de commissie-Bakker heet die scholingsopgave een e-portfolio. „Daar moeten we wel een beter Nederlands woord voor hebben”, zegt Schrijer gedecideerd. „Net als voor die evergreen: mensen moeten een leven lang leren. Maak daar maar ontwikkelen van. Want leren, dat heb ik wel gemerkt, wekt bij veel mensen te weinig enthousiasme.”

Ester: „Het is een klassieker, maar het onderwijs sluit nog altijd niet goed aan op wat het bedrijfsleven nodig heeft. Er staat een schot tussen die werelden. We slagen er niet voldoende in de wereld van de arbeid in het onderwijssysteem te integreren. Ze komen te weinig met elkaar in aanraking, terwijl ik genoeg ondernemers ken die wel voor de klas willen staan, met uitleg welke kwaliteiten zij in mensen zoeken. En als ik nog een specifieke groep mag noemen... Het werkgeversbeleid voor ouderen stelt nog altijd niet veel voor. Dat begint te laat, na hun 60ste. Het moet al vanaf hun 45ste.”

Gemiste kansen

Wie het advies van de commissie-Bakker nu leest, ziet een déjà-vu van gemiste kansen. De commissie pleitte bijvoorbeeld voor „betere betaling van leraren en herwaardering van de praktijkkant van het leraarschap”. Alsof je PO in actie hoort, die vorig jaar een succesvolle staking organiseerde voor hogere lonen.

De commissie bepleitte een tegemoetkoming om mensen in zware beroepen eerder te laten stoppen met werken. Was dat gebeurd, dan was de al bijna tien jaar jaar slepende controverse over nieuwe pensioenregelingen eerder opgelost.

Nog een fijne constatering die wel eens wordt vergeten: migratie zal het grote tekort aan arbeid niet oplossen.

Migratie zal het tekort aan arbeid niet oplossen, aldus de commissie

De commissie-Bakker brak tien jaar geleden – heel voorzichtig, want het onderwerp was politiek beladen – een lans voor langer doorwerken en verhoging van de AOW-leeftijd. Dat was toen 65 jaar, maar werknemers stopten doorgaans jaren eerder. De commissie mikte op een AOW-leeftijd van 67 jaar in 2040 en koppeling aan de levensverwachting. Die laatste kwam er, na een bijna-begrotingscrisis, in 2015. De AOW-leeftijd gaat sindsdien aanzienlijk driester omhoog dan de commissie durfde voorstellen. In 2021 is het al 67.

Wat nog het meeste opvalt aan het advies van Bakker, is de toon dat er iets móét gebeuren. Nu meteen, maar ook op langere termijn. De woorden urgente en urgentie komen samen elfmaal voor.

„De eerste keer dat we bij elkaar kwamen, kregen we de demografische prognoses", vertelt Schrijer. „We dachten: dit wordt een eitje. Want er gaan veel meer mensen met pensioen dan er geboren worden. Dat was het schrikbeeld: een tekort aan banen.

„Maar op de tweede dag kwamen de onderwijsmensen en economen langs. Zij zeiden: als niemand reageert op die vacatures, omdat ze niet de kennis en de vaardigheden hebben, ben je die opening kwijt. Dan blijft die man of vrouw aan de kant staan. Niks baan. Op papier ziet het er hartstikke positief uit, iedereen kan werk krijgen, maar in de praktijk staan mensen langs de kant. Dat gaf die toon van urgentie.”

Teleurgesteld

Drie maanden na aanbieding van het advies aan minister-president Jan Peter Balkenende (CDA) brak de kredietcrisis uit. Op de arbeidsmarkt schreeuwde werkloosheid om actie, niet het tekort aan arbeidskrachten.

Als ze nu terugkijken, zijn ze wel een beetje teleurgesteld. Schrijer constateert dat achtereenvolgende kabinetten maatregelen hebben genomen om de inkomsten voor de rijksoverheid te verhogen en de kosten te verminderen, zoals verhoging van de AOW-leeftijd. Maar die andere maatregelen, die juist geld kósten – scholing, opleiding, het werkbudget – die zijn er niet gekomen. Dat zie je nu de economie floreert. „Er is te weinig geïnvesteerd, er staan te veel mensen langs de kant, ze zijn onvoldoende voorbereid op de ruigere arbeidsmarkt van nu.”