-
Cyberaanvallen op Nederland
Vier Russische agenten die doodgemoedereerd op straat in Den Haag staan te hacken – het lijkt iets uit een Bondfilm. Maar een incident is het niet. Russische hackers proberen voortdurend in te breken bij Nederlandse en internationale instellingen.
De Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD waarschuwen al jaren dat Nederland zich „volop in het vizier van Russische inlichtingendiensten” bevindt. Belangrijk doelwit zijn de internationale organisaties die in Den Haag zijn gevestigd. Alleen al de OPCW kreeg afgelopen jaar ten minste drie maal te maken met pogingen tot inbraak in de computersystemen. Twee weken vóórdat het hackteam van de GROe in Den Haag aankwam, was vanuit Moskou al geprobeerd binnen te dringen bij de OPCW – tevergeefs. Daarna werd een team gestuurd om op de parkeerplaats een close access hack te doen. Toen die poging werd verijdeld door de MIVD, probeerde de GROe iets anders. In mei werd vanuit Moskou met phishing mails geprobeerd informatie los te peuteren van de OPCW.
Andere cyberaanvallen op Nederland hebben te maken met het onderzoek naar het neerschieten van vlucht MH17. Als hoofdverdachte wil Rusland er alles over weten. Al eerder maakte de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), die ook het neerstorten onderzocht, bekend doelwit te zijn geweest van een cyberaanval. De Russen waren ook uit op informatie van het in Nederland gevestigde Joint Investigation Team (JIT), dat het strafrechtelijk onderzoek naar MH17 doet. Bronnen bevestigen dat de GROe in Kuala Lumpur een close access-aanval heeft uitgevoerd op het Maleisische Openbaar Ministerie, dat deel uitmaakt van het JIT.
In Den Haag waren de ministeries van Defensie en Algemene Zaken doelwit. Bronnen in die stad bevestigen dat in alle gevallen de gebruikte malware terug te leiden was naar hackersgroepen van de Russische inlichtingendiensten GROe en SVR. Gevoelige informatie zou niet zijn buitgemaakt.
-
Klassiek inlichtingenwerk
De vele cyberaanvallen betekenen niet dat de Russische diensten het oude handwerk zijn verleerd. „In ons land was naast digitale spionage ook in 2017 sprake van ‘klassieke’ Russische inlichtingenactiviteiten”, schreef de AIVD in haar laatste jaarverslag. Medewerkers van de inlichtingendiensten FSB en SVR en de militaire inlichtingendienst GROe proberen in Nederland hun eigen bronnen aan te boren.
Wie voorbeelden daarvan zoekt, hoeft niet ver terug in de tijd. In 2014 kreeg een ambtenaar van Buitenlandse Zaken, Raymond P., acht jaar cel wegens spionage. Hij gaf NAVO- en EU-geheimen aan een Russisch spionnenechtpaar dat vanuit Duitsland opereerde. P. lekte documenten over het raketschild van de NAVO en over operaties in Libië en Afghanistan. Hij vertelde ook over persoonlijke problemen en seksuele voorkeuren van collega’s. Om de Russen „in de gelegenheid te stellen ook hen te corrumperen”, oordeelde het gerechtshof.
Raymond P. heeft inmiddels zijn straf uitgezeten. Over zijn verleden als spion wil hij niets meer zeggen. „Ik kijk naar de toekomst, aan terugkijken heb ik geen behoefte.”
-
Dubbelrollen
In de Russische ambassade aan de Haagse Andries Bickerweg glijden op 28 september dit jaar de vingers van meesterpianist Misja Fomin over de toetsen. Het is de jaarlijkse muzikale soirée van ambassadeur Aleksandr Vasiliëvitsj Sjoelgin. In de oude villa met haar donkere lambrisering en parketvloeren keuvelen na afloop de vijftig gasten rond een buffet met zoute haring en wodka.
Onder de genodigden zijn diplomaten, gasten, Russische burgers. Jonkheer Alexander Beelaerts van Blokland (70) is er ook. Hij is oud-raadsheer in het gerechtshof Den Haag en afgelopen jaren als ‘stadsambassadeur’ op alle diplomatieke feesten en partijen. Naar eigen zeggen is hij „goed” met zowel de Russische ambassadeur als diens tweede man.
Beelaerts merkt die avond niet veel van de spanningеn tussen Nederland en Rusland. „Je speelt op zo’n moment met z’n allen een spel. Ik denk wel dat je als diplomaat alle kanalen open moet houden. Als je zegt dat je niet naar een concert gaat vanwege MH17 or whatsoever, dan gooi je de deur dicht. En wat schiet je daarmee op?”
Net als het toasten van Lavrov en Blok is ook de soirée een façade. Russische diplomaten zijn maar al te vaak spionnen, op zoek naar geheime informatie. Andere diplomaten helpen spionnen. Neem bijvoorbeeld Anton Naoemkin, een slanke, goed geklede dertiger die vloeiend Engels en Nederlands spreekt. Als hoofd protocol van de ambassade regelde hij de soirée. Tegelijkertijd speelt hij zijn rol in de Koude Oorlog 2.0.
Naoemkin blijkt de tot nu toe onbekende medewerker van de Russische ambassade te zijn die, gekleed in een camelkleurige jas, op 10 april de vier OPCW-hackers afhaalde op Schiphol. Om zijn nek hing zijn Schipholpas, waarmee de diplomaat kon doorlopen tot aan de gate. Bewakingscamera’s legden vast hoe Naoemkin met de vier spionnen meeliep langs de pascontrole van de marechaussee. Daarna begeleidde hij ze naar de uitgang, de handen ontspannen in de zakken.
Naoemkin bracht de vier GROe’ers rechtstreeks naar de ambassade, waar ze de aanstaande operatie tegen de OPCW gingen voorbereiden. Aan de Andries Bickerweg werden ze opgewacht door Konstantin Bachtin (39).
Als tweede secretaris zat hij bij de officiële vergaderingen van de OPCW. Als kolonel van de militaire inlichtingendienst GROe coördineerde Bachtin achter de schermen geheime operaties in Nederland.
Bronnen in Den Haag bevestigen dat Bachtin betrokken was bij de hack bij de OPCW. Een GROe-bron van de Russische onderzoeksjournalist Sergej Kanev geeft Bachtin zelfs de schuld van het mislukken: de kolonel zou voortdurend met Moskou hebben gebeld over de operatie. „Waarschijnlijk hebben ze de telefoon afgeluisterd”, zo citeert Kanev deze bron. Bachtin, die volgens Kanev ook spioneerde in het MH17-onderzoek, is inmiddels teruggeroepen naar Moskou.
-
Het zenuwcentrum
De Sovjet-Unie betrok na de oorlog de uit 1914 daterende villa Demangan (Maleis voor ‘huis van een bestuursambtenaar’) in de Haagse ambassadewijk Zorgvliet. Vanaf 1964 werden de belendende panden aan de Andries Bickerweg en de Johan de Wittlaan aangekocht. Tegenwoordig telt het complex zes historische villa’s, een school, een tennisbaan en een batterij schotelantennes, op een omheind terrein van bijna een hectare. Het is een Russische enclave vlakbij het Catshuis en het Vredespaleis, waar het Internationaal Gerechtshof is gevestigd.
AIVD en MIVD rapporteerden de afgelopen jaren over een sterke toename van de activiteiten van de Russische diensten in Nederland. Net als in de Koude Oorlog is de ambassade een zenuwcentrum voor spionage.
Vroeger hielden medewerkers van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) met verrekijkers in de gaten wie er in en uit liep. Nu hangen er camera’s. De opvolger van de BVD, de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD), beschikt niet over de mankracht om de gangen van alle Russische diplomaten na te gaan. Syriëgangers en radicaliserende moslims eisen veel aandacht op van de dienst.
Welke Russische diplomaten in Nederland inlichtingen verzamelen is in grote lijnen bekend bij de diensten, bevestigen Haagse bronnen. Zolang ze het niet te bont maken, worden ze ongemoeid gelaten. Spionage is immers van alle tijden, en Rusland is zeker niet het enige land dat heimelijk inlichtingen verzamelt.
Maar afgelopen jaren, zo melden insiders, groeide de irritatie over het steeds agressievere optreden van de Russische diensten. De aanval met een chemisch wapen op Skripal in maart in Groot-Brittannië was een breekpunt. De AIVD en de MIVD kregen het verzoek van Buitenlandse Zaken de namen van twee inlichtingenmedewerkers van de ambassade te leveren, die konden worden uitgezet. Om welke diplomaten het ging, is nooit bekend gemaakt. Opvallend is wel dat militair attaché Andrej Goegnjajev en zijn assistent, Vladimir Grekov, omstreeks die tijd naar Moskou zijn vertrokken.
Attaché Goegnjajev is officier bij de GROe en dat is bekend bij de inlichtingendiensten in Nederland. De militaire attaché verzamelt informatie over de Nederlandse krijgsmacht – legaal.
Niet alle attachés houden zich aan de regels. De voorganger van Goegnjajev werd in 2011 door de MIVD betrapt toen hij in het Scheveningse restaurant De Dagvisser een ontmoeting had met voormalig F-16 vlieger Chris V. De twee bespraken de overdracht van handleidingen voor de F-16 – tegen betaling. V. kreeg drie jaar en tien maanden cel voor spionage. De attaché werd in stilte het land uitgezet.
Ook de nieuwe militair attachés die er sinds deze zomer zijn, – Michaïl Klimoek en zijn assistent Sergej Belooesov – zijn GROe-officieren. De GROe heeft een speciale opleiding voor militaire attachés.
Kolonel Michaïl Petrovitsj Klimoek (49) – zoon van kosmonaut Pjotr Klimoek, de eerste Wit-Rus in de ruimte – studeerde aan de tweede faculteit van de Militair-Diplomatieke Academie van het Russische ministerie van Defensie. Deze GROe-kweekschool is een prestigieuze opleiding, met hoge toelatingseisen.
De meest getalenteerde GROe’ers studeren aan de éérste faculteit. Daar leren GROe-officieren hoe ze onder dekmantel moeten opereren in het buitenland.
Binnen de dienst worden ze pidzjaki (colbertjes) genoemd. Zo’n colbertje was Anatoli Tsjepiga (alias ‘Roeslan Bosjirov’), één van de twee verdachten van de aanslag in Salisbury. Tijdens zijn opleiding woonde Tsjepiga in een Moskouse flat van de Universiteit voor Humaniora. Zijn studiegenoot en buurman was Konstantin Bachtin, de mede-organisator van de OPCW-hack in Den Haag.
-
De derde secretaris
Hoe dun de lijn tussen diplomatie en spionage kan zijn, laat het werk van derde secretaris Sergej Larionov zien.
Hij is een onopvallende man – donkerblond, middelgroot, geen bril, geen baard. Maar in maart 2014 valt hij toch op, tijdens een besloten bijeenkomst van 23 wetenschappers en experts over nucleaire veiligheid, georganiseerd door de internationale denktank The Hague Institute for Global Justice.
„Larionov gedroeg zich vreemd”, zegt een van de organisatoren, die zijn naam niet vermeld wil hebben. Van de deelnemers werd verwacht dat ze een actieve bijdrage leverden aan de discussie. „Wat opviel was dat hij tijdens de bijeenkomst helemaal niets zei. Hij was alleen bezig met het maken van aantekeningen.”
Larionov was niet uitgenodigd, maar wist toch binnen te komen. Twee dagen eerder had hij de organisatie een e-mail gestuurd. „Hij schreef dat hij er graag bij wilde zijn”, zegt een organisator. Larionov noemde in zijn e-mail – in bezit van NRC – dat „my friend Dorine” hem geadviseerd had de e-mail te sturen. Dat wekte vertrouwen – Dorine (haar achternaam laat NRC onvermeld) werkte bij Buitenlandse Zaken.
Een e-mail van een Russische diplomaat die zegt bevriend te zijn met een Nederlandse ambtenaar – voor Nederlandse inlichtingendiensten kan dat reden zijn om vragen te stellen.
Zo is de Koude Oorlog, die minister Blok eerder dit jaar ontkende, een publiciteitsoorlog geworden, van twee kanten
Was het noemen van de naam van de ambtenaar een handigheidje om binnen te komen? Hoe goed kende Larionov de ambtenaar? En kende hij ook de levenspartner van de ambtenaar? Die blijkt topambtenaar bij de Directie Veiligheidsbeleid van Buitenlandse Zaken, en gaat over crisisbeheersing, ontwapening, nationale veiligheid, cyberspionage en de OPCW.
De ambtenaar wil niet reageren. Buitenlandse Zaken zegt dat de ambtenaar „slechts zeer beperkt zakelijk contact” met Larionov heeft gehad en dat ze daar intern „altijd transparant” over was.
Dat Larionov de betreffende BZ-medewerkster heeft aangeduid als ‘my friend’ is „onjuist en onwenselijk”, aldus het ministerie dat geen aanleiding ziet voor nader onderzoek.
Begin 2018 kwam er een einde aan de activiteiten van Sergej Larionov in Nederland. Ook hij is terug in Moskou. Op de vraag of hij een van de twee spionnen is die in maart het land uitgezet zijn, willen Larionov en de Russische ambassade geen antwoord geven. Ook het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken zwijgt.
In de vier jaar dat Larionov gestationeerd was in Den Haag, liep hij onder meer rond bij het instituut voor internationale betrekkingen Clingendael, het Nederlands Forensisch Instituut en de TU Delft. Ook was hij bij een conferentie over kwantumtechnologie. Wereldwijd is er een wedloop voor de ontwikkeling van de eerste kwantumcomputer, een computer met ongekende rekenkracht – een wonderwapen in de cyberoorlog. Nederland zit in de kopgroep en Rusland is geïnteresseerd in wat andere landen weten.
In 2014, het jaar dat Larionov op de ambassade begon, was zijn landgenoot Ivan Agafonov net Nederland uitgezet wegens spionage. De natuurkundige deed bij de TU in Eindhoven onderzoek in de kwantumfysica.
Illustraties Bart Nijstad
-
Nieuwe strategie
Den Haag, 4 oktober. De wereldpers staat met draaiende camera’s in de witmarmeren ontvangsthal van het ministerie van Defensie aan de Kalvermarkt. De media zijn uitgelopen voor minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) en MIVD-directeur Onno Eichelsheim. Ze geven een persconferentie over een geslaagde contra-inlichtingenoperatie. Een half jaar na dato vertellen de twee hoe in april vier Russische spionnen zijn opgepakt. Met de „verstoringsactie” is voorkomen dat informatie uit het OPCW-hoofdkantoor en het Zwitserse laboratorium Spiez voor chemisch onderzoek gestolen kon worden.
Het media-event is tot in de puntjes voorbereid. Medewerkers van Defensie delen kleurrijke informatiemappen met bewijsstukken. Op internet staat het materiaal klaar om te downloaden, zoals een taxibonnetje met het adres van een GROe-basis in Moskou, de huurovereenkomst van de gebruikte Citroën C3, een foto van de kofferbak vol met hackgereedschap en, onder meer, treinkaartjes naar Zwitserland.
De foto waarop de vier agenten met de onherkenbaar gemaakte ambassademan op Schiphol lopen, gaat de wereld over.
Tot dan toe waren de gordijnen doorgaans dicht bij de Nederlandse inlichtingendiensten. Nu kiest de MIVD voor openheid. Naming and shaming als nieuwe strategie. Bijleveld, tijdens de persconferentie: „Rusland moet hiermee stoppen.”
De Amerikanen en de Britten gingen al eerder openlijk in het tegenoffensief.
De MIVD, die nauw met hen samenwerkt, heeft hun aanpak omarmd. In de VS kwam speciaal aanklager Robert Mueller met gedetailleerde aanklachten tegen Russen voor het hacken van de Democratische partij.
In de Skripal-zaak verspreidden de Britten de foto’s van paspoorten en camerabeelden van de twee GROe-officieren die op weg waren naar Salisbury.
‘Aleksandr Petrov’ en ‘Roeslan Bosjirov’ probeerden zich in een interview met Russia Today voor te doen als toeristen die de „torenspits” van Salisbury wilden zien. Maar al snel publiceerden Russische journalisten de eerste details over de twee agenten. Het Britse onderzoekscollectief Bellingcat wist vervolgens beide mannen te identificeren.
Zo is de Koude Oorlog, die minister Blok eerder dit jaar ontkende, een publiciteitsoorlog geworden, van twee kanten.
Niet iedereen is daar blij mee. Neem Jean-Philippe Gaudin, chef van de Zwitserse NDB. Zijn inlichtingendienst had een aandeel in het ontmaskeren van de in Den Haag opgepakte spionnen. Hij was dan ook uitgenodigd voor de persconferentie in Den Haag. Gaudin weigerde te komen. Volgens hem was er „politieke druk” om de openbaarheid te zoeken. „Dat is een nieuwe manier om te communiceren. Maar die is niet de mijne.”
Gaudin waarschuwde dat de Russen hun voordeel kunnen doen met alle informatie die is verspreid.
Dat doet Moskou.
Inlichtingendienst FSB heeft in eigen land de jacht geopend op ambtenaren die de persoonsgegevens van ‘Petrov’ en ‘Bosjirov’ hebben gelekt. De eerste arrestaties zijn verricht.
Rond het middaguur komt in het schitterend gerestaureerde Morozov-paleis in Moskou de fles op tafel. De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergei Lavrov ontvangt hier op 13 april zijn Nederlandse ambtsgenoot Stef Blok. En dus moet er gedronken worden – wodka. Bij elk glaasje klinkt een toast: op de Nederlandse ambassadeur in Moskou, Renée Jones-Bos. Op het Nederlands elftal. Op het Rússische elftal.
Blok en Lavrov heffen het glas: op de Nederlands-Russische betrekkingen. Na zdorovje!
De gelukwensen zijn diplomatiek decorum. Sinds de annexatie van de Krim en de oorlog in Oekraïne zijn de Oost-Westverhoudingen ernstig bekoeld. De spanning is zojuist nog opgelopen door een gifgasaanval op de Syrische stad Douma. Het Westen houdt het door Rusland gesteunde Assad-regime verantwoordelijk. De VS dreigen met luchtaanvallen.
Ook de Nederlands-Russische betrekkingen zijn ijzig. Rusland beschouwt Nederland als één van de meest ‘Russofobe’ landen ter wereld – na de VS en het Verenigd Koninkrijk. In Den Haag heerst stille woede over Moskou’s obstructie van het strafrechtelijke onderzoek naar de MH17-ramp.
Drie weken eerder heeft Nederland twee Russische ambassademedewerkers het land uitgezet, een strafmaatregel voor de vergiftiging van oud-spion Sergej Skripal, in het Britse Salisbury. Moskou heeft daarop twee Nederlandse diplomaten uitgewezen.
Erg gezellig was het niet, erkent Blok als hij die middag nakaart met journalisten op de Nederlandse ambassade. Maar ondanks alles moet je ‘in gesprek blijven’, zegt de minister. „Ik krijg vaak vragen van journalisten of de Koude Oorlog terug is. Laat ons duidelijk maken dat het antwoord daarop is: njet.”
Nog geen twee uur later worden in Den Haag vier medewerkers van de Russische militaire inlichtingendienst GROe in de kraag gevat. De vier staan op een parkeerplaats naast het hoofdkantoor van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) dat een hoofdrol speelt in het onderzoek naar de aanslag in Salisbury en de gasaanval op Douma.
In de huurauto van de Russen vinden medewerkers van de Nederlandse militaire inlichtingendienst MIVD apparatuur om in te breken in het wifi-netwerk van de OPCW. De vier Russen worden nog dezelfde dag op het vliegtuig naar Moskou gezet.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data36801572-96a615.jpg)
Minister Blok hoort ervan, vlak voordat hij terugvliegt naar Nederland. Het kabinet brengt er op dat moment niets over naar buiten: over operaties van de diensten mag niet worden gesproken. Later dit jaar zal dat veranderen.
NRC onderzocht de Russische spionage-activiteiten in Nederland.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data38891258-3579af.jpg|https://images.nrc.nl/4oBsHb-A1Ax3uouHOKBiJu-QuKQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data38891258-3579af.jpg|https://images.nrc.nl/AtrDNabsaj1qPWta8PPUfZBjnbU=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data38891258-3579af.jpg)
Illustraties Bart Nijstad
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data38891261-a5a201.jpg|https://images.nrc.nl/bXcctOhKr04jhdZcVX5yrlbMESw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data38891261-a5a201.jpg|https://images.nrc.nl/uqlWO2cXaZLvyGUheShNe7kLId8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data38891261-a5a201.jpg)
Illustraties Bart Nijstad
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/09/data35744215-dae188.jpg)