De polder, dat is Den Haag, dat is Nederland. Net als het Nederlands Danstheater; betrekkelijk uniek in de wereld, maar in eigen land ervaren als onderdeel van het weer.
Jaren gaat het geruisloos vrij goed. Cao’s afgesloten, niet-kunnen-werken verzekerd. Tot iedereen merkt dat het minder soepel loopt. In zo’n fase zit de Nederlandse overlegeconomie. De pas de deux tussen werkgevers en werknemers wankelt. De ondernemers zijn te zwaar geworden, de bonden te slank. De artistieke leiding van het kabinet mislukt.
Nu het pensioenakkoord na zeven jaar onderhandelen is geklapt, vragen velen zich af of het fameuze poldermodel zijn langste tijd heeft gehad. Of het iets is uit de tijd dat paste in de verzuilde wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog.
In deze liberale periode is de waardering voor het geploeter aan die vergadertafels beperkt. Is de polder geen corporatistisch hunebed dat het primaat van de democratisch gekozen Tweede Kamer ondermijnt? Hoe representatief zijn de compromissen van die polderaars? En als zij er dan uitkomen, moet de politiek dan bij het kruisje tekenen?
Draagvlak is het doel, oplossing mooi meegenomen
De vragen zweven voortdurend boven alle tafels die diezelfde politiek de laatste jaren inricht om heikele problemen onschadelijk te maken. Draagvlak is het doel, een goede oplossing meegenomen.
Inderdaad, wat betekent het als industrie, winkels, gemeenten, de wetenschap en gezondheidsgroepen een ‘akkoord’ sluiten dat streeft naar een wat lager suikergehalte in kantinedrankjes? Hoe representatief is zo’n resultaat, waar kabinet en Kamer dekking achter zoeken? De Preventietafels hebben alleen in de strijd tegen tabak concrete maatregelen opgeleverd – op grond van internationale afspraken mocht de industrie aan die tafel niet aanschuiven. Heel on-Hollands.
Waartoe dienen Schipholtafels nog meer dan om omwonenden zo lang mogelijk koest te houden, terwijl de luchthaven en KLM zich geen toekomst zonder groei kunnen indenken? Weer een paar jaar economische welvaart en goedkoop vliegen gewonnen, weer een paar jaar welzijn en klimaat geofferd.
De komende weken wordt nog hard gewerkt aan een Klimaatakkoord. Dat gebeurt niet echt aan de verschillende tafels (Gebouwde omgeving, Industrie, enzovoort). Je kan niet onderhandelen met honderd mensen. Het finale duwen en dreigen, trekken en verleiden gebeurt door een paar sleutelspelers. En het levert alleen wat op als alle betrokkenen resultaat willen en mandaat hebben.
Daar ontbrak het aan bij het pensioenakkoord, en eerder bij pogingen om de arbeidsmarkt te repareren. Flexwerk zonder minimale sociale voorzieningen neemt alleen maar toe. Zzp’ers die arbeidsongeschikt worden zijn nog steeds het haasje. Het ontslagrecht is niet stabiel geregeld.
Zijn overleg en compromis vergeten?
Is Nederland collectief van ritme en toonsoort veranderd? Zijn overleg en compromis verdwenen als nobel nationaal normaal? In de jaren ’50 tot en met ’80 was ‘georganiseerd overleg’ saai en gewoon. Een nacht doorhalen en dan: we zijn er uit, weer een collectieve arbeidsovereenkomst. Vermoeide mannen met achterover gekamd haar sloten hun aktetassen en gingen terug naar kantoor.
Het Akkoord van Wassenaar (1982), opnieuw geroemd bij het overlijden van Wim Kok, bracht de nieuwe reputatie van het Nederlandse Model. Het was achteraf ook het begin van de erosie van vakbondsmacht: de afgesproken loonmatiging werd langer volgehouden dan de arbeidstijdverkorting.
De laatste grote prestatie van de Polder was het Sociaal Akkoord van 2013. Het net aangetreden kabinet-Rutte II (VVD en PvdA) was gedoemd als er geen vergaande afspraken over hervorming van de arbeidsmarkt werden gemaakt. In het diepste geheim kwamen de voormannen van werkgevers en werknemers en de minister van Sociale Zaken op het Hilversumse landgoed Zwaluwenberg bij elkaar, mét de minister-president.
Wat toen kon, dagenlange boswandelingen en de persoonlijke wil om tot oplossingen te komen, is nu ondenkbaar. Mark Rutte dacht laatst dat hij het kunstje kon herhalen om het pensioenakkoord te redden. Maar de leiders zijn niet dezelfde als toen, hun aanzien is verminderd. De vakbeweging heeft iets te vaak het gevoel gehad wel in te leveren maar in de praktijk onvoldoende terug te krijgen. Het kabinet verkeert nu ook niet, zoals in 2013 in levensgevaar.
De bonden hebben nog steeds ledenaantallen waar politieke partijen hun vingers bij zouden aflikken. Maar het machtsevenwicht tussen vakbeweging en ondernemingen is verder verschoven richting werkgevers, ondanks de rampzalige imago-bloopers van ING, Shell en Unilever. Tijdens de hoogtijdagen van het overlegmodel hadden arbeid en kapitaal elkaar nodig. Dat denken de werkgevers al lang niet meer, zeker met een bevriend kabinet in het Catshuis.
Gele hesjes krijg je ervoor terug
Dan maar sluiten die Sociaal Economische Raad en de rest van de overlegeconomie? Wat krijg je ervoor terug? Gele hesjes die alle grieven tegen de overmacht van het a-nationale bedrijfsleven, de kosten voor de verduurzaming en het wantrouwen tegen de elite op één hoop gooien? In Frankrijk moet president Macron als de wiedeweerga een overlegmodel uitvinden, terwijl vakbeweging en politieke partijen als buitenstaanders toekijken hoe vandaag de Champs Elysées weer in de fik gaat.
Nee, afschaffen van de overlegtraditie is niet in het belang van individuele burgers noch van het land, en uiteindelijk ook niet van bedrijven die geworteld en begrepen willen worden. Herstel van het evenwicht zal lastig zijn, en niet op louter-nationale schaal lukken. Het belang van arbeid moet opnieuw worden gedefinieerd. Het probleem van gebrekkige representativiteit van vakbeweging, werkgevers en politieke partijen is niet uniek-Nederlands. Maar het moet wel met man en vrouw en macht worden opgelost.