Roar Johansen heeft het aanzienlijk drukker dit seizoen. De tot nog toe succesvolle Europese toer van Sarpsborg 08 is niet onopgemerkt gebleven. „Volgens mij worden we ook in Europa langzaam bekend”, zegt Johansen. Als perschef en voormalig trainer van Sarpsborg 08 FF geniet hij van de aandacht die zijn club krijgt, de jongste die actief is in een Europees bekertoernooi dit seizoen.
De ‘08’ in de clubnaam verwijst niet naar 1908, maar naar 2008. Eind jaren negentig werden de eerste plannen gesmeed voor een profclub in Sarpsborg, een stadje met ruim vijftigduizend inwoners ten zuiden van Oslo, en de oprichting vond pas tien jaar geleden plaats. Een samenwerking tussen zestien clubs, met als doel een club op het hoogste niveau in Noorwegen.
Sarpsborg 08 heeft zelf maar drie elftallen: het eerste team, een onder-19 en een onder-16. De zestien kleinere clubs bestaan onafhankelijk van elkaar nog steeds. „De jeugd groeit daar gewoon op”, zegt voorzitter Hans Petter Arnesen. „Als wij bij ieder team de beste pupillen weg zouden halen, dan vallen de teams bij die clubs uit elkaar of zelfs weg. En dat willen we niet.”
Jeugdtrainers van Sarpsborg 08 worden verdeeld over de clubs. En wordt een speler van Sarpsborg 08 uiteindelijk verkocht, dan gaat een deel van het transferbedrag naar diens jeugdclub. „Er zijn heel wat discussies aan voorafgegaan”, zegt Arnesen. Iedere vereniging had een eigen idee over de opzet. Maar toen ook Sarpsborg FK – de grootste club in de stad en destijds nog actief op het tweede Noorse niveau – zich in 2007 ondergeschikt maakte aan het plan, werd Sarpsborg 08 FF opgericht.
Nieuw stadion, nieuwe tenues
Een nieuwe club, met een nieuw stadion, nieuwe tenues, nieuwe sponsoren. De shirtkeuze was een van de kleinste problemen. De kleuren van de twee grootste clubs van de zestien kwamen overeen. De keuze voor het blauw-witte tenue en logo was snel gemaakt.
Maar je hebt als nieuwe club draagvlak nodig, onder meer onder de supporters. „Die staan echt niet te springen om met hun grootste tegenstander te fuseren. Om daar ineens voor te moeten juichen”, zegt voorzitter Arnesen. Er was weinig financiële en morele steun voor Sarpsborg 08 in het eerste jaar. Tot de herfst van 2009. In de play-offs om promotie naar de hoogste Noorse divisie werd buurman Frederikstad verslagen – geheel onverwacht. „Uiteindelijk promoveerden we niet, maar door die derby had iedereen door dat het kon. Dat Sarpsborg één profteam kon hebben”, zegt Johansen.
Voor even was de stad terug in de jaren vijftig. In 1952 won IL Sparta de Noorse beker – de enige voetbalprijs ooit voor de stad. En in 2010 promoveerde Sarpsborg 08 alsnog naar de Eliteserien, het hoogste voetbalniveau.
Hard werken en stabiliteit. Clichés, maar codewoorden in Sarpsborg. In de industriestad is geen plek voor Ferrari’s. Ook niet iedere voetballer past bij de club. „We willen normale gasten, die ook onderdeel van de stad willen zijn. Spelers die een kopje koffie gaan drinken in de stad”, zegt perschef Johansen.
Hetzelfde bestuur
Niemand is groter dan het team, groter dan de stad. Ook het bestuur niet, dat in dezelfde samenstelling al tien jaar de club leidt.
De historische derde plaats vorig seizoen in de Eliteserien was goed voor een Europees ticket. Dat avontuur begon, daags na het WK, op 15 juli op IJsland, tegen íB Vestmannaeyja. Via het Zwitserse St. Gallen, het Kroatische Rijeka en het Israëlische Maccabi Tel Aviv bereikte Sarpsborg de groepsfase van de Europa League van de Europa League, het tweede Europese niveau.
Met het eigen Sarpsborgstadion, voorzien van een kunstgrasmat, als schier onneembare veste. De thuispunten leveren Sarpsborg 08 de tweede plaats op in poule I. Net achter de Belgen van RC Genk, maar voor de Zweedse topclub Malmö FF en Besiktas, een van de grote drie in Turkije. Europese overwintering lonkt.
Bijna had Sarpsborg 08 de Europese duels niet op eigen veld mogen spelen. Het stadion voldeed niet aan de eisen van de Europese voetbalbond UEFA . „We hadden onder meer te weinig zitplaatsen en niet de juiste faciliteiten voor de pers”, zegt Arnesen. „Maar wij wilden hoe dan ook hier spelen. We moesten die Europese duels in de eigen stad afwerken. Dat verdienden de fans.”
Daarvoor was een stadion-upgrade nodig. De UEFA verwachtte niet dat het in twee maanden zou gaan lukken, maar had daarbij buiten de saamhorigheid en inzet van de Sarpsborg-fans gerekend. „We hebben 24/7 met heel veel man gewerkt om alles voor elkaar te krijgen. Dat was echt een geweldige ervaring”, zegt Arnesen. Met als gevolg dat er op 19 juli, voor de return tegen het IJslandse iBV, ineens ruim achtduizend toeschouwers in het stadion pasten.
Donderdag komt het Turkse Besiktas, met de Nederlanders Ryan Babel en Jeremain Lens, op bezoek. In Istanbul werd in september met 3-1 verloren, maar Roar Johansen verwacht opnieuw een magische avond. „De tegenstander heeft helemaal geen zin in onze Noorse kou.”
Een overwinning zal geen verrassing meer zijn.