Hij ziet ze weleens voorbijkomen: kandidaten die zeggen een leidinggevende functie te hebben gehad, terwijl ze in werkelijkheid een paar maanden een klein project leidden. „Behóórlijk overdreven”, zegt Jacco Valkenburg, recruiter bij wervingsbureau Recruit2. „Maar niet helemaal onwaar.”
Problematischer wordt het volgens hem wanneer grove onwaarheden worden verteld. „Programmeurs die zeggen een codetaal te beheersen, terwijl ze er slechts een boek over lazen. Dat is gewoon niet waar een werkgever naar op zoek is.”
Lef tonen
Je oude functie net iets hoogdravender omschrijven, creatief omspringen met data of een cursus die goed bij je nieuwe droombaan past op je cv vermelden, terwijl je hem eigenlijk nooit hebt afgerond. Een leugen is snel verzonnen in de zoektocht naar een nieuwe baan. Maar hoe verstandig is het je beter voor te doen dan je bent?
Marit (29), die omwille van haar baankansen niet met haar achternaam in de krant wil, vindt niet dat ze te ver gaat met de functieomschrijving ‘editor’ op haar cv. Erg inhoudelijk was de functie bij een nieuwsorganisatie misschien niet: ze zocht foto’s bij nieuwsberichten en paste de koppen erboven aan. „Maar ik wéét dat deze titel het beter doet op mijn cv dan een exacte omschrijving van mijn werkzaamheden.” Liegen doet ze bovendien niet: „Vertaal je het letterlijk, dan kun je zeggen dat ik artikelen bewerkte. Dus wanneer ernaar wordt gevraagd, vertel ik gewoon eerlijk wat ik precies deed.”
Uit een kleinschalig onderzoek van marktonderzoeker Team Vier bleek vorige maand dat mensen nog weleens iets willen verzinnen in hun zoektocht naar een baan: 10 procent van de 504 ondervraagden, werkzaam in loondienst, zei een leugen op zijn cv te hebben staan. Vooral jonge mensen tot 34 jaar vermelden naar eigen zeggen leugens op hun cv (11 procent). De beroepsgroep tot 49 jaar doet dat het minst: 6 procent.
Mara Wienke (24) wijst daarbij op het gebrek aan werkervaring van haar leeftijdsgenoten. „Er wordt vaak naar ervaring gevraagd die je nog niet hebt, en dan wil je toch iets kunnen bieden.” Zelf zat ze bijvoorbeeld in zo’n situatie toen ze solliciteerde op een functie waarvoor een native speaker van het Amerikaans-Engels gezocht werd.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data32861660-ab57cc.png)
Werkervaring had Wienke als pas afgestudeerde nauwelijks, dus besloot ze de recruiter in het Engels te benaderen, in de hoop dat hij zou denken dat ze Amerikaanse was. „Ik ben veel in de Verenigde Staten geweest, dus het accent had ik. Ik sprak zijn voicemail in en sms’te hem of hij contact met me wilde opnemen.” Over haar achtergrond zei ze op dat moment niets.
Uiteindelijk was het niet haar accent dat haar verraadde: „Ik had op de LinkedIn-pagina van de recruiter gekeken, waardoor hij al snel, op basis van mijn opleidingen, kon zien dat ik Nederlandse ben.” Toch werd ze tot haar verbazing uitgenodigd, en na een aantal stevige gesprekken kreeg ze de baan. „Het lef dat ik toonde gaf de doorslag, vertelde mijn leidinggevende me later.” Uit dat ene voicemailbericht had de recruiter immers wél kunnen opmaken dat ze goed Engels sprak.
Opfleuren
De grens van het acceptabele lijkt tussen daadwerkelijke leugens en aangedikte waarheden in te liggen. Wie de precieze waarheid in het midden laat, maar niets zegt dat aantoonbaar onjuist is, komt daar vaker mee weg.
Dat merkte bijvoorbeeld ook de kandidaat van Dave Heilbron, recruiter bij wervingsbureau Lens. „Hij was de gedroomde kandidaat voor de functie, had vele jaren ervaring als salesmanager en een goed cv. Alle gesprekken verliepen goed, we wilden alleen nog zijn diploma van de opleiding commerciële economie zien.”
Na een uur belde de kandidaat: die opleiding had hij nooit afgerond. „Ik ben toen samen met het bedrijf waarbij hij solliciteerde tot de conclusie gekomen dat hij niet werd aangenomen. Op basis van zijn werkervaring was hij geschikt, maar de leugen kostte hem de kop.”
Heilbron, die met name mensen voor managementfuncties werft, heeft naar eigen zeggen „iedere week” wel met leugens op cv’s te maken. „Van geschuif met data tot niet afgeronde studies: ook in het hogere segment wordt veel gelogen.”
Voor de situatie van Wienke kan Heilbron nog begrip opbrengen. „Het is een gok, maar als je vers van een opleiding komt, is het goed de nadruk te leggen op wat je wel kunt.”
Ook recruiter Valkenburg zegt wel begrip te hebben voor het opfleuren van cv’s. „Als de reden van je ontslag bijvoorbeeld niet van belang is voor een volgende functie, dan snap ik dat je zoiets er niet op zet.”
Problematisch wordt het volgens beiden als leugens directe gevolgen hebben voor het functioneren in een volgende baan. Valkenburg: „Vooral mensen die al wat verder zijn in hun loopbaan, lijken nog weleens te denken dat ervaring zwaarder weegt dan een diploma. Dat is soms ook zo, maar dat betekent niet dat je erover kunt liegen.”
Om iemands werkelijke kwaliteiten te testen, maakt Valkenburg daarom steeds vaker gebruik van opdrachten. „Ik laat kandidaten een dagje meelopen binnen het bedrijf of een aantal opdrachten doen waaruit hun expertise blijkt. The proof of the pudding is in the eating.” Toegegeven, dat kost hem meer tijd dan alleen cv’s bekijken. „Maar ook ik sla een flater wanneer er een kandidaat wordt aangenomen die achteraf niet geschikt blijkt.”
De check die hij nog wel uitvoert, is veel gemakkelijker geworden door de komst van LinkedIn. „Je legt een cv naast een online profiel en kan zo de data vergelijken. Dan blijken mensen niet altijd even consequent.” Via LinkedIn vindt hij bovendien eenvoudig referenties. „Je kunt er altijd wel iemand bereiken die eerder met een kandidaat werkte.”
Wees gewaarschuwd: een leugentje om bestwil is snel doorgeprikt.