Anderhalf jaar na het aantreden van Emmanuel Macron als president van Frankrijk, staan de vakbonden aan de zijlijn. Ondanks alle hervormingen, zijn zij er nog niet in geslaagd een kritische massa op de been te brengen, laat staan het land te blokkeren. Zonder die bonden lijkt een in korte tijd groot geworden burgerbeweging tegen hoge brandstofprijzen daar nu opeens wel toe in staat.
De Franse regering maakt zich grote zorgen over het protest zaterdag van zogenoemde gilets jaunes, boze automobilisten die bij demonstraties het in de auto verplichte gele veiligheidshesje dragen. Op meer dan zevenhonderd plaatsen in het land hebben lokale comités aangekondigd wegen, knooppunten en zelfs tolstations te blokkeren om hun ongenoegen kracht bij te zetten. Hoewel premier Édouard Philippe heeft gezegd geen enkele blokkade toe te staan, valt op veel wegen chaos te verwachten.
De geuzennaam „gele hesjes” is een knipoog naar de beweging van de „rode mutsjes”, bonnets rouges, die eind 2013 massaal mensen wist te mobiliseren tegen de toen ophanden zijnde invoering van een ecotaks voor het wegtransport. De tolpoortjes waren al geplaatst en het contract met de exploitant was al getekend toen de regering van François Hollande er toch van afzag. Dat kostte het land bijna een miljard euro. Voor Hollande was de draai politiek het begin van het einde.
Net als in 2013 lopen ook nu veel discussies door elkaar heen. Wat begon met boosheid, vooral op het platteland, tegen de hoge brandstofprijzen, is een brede beweging tegen vermeend afgenomen koopkracht en hogere belastingen geworden. Het is, in de woorden van Macron, „een beetje van alles en om het even wat”.
Woest filmpje ging viral
Het begon met een onlinepetitie die door 850.000 mensen ondertekend werd. In september ging een woest filmpje van een oudere dame in Bretagne, Jacline Mouraud, viral: ruim zes miljoen views. En op 21 oktober lanceerde trucker Éric Douet het plan voor een „nationale blokkade”, die uiteindelijk tot het Élysée van Macron moet leiden. Automobilisten moeten, in zijn woorden, niet langer „de melkkoe” van de overheid zijn.
Kopstukken van de nationaal-populistische Rassemblement National (RN) van Marine Le Pen en met haar sympathiserende partijen steunen het verzet. De aan de RN gelieerde burgemeester van de zuidelijke stad Béziers legde met een aankondiging op Twitter donderdag zelfs de link met de Eerste Wereldoorlog: „Tegen Macron, steun de 17de het Frankrijk van de loopgraven”, liet hij naast een prent van een soldaat uit de ‘Grote Oorlog’ noteren. De beweging is zo „gekaapt door extreem-rechts”, zeiden verschillende ministers uit Macrons omgeving. Het lijkt de initiatiefnemers niet te deren. Dat waren, zoals principieel blanco-stemmer Mouraud, toch al geen Macron-fans.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data38128565-25f956.jpg)
De prijs van een liter diesel is sinds Macrons aantreden in mei 2017 met 31 cent gestegen, die van een liter loodvrij met 19 cent, becijferde weekblad Le Point. „C’est pas bibi”, zei Macron vorige week in straat-Frans: „Het komt niet door mij.” Driekwart van de prijs aan de pomp hangt samen met de oliekoers. En die is onder druk van geopolitieke ontwikkelingen (Iran, Venezuela ) en de dure dollar hoog.
Maar de prijs aan de pomp is sneller gestegen dan de olieprijs rechtvaardigt. En dat is een bewuste keus. Al onder Hollande, is besloten accijnzen op diesel geleidelijk te laten stijgen om automobilisten te stimuleren schonere en zuinigere auto’s te kopen. Zo’n 60 procent van de Fransen rijdt op diesel, dat jarenlang door de staat en de auto-industrie gepropageerd is. Benzine-accijnzen zouden dalen om de prijzen gelijk te trekken.
Macron heeft dat tempo verder opgevoerd. Om ook mensen met lage inkomens hun diesel te laten inruilen, zijn premies beschikbaar die ook voor schonere occasions ingezet kunnen worden. Maar voor de allerlaagste inkomens is ook een nieuw tweedehandsje geen optie. En 70 procent van de Fransen gebruikt de auto dagelijks. Buiten de grote steden is openbaar vervoer geen serieus alternatief, zegt een woordvoerder van de vereniging van plattelandbewoners, Familles Rurales.
In een poging de gemoederen te bedaren, presenteerde premier Philippe woensdag nóg aantrekkelijker inruilregelingen en, onder meer, ‘energiecheques’ voor 5,6 miljoen minder vermogende huishoudens. Maar de ‘carbontaks’, zoals de brandstofaccijns officieel heet, blijft overeind, zei hij: een draai kan Macrons doortastende imago blijvend schaden.
Dat kwam hem op kritiek te staan van de socialistische minister van Milieu die in 2013 na de opstand van „rode mutsjes” de ecotaks wel afblies. „Bestraffende ecologie” werkt niet, vindt Ségolène Royal. Volgens haar misbruikt Macron het milieu om begrotingsgaten te dichten. „Zo creëren ze anti-groen populisme.”