Het is de winter van 2016 als een Duitse jurist een bom onder het Europese voetbal plaatst. Op 3 februari, halverwege de ochtend, neemt hij per mail contact op met een advocaat in Brussel. „Ik heb mogelijk een interessant project voor jullie”, schrijft Michael Gerlinger aan de medewerker van Cleary Gottlieb Steen & Hamilton. „Kunnen we bellen?”
Gerlinger is juridisch directeur van Bayern München en wil namens zeven Europese topclubs advies over de opzet van een nieuwe Europese competitie. De clubs – Arsenal, Manchester United, Juventus, AC Milan, Real Madrid, FC Barcelona en Bayern – willen een kampioenschap met „meer teams uit toplanden” en „minder teams uit zwakke landen”, zodat ze „meer wedstrijden spelen die ertoe doen”.
Ideeën voor zo’n kampioenschap circuleren al dertig jaar. Het is een omstreden idee, omdat een elitetoernooi, waarin alleen de allerbesten mogen aantreden, de bestaande orde in het Europese voetbal zou ontwrichten. Rijke clubs isoleren zich en worden rijker. Alle anderen verliezen de mogelijkheid om zich ooit nog aan te sluiten bij de beste clubs van het continent.
Wat in het verleden bij fantaseren bleef, wordt vanaf 2016 concreter dan ooit. De zeven clubs mailen, voeren conference-calls, zien elkaar in zaaltjes op Zwitserse vliegvelden en praten met advocaten om te schaven aan hun masterplan. Ze ontwerpen het toernooi waar het Europese voetbal al jaren voor vreest. Een revolutie.
Een Super League.
Uit documenten in bezit van NRC wordt duidelijk hoe vergevorderd hun plannen zijn, dat ze de UEFA daarmee onder druk hebben gezet en dat ze bereid zijn om het gat tussen arme en rijke clubs onoverbrugbaar groot te maken.
In een Super League zullen ze nooit meer hun energie hoeven te verspillen aan wedstrijden tegen de mindere goden in het huidige Europese hoofdtoernooi, de Champions League. Tot in Azië en Amerika zullen de mensen dit willen zien, tv-zenders zullen zich verdringen om de uitzendrechten en het prijzengeld schiet omhoog. De grootste voetbalshow op aarde is dichterbij dan ooit.
Toen, en nu.
Herfst 2018: weer is daar de Super League
Want ook in de herfst van 2018 duiken er weer plannen op voor een Super League.
Eén Nederlandse club neemt in alle discussies een bijzondere positie in: Ajax. De club die te klein is voor de groten en te groot voor de kleintjes.
Sinds Edwin van der Sar (48) zijn keeperstenue verruilde voor een pak is hij uitgegroeid tot een veelgevraagd voetbalbestuurder. Naast zijn baan als directeur van Ajax zit hij in commissies binnen de eredivisie en vliegt hij Europa door als bestuurslid van de ECA, de belangenorganisatie van clubs die in de Champions League en de Europa League spelen.
Zijn medebestuurders waarderen hem omdat hij de wetten van het veld kent. En omdat hij de ster is die zij nooit zullen zijn. Komt hij in het buitenland, dan wordt hij niet alleen onthaald als Ajax-bestuurder, maar vooral als de penaltykiller die Manchester United in 2008 de Champions League bezorgde. De Italiaanse ECA-voorzitter Andrea Agnelli, directielid bij Fiat en baas van Juventus, heeft Van der Sar nog zien spelen bij zijn eigen club. Hij staat graag met hem aan de bar.
Zelf is Van der Sar altijd als een keeper blijven denken. Een spits mag een kille solist zijn, de keeper moet het hele veld overzien. Eerst observeert hij, dan komt hij in actie. Hij weet ook dat hij het niet alleen kan. Zo stelt Van der Sar zich ook op als bestuurder. Dan weer berekenend, dan weer solidair.
In de vensterbank van zijn kantoor in de Arena staat het ingelijste shirt dat hij droeg toen hij de Champions League met Ajax won. Wenen ’95, de avond dat Louis van Gaal zijn karatetrap maakte. Een tijd waarin Ajax internationaal nog veel te vertellen had.
Nu dicteren andere landen het voetbal. De Engelsen, de Duitsers, de Spanjaarden. Wie het vaakst wint, weet Van der Sar, heeft het meest te zeggen. Hij weet ook wel voor welke wedstrijden de tv-zenders honderden miljoenen betalen. Niet voor Ajax-Anderlecht, wel voor Juventus-Barcelona. Hij snapt ook dat clubs als Legia Warschau minder te vertellen hebben. Wanneer hebben die nou voor het laatst de knock-outfase van de Champions League gehaald?
De UEFA verdeelt de opbrengsten van de Europese toernooien over de deelnemende clubs. Die bedragen zijn niet gelijk: clubs die vaak meedoen en vaker de finalerondes halen, krijgen het meeste geld. In dit taartdiagram is te zien dat de zestien best verdienende clubs samen bijna net zoveel hebben verdiend als de overige 113 clubs die de afgelopen drie jaar Europees voetbal hebben gespeeld.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/vb-uefa.jpg)
Voor die clubs is plaatsing steeds moeilijker geworden. Eens mochten alle landskampioenen van Europa meedoen, later zag de UEFA liever een extra Italiaanse club instromen dan de kampioen van Bulgarije of Zweden. Clubs uit die landen moeten tegenwoordig vier knock-outrondes overleven om de poulefase te halen. Zo bewaakt de UEFA haar succesformule: hoe aansprekender de deelnemers, hoe meer de tv- en sponsordeals waard zijn.
De Champions League is een droompodium, met inmiddels een omzet van 3,2 miljard euro, bijna 400 miljoen tv-kijkers in 200 landen en 18 rondreizende vrachtwagens vol PR-materiaal waarmee de stadions van de deelnemende clubs worden aangekleed. Van Madrid tot Moskou: overal staan Mastercard en Gazprom op de boarding en krijgen de spelers kippenvel bij dezelfde hymne voor de aftrap. „Die Meister! Die Besten! Les Grandes Équipes! The Champions!”
En nog is het voor een aantal clubs niet genoeg.
Wie mogen meedoen?
Anders dan Edwin van der Sar is Michael Gerlinger nooit profvoetballer geweest. De 45-jarige juridisch directeur van Bayern München was nog in opleiding toen Van der Sar en zijn teamgenoten in 1995 met hun trofee over de Amsterdamse grachten voeren. Van de wetten buiten het veld weet hij des te meer. Hij is een strateeg, een man die blindelings de weg weet in de UEFA-reglementen die Van der Sar zich pas na zijn carrière eigen is gaan maken.
Gerlinger is een van de drie voetbalbestuurders die in 2016 het ‘kartel’ van zeven clubs aanvoert. Hij houdt iedereen op de hoogte en overlegt met de advocaten van Cleary Gottlieb Steen & Hamilton, het kantoor dat de inspiratiebron is voor de tv-serie Suits. De kernvraag: wat zijn de belemmeringen voor een Super League?
Moeten de clubs uit hun nationale competities stappen? En uit de Europese voetbalbond UEFA? Kan de UEFA hen individueel aansprakelijk stellen als de Champions League zonder hen aan waarde verliest?
En puur praktisch: kunnen de advocaten hun factuur door zeven splitsen?
Eind maart bespreken de clubs de eerste bevindingen. In een zaal op de achtste verdieping van het Radisson Blue in Zürich nemen ze de analyse van Cleary Gottlieb door. Goed nieuws: wettelijk staat hen niets in de weg om een eigen Super League te organiseren.
Nieuwe kwesties komen op tafel. Welke clubs mogen meedoen? Kiezen ze voor een gesloten model met vaste clubs? Of een open model, waarbij een deel van de plaatsen via kwalificatie wordt vergeven? En voor wie zijn de vaste plaatsen? Welke clubs mogen bij het genootschap horen? „Tell us the clubs you want in the access list, and we will find the system around it”, staat er uitnodigend in de PowerPoint.
Is Ajax bijvoorbeeld goed genoeg om toe te treden tot dit selecte gezelschap? In de Super League-scenario’s die de zeven aan elkaar mailen wordt Ajax altijd genoemd. De club daalde de afgelopen jaren op de ranglijst van de UEFA, maar het aanzien is altijd gebleven. Volle prijzenkast, rijke historie. Ajax is Cruijff. Ajax is Van Gaal. Ajax is Bergkamp. Iedereen houdt van Ajax.
Zo kijkt Van der Sar ook naar zijn club. Maar in de scenario’s blijkt Ajax steeds net een maatje te klein. De club schurkt tegen het potentiële deelnemersveld aan, maar de vraag is of de gunfactor groot genoeg zal zijn. Ook Olympique Lyon en zelfs Liverpool en Manchester City zitten in de schemerzone. „Ajax loopt altijd maar een paar plaatsen achter en heeft een reële kans op toegang”, mailt Bayern-jurist Gerlinger in april aan de anderen.
Mocht zijn club ooit worden gevraagd voor een Super League, dan zegt Van der Sar waarschijnlijk ja. Maar: de directeur van Ajax is nooit gevraagd. De zeven clubs betrekken hem niet bij hun plan en Van der Sar hoort niets over hun geheime genootschap.
De directeur van Ajax is nooit gevraagd. De zeven clubs betrokken hem niet bij hun plan.
Al heeft hij in het voorjaar van 2016 wel vermoedens dat er iets gaande is. In de Britse tabloid Daily Mail ziet hij foto’s van Engelse clubbestuurders die in een Londens hotel een geheim gesprek over een elitetoernooi zouden hebben gehad. En hij hoort wel eens wat in de wandelgangen. Bits and pieces.
Hervorming Champions League
Het onderwerp passeert ook wel eens in de vergaderingen van cluborganisatie ECA, maar daar hoort Van der Sar nooit een concreet voorstel. Dat zeven medebestuursleden een Super League willen afdwingen, blijft onbesproken, zo blijkt uit de notulen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/11/web-0311zatleakssardef1jpg21554490.jpg|//images.nrc.nl/ZzvoDeVKJ85Rt7t5sTg9_4umLn4=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/11/web-0311zatleakssardef1jpg21554490.jpg)
Edwin van der Sar als doelman van Ajax na de Champions League-winst in 1995. Foto Neal Simpson/Getty Images
Er wordt wel over een verwant onderwerp gepraat: de Champions League. Ook daar hebben de zeven clubs ideeën over. Zolang de Super League er niet is, is het zaak om dat toernooi naar hun hand te zetten. Ze vinden dat hun nationale competities meer startbewijzen en een groter aandeel van de opbrengst verdienen. De mensen kijken toch om de grote clubs uit Italië, Duitsland, Engeland en Spanje te zien. Niet voor Club Brugge.
„Qua opbrengsten is het plafond in zicht”, zegt de vertegenwoordiger van FC Barcelona in april bij een ECA-bijeenkomst in het Hilton op Schiphol. De Champions League brengt jaarlijks 2,4 miljard euro op, grotendeels door de verkoop van uitzendrechten. De vrees is dat zenders niet meer gaan betalen. „Het format moet dringend veranderen”, stelt Barcelona.
Dat het wéér over geld gaat, verbaast andere clubs. „Vorig jaar was iedereen nog tevreden over de inkomsten, nu kennelijk niet meer”, zegt een bestuurder van Anderlecht. Hij oppert zelf een hervorming om meer geld te verdienen. Wat als ze de Champions League uitbreiden van 32 naar 48 clubs?
Van der Sar, die in dit gremium niet alleen Ajax maar de hele Europese subtop vertegenwoordigt, staat aan zijn kant. Zo hebben ze meer kans op plaatsing. Meer toegang is belangrijker dan meer geld. Van der Sar vindt het allang een mooi bedrag, die omzet van 2,4 miljard euro. Had hij het salarishuis van Barcelona, met grootverdieners als Messi, ja, dan zat hij misschien meer op de centen.
Doemscenario
Het is voorjaar 2016. De zeven kartelclubs weten het allemaal: de Super League is een bom onder het Europese voetbal. Zeker als ze niet alleen de Champions League verlaten, maar ook hun eigen nationale competities. Wat stelt de Duitse Bundesliga nog voor als Bayern er niet meer is? Hoeveel eer valt er in Spanje nog te behalen als Real Madrid en Barcelona niet meer meedoen?
„Ik geloof dat we goede PR-adviezen moeten inwinnen voordat we deze controversiële stap zetten”, mailt Arsenal-directeur Ivan Gazidis op 19 mei.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/11/web-0311zatleaksinfantinojpg21568581.jpg)
De clubs bespreken de commerciële route. Hoe gaan ze hun Super League vermarkten? Via een stichting? Een bv? En waar dan: Luxemburg, Londen? Zwitserland kan ook, maar dan moeten de clubs mogelijk over een echt kantoor met Zwitserse werknemers beschikken.
Voor de UEFA, organisator van de Champions League en Europa League, dreigt zo een doemscenario. Wie wil er dan nog naar de Champions League kijken? Bovendien verdeelt de UEFA de inkomsten over alle Europese clubs. Het geld gaat niet alleen naar de deelnemers van de Champions League, ook alle andere clubs in Europa krijgen wat. Jaarlijks stromen er tienduizenden euro’s naar clubjes in Wales, Finland en Albanië.
De UEFA heeft daarom maar één doel: alle kikkers in de kruiwagen houden. En een van de mannen die daarvoor moet zorgen is KNVB-voorzitter en oud-Ajax-baas Michael van Praag. Hij zit in het hoogste bestuur van de UEFA en is in 2016 nog in de race om voorzitter te worden. Met hem en twee andere UEFA-functionarissen wil het kartel wél praten. Bijvoorbeeld in Boedapest, begin mei.
De bespreking verloopt niet naar tevredenheid van de zeven clubs, blijkt uit een boze mail van de Italiaan Agnelli en Bayern-voorzitter Karl-Heinz Rummenigge. „Aan geen van onze verwachtingen is voldaan”, schrijven ze aan Van Praag en de twee anderen. Het minste wat de UEFA kan doen is instemmen met hun compromis: de Champions League moet naar hun smaak worden hervormd, anders stappen ze uit het toernooi. Dat betekent meer vaste plaatsen voor de grote landen, een groter deel van de opbrengst en meer zeggenschap.
Van Praag en zijn medebestuurders reageren afhoudend. Hoe kunnen de clubs toezeggingen verwachten als er officiële kanalen zijn waar dit soort grote veranderingen tot stand horen te komen?
Van Praag en zijn medebestuurders reageren afhoudend, blijkt uit hun reactie per mail. Hoe kunnen de clubs toezeggingen verwachten als er officiële kanalen zijn waar dit soort grote veranderingen tot stand horen te komen? Het gesprek in Boedapest was toch maar een eerste persoonlijke ontmoeting? En voor alle helderheid vragen ze aan Agnelli en Rummenigge: „Zou u zo vriendelijk willen zijn te vertellen namens wie u spreekt?” Ook tegenover de UEFA blijft het kartel schimmig.
Weinig discretie
In de weken hierna blijft het genootschap in de weer met hun Super League. Zo bedenken ze een naam voor de op te richten vennootschap, waarin de rechten worden ondergebracht. Discreet zijn ze nauwelijks meer, het bedrijf moet gewoon Super League gaan heten. „Het is juist de bedoeling dat bekend wordt dat we dit bedrijf hebben opgericht”, schrijft Bayern-jurist Michael Gerlinger aan zijn complotgenoten.
Ook al doet de UEFA formeel geen toezeggingen, toch komt ze in beweging. De bond doet voorstellen die steeds meer opschuiven naar het compromisvoorstel van de grote clubs. Begin augustus organiseren functionarissen van de UEFA een bijeenkomst met de zeven clubs in een restaurant op het vliegveld van Genève. Het is een ‘handshake meeting’. Men is het eens geworden.
De mannen zijn klaar voor de laatste zet in het schimmenspel. Monaco, 25 augustus. Daar moet de hervorming van de Champions League officieel worden goedgekeurd.
Onheil op komst
Voordat hij eind augustus naar Monaco vliegt voor een vergadering van cluborganisatie ECA, heeft Edwin van der Sar in de wandelgangen al een en ander opgevangen over waar het heen gaat met de Champions League: vanaf 2018 wordt het toernooi nóg exclusiever. En dat is slecht voor Ajax.
In het nieuwe model worden landskampioenen uit middelgrote competities als de eredivisie niet meer automatisch toegelaten tot de Champions League. Twee rechtstreekse startbewijzen gaan naar extra clubs uit Italië en Duitsland, die toch al ruim vertegenwoordigd waren. Eerst hadden minimaal zeventien landen toegang tot het toernooi. Straks zijn dat er nog minimaal veertien.
Ook de financiële verdeelsleutel verandert. De totale inkomsten zullen groeien van 2,4 naar 3,2 miljard euro, maar de verdeling van het geld wordt schever. Relatief wordt er minder geld besteed aan solidariteitspremies voor clubs die niet aan de Champions League meedoen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data36008192-f2ec04.jpg)
Ook binnen het toernooi neemt de ongelijkheid toe. Naast de startpremie die voor iedereen gelijk is, komt er een extra bonus, die gebaseerd is op prestaties uit het verleden. Real Madrid krijgt een veelvoud van wat een opkomende club als Viktoria Pilzen krijgt.
Wanneer Van der Sar die dag het Méridien Beach Plaza Hotel aan de Middellandse Zee binnenstapt, weet hij dat bijsturen moeilijk gaat worden. Draagvlak binnen de ECA zal zeer gewenst zijn, anders is het moeilijk voor de UEFA om iets aan het model te veranderen.
De zeven kartelclubs zijn ook aanwezig; zij zitten allemaal in het vijftienkoppige bestuur van de ECA. Sterker nog, de grote clubs hebben een meerderheid van de stemmen. Protest van de rest doet er weinig toe.
Alles op alles zetten
Direct na de bijeenkomst staat in hetzelfde hotel een vergadering gepland van de UEFA-commissie die over de competitieopzet gaat. Michael van Praag heeft zich daarvoor afgemeld. Er is wel een andere Nederlander aanwezig: Peter Fossen, de operationeel directeur van PSV die sinds 2014 in de UEFA-commissie zit.
Fossen en Van der Sar hebben de avond ervoor nog overlegd. Ze gaan alles op alles zetten om de belangen van de kleinere landen te verdedigen. De twee Nederlanders vinden het niet te verkroppen dat landskampioenen van middelgrote landen, inclusief Nederland, hun tickets dreigen te verliezen. Italië krijgt voortaan niet twee maar vier vaste plekken. Maar is de nummer vier van Italië nou echt beter dan de nummer één van Nederland?
In de Atlantique East Meeting Room presenteert Bayern-voorzitter Karl Heinz Rummenigge de plannen aan het bestuur van de ECA. Rummenigge, dan nog ECA-voorzitter, zegt het te betreuren dat „de communicatie met de clubs niet ideaal was”, maar dat UEFA om „strikte vertrouwelijkheid” had gevraagd. Van der Sars vragen vinden geen weerklank. Er wordt niet gestemd, maar simpelweg vastgesteld dat het bestuur unaniem akkoord gaat.
Later die dag, in de UEFA-vergadering, overkomt Peter Fossen hetzelfde. Hij vraagt om uitleg: waarom zou deze opzet voor iedereen een verbetering zijn? Kunnen ze niet wat langer de tijd nemen om erover na te denken? Het blijft letterlijk stil. Nog diezelfde dag zet het bestuur van de UEFA een handtekening onder het nieuwe model van de Champions League.
‘Verder weg dan ooit’
Was het chantage van de zeven clubs? Was het verraad? Doet dat er nog toe?
De ironie wil dat zowel Ajax als PSV momenteel profiteert van de hervorming waar ze in 2016 tegen waren. PSV doorstaat in de zomer één voorronde van de Champions League, Ajax liefst drie. De clubs bereiken het hoofdtoernooi en verdienen vele miljoenen meer dan ze in het oude model zouden doen. Zeker Ajax, op basis van gewonnen Europacups uit het verleden.
Op het veld imponeert Ajax als vanouds. In München ziet Van der Sar hoe zijn ploeg met 1-1 gelijkspeelt tegen het grote Bayern. De knock-outrondes liggen in het verschiet.
„Niemand hoeft meer bang te zijn voor een Super League”, zei jurist Gerlinger afgelopen september nog. Die is „verder weg dan ooit.”
Of toch niet?
Half oktober 2018 ontvangt Real Madrid een e-mail van een Spaans consultantsbureau. Het onderwerp: „Conceptovereenkomst van de 16”. In de bijlage zit een gedetailleerd document van dertien pagina’s dat op een nog onbepaalde dag in november moet worden ondertekend. Op de laatste pagina’s staan lijntjes voor de handtekeningen van zestien clubs.
Als de clubs akkoord gaan, komt er wat hen betreft in 2021 een ‘Europese Super League’. De rechten worden ondergebracht in een apart bedrijf, het woord UEFA komt niet in het stuk voor. Op papier is het kartel van zeven uitgebreid naar elf. Grootste aandeelhouder wordt Real Madrid, met bijna 19 procent. Daarna volgen Barcelona, Manchester United, Bayern, Chelsea, Arsenal, Juventus, Paris Saint-Germain, Manchester City, Liverpool en AC Milan.
Vijf andere clubs mogen meedoen als ‘gasten’: Atlético Madrid, Borussia Dortmund, Olympique Marseille, Inter Milan en AS Roma. De elf overwegen de creatie van een tweede divisie, zodat er ruimte is voor promotie en degradatie. Alleen voor de gasten dan, de elf oprichters kunnen niet degraderen.
Concept voor een Europese Super League













Het toernooi krijgt eigen scheidsrechters, eigen sancties op overtredingen en eigen financiële regels. Jaarlijks wordt 10 procent van de brutowinst als dividend uitgekeerd aan de clubs. Eind juni volgend jaar moeten de uitzendrechten voor drie seizoenen verkocht zijn.
De status van het document is onbekend. Bayern München zegt „het document noch de inhoud ervan te kennen”. Ook PSG zegt van niets te weten. Andere clubs reageren niet op vragen of weigeren commentaar.
Is dit een proefballon van Real? Of een nieuw complot? Zolang niemand wil reageren, is dat onduidelijk. Eén ding is zeker. Ajax, de club waar iedereen van houdt, is er niet bij.