Museum Boijmans gaat zeven jaar dicht voor verbouwing

Het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen gaat van 2019 tot 2026 dicht voor een grootschalige verbouwing. De collectie zal in de tussentijd op diverse plekken te zien zijn, waaronder in andere musea in de stad.

Verantwoordelijk wethouder Said Kasmi (D66) en museumdirecteur Sjarel Ex maakten donderdag bekend dat de stad kiest voor het duurste verbouwingsscenario. Voor 223,5 miljoen euro krijgt Rotterdam dan een ‘toekomstbestendig’ museum, dat in plaats van de huidige ruim 300.000 bezoekers, straks jaarlijks 500.000 bezoekers moet trekken.

Twee andere scenario’s waren vooral gericht op de noodzakelijke asbestsanering, achterstallig onderhoud en duurzaamheidsmaatregelen. De 50 miljoen extra voor het toekomstbestendige plan moet voor een deel uit de markt komen. Eerder investeerde de Rotterdamse miljardairsfamilie Van der Vorm bijvoorbeeld in het Collectiegebouw, dat in 2020 naast Boijmans zijn deuren opent. In dat openbaar toegankelijk depot kunnen bezoekers meekijken met restauraties, er zullen 150.000 werken te zien zijn.

Voor de renovatie is nog geen architect aangetrokken, maar museumdirecteur Ex presenteerde al wel een ‘denkrichting’. Daarin krijgt het binnenplein van Boijmans een glazen overkapping, komen er ruimere entrees, waaronder ook aan de kant van het Museumpark, en wordt de route door het museum helderder.

Asbestsanering

Dat de verbouwing zeven jaar gaat duren, heeft te maken met de asbestsanering. Die kan niet langer op zich laten wachten, liet het college van B en W eind vorig jaar al weten. De staat van het gebouw is slecht: er is sprake van wateroverlast, het pand zit vol asbest en het voldoet niet aan de laatste brandveiligheidseisen. Deze aanpassingen alleen al kosten drie à vier jaar.

Directeur Ex noemde het besluit van B en W om te kiezen voor het dure scenario „een waanzinnig moment voor de toekomst van het museum”. Het museum gaat niet dicht, onderstreepte hij, „het is in transit”. Delen van de collectie zullen voortdurend ergens te zien zijn, waaronder in de oude V&D op het Zuidplein, bij zeven andere musea in Rotterdam en in musea in het buitenland.

Cultuurwethouder Kasmi zei dat „goed en degelijk is gerekend” om te komen tot het bedrag van 223,5 miljoen euro. Na de verbouwing kan Boijmans Van Beuningen zich volgens hem „meten met het Prado in Madrid, het Rijks in Amsterdam en het MoMa in New York”. De gemeente Rotterdam is eigenaar van het gebouw en het grootste deel van de collectie. De gemeenteraad beslist begin december over het plan.

Het besluit voor een toekomstbestendige renovatie is gebaseerd op een advies van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur. Die noemt dit scenario „passend bij een wereldstad als Rotterdam”. Tegelijk wordt geadviseerd de periode van de verbouwing te gebruiken als leermoment: wie zijn de bezoekers die het museum de komende decennia wil binnenhalen?

In dat verband zou het profiel van het museum moeten worden aangescherpt: „De collectie van Museum Boijmans Van Beuningen is eigenlijk een verzameling van deelcollecties met grote kwaliteiten. Hoe kan MBVB in een vaste tentoonstelling de kern van de collectie naar boven halen, waardoor die een groter appèl doet aan het publiek om te komen kijken?”

Ook wordt in het advies een lans gebroken voor een beter gebruik van het Museumpark, de open ruimte tussen Boijmans, Kunsthal en Natuurhistorisch Museum, met vlak in de buurt ook nog Museumwoning Huis Sonneveld, Chabot Museum en het Nieuwe Instituut. Het Museumpark is „de laatste jaren een beetje verloederd”, terwijl het een culturele hotspot zou moeten en kunnen zijn.

Dit bericht is om 13.45 uur aangevuld.

Correctie 1 november 2018, 15.30 uur: In dit artikel stond dat in het Collectiegebouw 70.000 werken te zien zullen zijn. Het juiste aantal is 150.000.