VS willen einde geweld in Jemen

De Verenigde Staten roepen alle betrokken partijen op om de vredesbesprekingen van de VN, die een einde moeten maken aan het geweld in Jemen, te steunen. Dat schreef minister van Buitenlandse Zaken Michael Pompeo dinsdag. De VN-coördinator voor noodhulp luidde vorige week de noodklok over de verder verslechterende situatie in Jemen. Hongersnood zou dreigen voor de helft van de bevolking.

In feite is Jemen het strijdtoneel tussen Saoedi-Arabië en Iran. Mocht de internationale kant van de oorlog eraf gaan, dan is de Jemenitische bevolking nog steeds het slachtoffer.

“Het is nu tijd om de vijandigheden te stoppen, waaronder raket- en drone-aanvallen vanuit Houthi-gebied op Saoedi-Arabië”, zei Pompeo. Ook moet de internationale coalitie, onder leiding van Saoedi-Arabië, stoppen met luchtaanvallen in bevolkte gebieden. Bij de bombardementen vallen veel burgerslachtoffers.

Staakt-het-vuren

Minister van Defensie James Mattis zei dinsdag dat binnen dertig dagen een staakt-het-vuren bereikt moet zijn, meldt persbureau Reuters.

De Verenigde Staten willen de vredesbesprekingen onder leiding van de speciaal VN-afgezant voor Jemen, de Britse diplomaat Martin Griffiths, in november starten. Daar moeten afspraken gemaakt worden om de oorzaken van het conflict aan te pakken en de grenzen te demilitariseren, schreef Pompeo. Ook moet er internationaal toezicht komen op “alle grote wapens”. In september mislukten vredesonderhandelingen onder leiding van de VN omdat de strijdende Houthi-rebellen niet deelnamen aan de besprekingen.

Humanitaire crisis

Volgens Pompeo zal het stoppen van het geweld en het herstellen van het politieke proces ook de humanitaire crisis in Jemen verlichten. De VN verstrekt iedere maand aan acht miljoen mensen voedselhulp. De helft van de bevolking, 14 miljoen Jemenieten, dreigt volgens nieuwe berekeningen van de VN volledig afhankelijk te worden van noodhulp.

Lees ook de column van Midden-Oosten expert Carolien Roelants: Het beleg van Jemen, met het Westen als medeplichtige.

In 2014 verjoegen Houthi-rebellen, die een tak van het shi’isme aanhangen, de zittende president en veroverden de hoofdstad Sana’a. Een aantal soennitische landen, onder leiding van Saoedi-Arabië begonnen daarop een reeks bombardementen, omdat zij vreesden voor uitbreiding van de invloedsfeer van het eveneens shi’itische Iran. Iran zou de Houthi’s steunen met materieel, maar heeft dat altijd ontkend. Bij de luchtaanvallen vallen veel burgerslachtoffers: vorige week vielen er 19 doden na een bombardement in de buurt van de havenstad Hodeida.

Naast deze internationale strijd wordt het land verscheurd door talloze lokale conflicten. Schattingen over het dodental sinds de start van het conflict lopen op tot 50.000.