We leven in een tijd van wankele politici – zelfs Angela Merkel moet er aan geloven. Nu ze haar partijvoorzitterschap heeft opgegeven zullen nieuwe verkiezingen in Duitsland niet zo heel lang meer op zich laten wachten. Wie geen partij meer kan leiden, kan zeker het land niet meer leiden. Het enige wat haar regering bij elkaar houdt is angst voor een afstraffing door de kiezers.
Merkel heeft het – net als haar leermeester Helmut Kohl – moeilijk met afscheid nemen. Ze heeft zich zozeer opgeworpen als hoeder van de stabiliteit dat ze onderhand een bron van onrust is geworden. Dat neemt niet weg dat haar politieke leven indrukwekkend is. Ze heeft als geen ander laten zien dat politiek ook echt een ambacht is.
Dat is een voorbeeld in een tijd dat ministers en parlementariërs komen en gaan. Die hoge omloopsnelheid heeft alles te maken met de druk van de media: meer dan ooit is het parlement een glazen huis. De afbladdering van politici vloeit daar uit voort. Want de politiek is niet incompetenter of corrupter dan het bedrijfsleven, de journalistiek, de universiteit of de sport. Het verschil is het permanente vergrootglas waaronder alle tekorten genadeloos zichtbaar worden.
De maatschappelijke waardering van de politiek als ambacht is veel te laag. Dat wordt gevoed door de neerbuigende toon in de journalistiek. Het merendeel van de columnisten staat – met gepaste eerbied – in de traditie van Multatuli, die al lang geleden volksvertegenwoordigers kenschetste als „parmantige vodden”.
Dat wegwerpende gebaar komen we op een andere manier ook tegen in het bedrijfsleven. Neem een ondernemer als Wisse Dekker van Philips, die zichzelf in 1991 in de Volkskrant wegdroomde als premier: „Ik zou met mijn vakministers een plan uitwerken. En dan zou ik zeggen: het parlement, daaraan moet je inderdaad verantwoording afleggen. Maar laat dat zich een jaar of drie stilhouden en de kans geven aan de ministers om de zaak te regelen.”
Wat Dekker niet begreep is dat het verzoenen van conflicterende belangen in een internationale omgeving veel oefening en geduld vergt. De samenleving is geen bedrijf. Politici nemen onder tijdsdruk en altijd met beperkte informatie beslissingen die miljoenen mensen raken en niet zomaar uitgevlakt kunnen worden.
Merkel belichaamde die avond de toewijding waarmee ze het zo lang heeft volgehouden
Wie het niveau van veel debatten in de kamer ziet, weet dat er genoeg is om je dood aan te ergeren. Toch mogen we wel wat voorzichtiger omspringen met onze volksvertegenwoordigers. De driehoek van de media, politiek en bureaucratie is een ingewikkeld krachtenveld. De politici die zich daarin bewegen staan voor de moeilijkste opdracht, al was het maar omdat voortdurend hun motieven in twijfel worden getrokken.
Er is veel tijd nodig om een ambacht onder de knie te krijgen. Dat geldt voor meubelmakers, hardlopers en romanschrijvers – waarom zou dat niet gelden voor politici? Daarom is het idee dat mensen zich vier jaar uitlenen aan de politiek zo’n slecht idee. Om een spoor te trekken zijn minstens acht tot tien jaar nodig. De belangrijke politici zijn degenen die van de democratie een levenswerk maken.
Over de afkeer van politiek als ambacht zei de Britse politicoloog David Runciman in NRC: „Ik geloof nog altijd dat juist het vermogen om je door een crisis heen te rommelen de grote kracht van de democratie is.” Maar ook hij ziet dat er wel een prijs wordt betaald voor de manier waarop de economische crisis werd overwonnen: „De catastrofe bleef uit, maar er was geen sprake van een katharsis, de schuldigen werden niet gestraft.”
De uitkomsten van de democratische politiek schieten vaak genoeg tekort in deze woelige wereld. Runciman: „Het gevoel zeggenschap verloren te hebben gaat gelijk op met het gevoel te zijn verraden door een politieke klasse.” Dat controleverlies vraagt om betere voorstellen hoe democratie in een tijd van globalisering vorm kan krijgen. Een algeheel wantrouwen tegen de ‘politieke klasse’ brengt ons niet verder.
Jaren geleden ben ik met enkele genodigden in Berlijn op bezoek geweest bij Angela Merkel. Ze liet ons het Bundeskanzleramt zien en vertelde over de symboliek van het gebouw. Het was niet gemakkelijk geweest om een weg te vinden tussen de historische noodzaak tot bescheidenheid in Duitsland en het gegeven dat het land nu eenmaal een centrale plaats inneemt in het huidige Europa. Ze had het ook over zichzelf.
Het gespreksonderwerp van die avond was immigratie en islam. Er zijn genoeg redenen om kritisch te zijn over haar politieke keuzes. Maar ik was onder de indruk: op geen enkele manier probeerde ze zichzelf te laten gelden, haar vragen werden geleid door oprechte belangstelling. Merkel belichaamde die avond de toewijding waarmee ze het zo lang heeft volgehouden.