Opinie

Als burgers asielkinderen zoeken, mag de politie niet alleen maar toezien

Veiligheidscolumn Doe-het-zelf ‘policing’, ook over grenzen heen – burgers en onderzoeksjournalisten zijn er al mee begonnen. Waarom zou de politie aan de kant blijven staan, vraagt hoogleraar Piet van Reenen zich af.

2003, vluchtelingen in Albanië in de rij bij het uitdelen van voedsel.
2003, vluchtelingen in Albanië in de rij bij het uitdelen van voedsel. Foto Maurice Boyer

‘Lost in Europe’ heet het project. Ik hoorde er over op Argos, het onderzoekprogramma van de VPRO.  Jonge onderzoeksjournalisten  stuitten min of meer bij toeval op verdwenen minderjarige asielzoekers. Ze ontdekten dat die verdwijningen een Europese dimensie hebben, dat er heel weinig over bekend is en dat er even weinig aandacht voor is. Ze zijn gewoon weg.

Ingedoken

In de jaren negentig vlamde in ons land het probleem van de AMA’s, de onbegeleide minderjarige asielzoekers, kort op als politiek aandachtspunt, maar nadat het onder controle leek was het even snel weer uit de aandacht verdwenen. Deze groep jonge onderzoeksjournalisten  is er nu ingedoken. “Naar schatting 10.000 vluchtelingenkinderen in Europa zijn spoorloos door gaten in de regelgeving.[…] Het doel van Lost in Europe is om met de hulp van Europese burgers te achterhalen hoe deze minderjarigen kunnen verdwijnen.”

Het onderzoekscollectief heeft fondsen geworven om er een echt experiment van te maken. Journalisten uit België, Italië en Groot-Brittanië  hebben zich aangesloten, vanuit de Rijksuniversiteit Groningen komt wetenschappelijke ondersteuning op gang. Ngo’s doen mee.

Beweging

Houd dit initiatief in de gaten; het is deel van een beweging in Europa en daarbuiten die snel in omvang en belang groeit. Er is mobilisatie van burgers, journalisten, ngo’s en belangengroepen. En vooral het gebruik van sociale media en data-analyse om een maatschappelijk probleem op de agenda te krijgen, informatie te verzamelen, te analyseren en vervolgens via publicaties en andere interventies aan een oplossing proberen bij te dragen. De journalistiek zoekt nieuwe vormen.

Lost in Europe is een deel van die vernieuwingsbeweging, journalistiek op de grens van ‘sosiale aksie’, zoals het in de jaren tachtig heette, maar nu met sociale media en dus ook zonder landsgrenzen. Het internationale burgerplatform AVAAZ is een ander voorbeeld van deze nieuwe vormen van activisme, socialemediadynamiek  en journalistiek. AVAAZ heeft aangifte gedaan tegen twee Nederlandse bedrijven voor betrokkenheid bij witwassen in Kazachstan.

Deel  van deze beweging is wat voorlopig  do it yourself policing is genoemd. Groepen burgers nemen het heft in handen om hun veiligheidsbelangen te behartigen of hun gevoel voor rechtvaardigheid om te zetten in collectieve actie.  Steeds spelen sociale media daarin een belangrijke rol.  Soms doen overheid en politie mee, vaak ook niet.

Do it yourself policing is vanuit de bestaande orde licht verontrustend. Het  verstoort de bestaande verhoudingen in de opsporing en de bredere veiligheidszorg, omdat rollen en verantwoordelijkheden opnieuw worden verdeeld, nieuwe en vaak virtuele organisatievormen ontstaan en nieuwe spelers mee gaan doen. Ook hier vernieuwing dus, ook hier kenmerken van een beginnende beweging.

Vrijelijk spreken

Het project Lost in Europe is ook  een soort do it yourself policing. Het is in ieder geval het begin ervan, want het zoekt antwoord op de vraag wat er aan de hand is. Waar de verdwenen meisjes en jongens  gebleven zijn, wat er met hen gebeurd is. Wie en  welke netwerken in die verdwijning een rol hebben gespeeld en wie verantwoordelijk is. En Lost in Europe doet dat met methoden die journalisten en burgers ter beschikking staan. Onderzoeksjournalisten garen vrijelijk nieuws. Ze zijn niet gebonden aan de beperkingen die de politie heeft, hoeven als ze naar het buitenland gaan geen rechtshulpverzoeken in te dienen en kunnen met iedereen vrijelijk spreken. Onderzoeksjournalisten kunnen het web op. Ze kunnen deskundigen mobiliseren.

Dat geldt ook voor burgers. Die gaan gewoon kijken wat er aan de hand is zonder meteen in de bureaucratische verwikkelingen van systematische observatie terecht te komen, zoals dat in de wetgeving heet. Combinaties van onderzoeksjournalisten, burgers, ngo’s en wetenschappelijke experts kunnen krachtige vormen van do it yourself policing ontwikkelen, sneller dan overheden, vaak slimmer dan overheden. En over grenzen heen.

Elkaar vinden

Waarom zou de politie daarbij aan de kant blijven staan? Waarom geen vormen zoeken waarbij de opdracht van de politie en de ambitie van burgerinitiatieven en onderzoeksjournalisten elkaar vinden? Waarom op dit snel groeiende gebied geen invulling geven aan de ambitie van de politie om mee te innoveren,  om een “innovatie-expeditie  in beweging te krijgen” zoals de korpschef  op het  innovatiecongres aankondigde?

Natuurlijk zijn er allerlei beren op de weg: journalistieke onafhankelijkheid, politiële geheimhouding en politieke neutraliteit van de politie om er maar een paar te noemen. Maar “praktijkontwikkeling als strategie” in de digitale wereld die de korpsleiding voorstaat, heeft juist deze kansen nodig om al doende  ook de politie mee te kunnen nemen in de nieuwe werkelijkheid  zonder grenzen. Het zou mooi zijn als Lost in Europe zou kunnen worden afgesloten met een ‘Found in Europe’-publicatie waarin de ervaringen van het experiment zijn te vinden en de condities voor het succes van projecten waarin journalisten, burgers, ngo’s, wetenschap en politie deelnemen.

De Veiligheidscolumn wordt geschreven door criminologen en politiedeskundigen. Piet van Reenen was politieman, onderzoeker, directeur van de Politieacademie en hoogleraar Politie en Mensenrechten.