De curator kijkt mee welke medicijnen patiënten krijgen

Artsen in het failliete IJsselmeerziekenhuis in Lelystad staan onder zware druk. De curator kijkt mee of patiënten niet te dure medicijnen krijgen. Andere ziekenhuizen proberen personeel weg te lokken.

Artsen in het failliete IJsselmeerziekenhuis in Lelystad staan onder zware druk.
Artsen in het failliete IJsselmeerziekenhuis in Lelystad staan onder zware druk. Foto Robin Utrecht/ANP

Het IJsselmeerziekenhuis met vestigingen in Lelystad, Dronten en Emmeloord mag dan wel sinds donderdag failliet zijn, het draait nog volledig. Want er is in de Flevopolder voor de meeste patiënten simpelweg nog geen alternatief. Alleen de kinderafdeling en verloskunde zijn al dicht.

Jasper Zwiers, orthopedisch chirurg, vertelt namens de medische staf van het IJsselmeerziekenhuis dat artsen en verpleegkundigen hun werk onder zware druk moeten doen. Ze voelen de ‘marktwerking’ in de zorg nu in volle hevigheid, vertelt hij.

Sinds dinsdag – toen voor Slotervaart en IJsselmeerziekenhuizen surséance werd aangevraagd - trekken detacheerders en andere ziekenhuizen uit de regio aan hun personeel. „Kom bij ons werken! Grijp deze kans!”

Zij hebben te weinig personeel en willen dat van het IJsselmeerziekenhuis, zegt Zwiers. „Maar onze verpleegkundigen en artsen mogen van de curator helemaal niet weg. Wij zijn nu van de curatoren. Wij moeten - en willen - nu hier nog zorg leveren aan onze patiënten.”

Lees ook de analyse over het faillissement van de ziekenhuizen: Simpele antwoorden op de schuldvraag in het zorgdebacle zijn er niet

Bovendien: als een ziekenhuis niet draait, is ‘de boedel’ niks meer waard. Dat is van belang bij eventuele overnames. Het personeel hoopt dat het ziekenhuis intact blijft en op korte termijn wordt overgenomen door een andere serieuze partij. Veruit de meeste artsen in het IJsselmeerziekenhuis zijn in loondienst.

Om die reden alleen al, spuugt Zwiers het begrip „stapel stenen” uit, waar minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport, VVD) vrijdag over sprak. Het rijk gaat geen noodlijdende ziekenhuizen redden, zei Bruins in reactie op het faillissement van MC Slotervaart in Amsterdam en de IJsselmeerziekenhuizen. Patiënten moeten maar ergens anders heen. „We zijn niet de bank”, aldus Bruins. „Het gaat ons niet om het bewaken van een stapel stenen.”

Chirurg Zwiers reageert: „Een stapel stenen? We hebben een relatie met onze patiënten. Zij vertrouwen ons. Ze vinden het al erg als iemand ánders de anesthesie toedient dan de persoon die ze eerder die week hadden ontmoet. Patiënten houden van vaste gezichten.”

Goede artsen werken niet alleen maar volgens protocollen en richtlijnen, maar kijken naar het individu, zegt Zwiers. „Dat ontken je allemaal als je zegt dat een ziekenhuis een stapel stenen is en dat je de patiënten hupsakee met hun dossier naar een andere stapel stenen kunt verplaatsen.”

Waar moeten zieke kinderen naartoe als het ziekenhuis sluit? En krijgen verpleegkundigen wel een andere baan? Lees daarover: Vol emotie, maar toch doorwerken

Begripvolle curator

Het ziekenhuis is volgens Zwiers nog gezegend met een begripvolle curator, die nu de hele dag door leveranciers van personeel én medicijnen moet overtuigen dat er voorlopig echt betaald zal worden. Daar heeft zorgverzekeraar Achmea voor gezorgd: er is voorlopig geld beschikbaar voor de zorg; elke week bekijkt de stafleiding met de curator wat er nodig is. Zwiers: „Neem het product dat bloedvaten openhoudt. Dat kost veel geld. Maar het kan het verschil zijn tussen géén been meer en wél je been behouden. De curator weet dat niet en vraagt dus de hele dag aan ons: hebben we dit nodig of niet? Maar haar team is geweldig: als wij ja zeggen, zeggen zij ook ja.”

Voor goede zorg moet je eigenlijk altijd drie weken vooruit kunnen kijken, zegt Zwiers. „Want leveranciers kunnen niet altijd zomaar binnen een of twee dagen personeel of medicatie leveren. We moeten kunnen plannen. Nu gaan we elke maandag bedenken welk bedrag Achmea ons moet geven. Onze managers vormen nu een soort crisisteam. Ze hebben amper tijd om goede plannen voor een nieuwe organisatie te bedenken.”

Bewoners van het platteland moeten eraan wennen dat ze verder moeten reizen voor hoogwaardige zorg en dat er niet in elke regio een ziekenhuis zal staan, zeggen zorgeconomen. Onder die noemer verdwenen of krompen de ziekenhuizen in Dokkum, Vlissingen, Hoogeveen en andere excentrische plaatsen al. Elke burger moet binnen 45 minuten met de ambulance bij een ziekenhuis kunnen komen, zegt de wet. En als dat kan, is er geen klein streekziekenhuis nodig.

Maar, zegt Zwiers, ook voor alle andere zorg is 45 minuten veel. „Wij hebben hier allemaal ouderen die met de bus komen. Als die naar Harderwijk of Zwolle gaan, zijn ze straks anderhalf uur onderweg. Een uur in het ziekenhuis en anderhalf uur terug. Dan is naar het ziekenhuis gaan, wat veel ouderen een paar keer per maand moeten, een dagtaak.”