Reportage

Vol emotie, maar toch doorwerken

Lelystad Waar moeten zieke kinderen naartoe als het ziekenhuis sluit? En krijgen verpleegkundigen wel een andere baan?

Foto Bram Petraeus

De IJsselmeerziekenhuizen, waaronder het Zuiderzeeziekenhuis in Lelystad, werden donderdag failliet verklaard. Betrokkenen doen hun verhaal.

De patiënt: Mevrouw Visser (39)

Een verstokte roker als mevrouw Visser (39) uit Lelystad krijg je niet zomaar uit het rookhok tegenover het Zuiderzee MC – zelfs niet met een longontsteking. Sinds een week verblijft Visser – die niet met haar voor- én achternaam in de krant wil – in dit ziekenhuis in Lelystad. Het is de zesde keer dat ze wordt opgenomen in een paar jaar. „De verpleegkundige had donderdagochtend al tegen me gezegd: ‘Het is maar de vraag of je vanavond warm eten krijgt’.” Eigenlijk vond ik het al raar: we krijgen bijna elke dag snijbonen of spinazie. Een paar jaar geleden was dat wel anders. Er werd elke dag vers gekookt.” De hygiëne is er ook niet beter op geworden, zegt mevrouw Visser. „Het beddengoed is sinds afgelopen zaterdag niet meer verschoond. Ik neem mijn eigen beddengoed mee. En er is – je kunt nooit helemaal tegenhouden – ongedierte, vliegjes en zo. Het is overal vies. Als een kop koffie omvalt, boent niemand het: na drie uur ligt de koffie er nog steeds. Eigenlijk was ik allang klaar met dit ziekenhuis. Voor operaties kwam ik hier al niet meer. Maar als je voor even snel bloed prikken naar Almere of Harderwijk moet, is dat wel een drama.”

De verpleegkundige: Mieke Kalhoven (62)

Mieke Kalhoven (62) weet eigenlijk niet beter, ze werkt haar hele leven in de zorg; 25 jaar in Amsterdamse ziekenhuizen, het Binnengasthuis en het Academisch Medisch Centrum; 18 jaar in het Zuiderzeeziekenhuis in Lelystad. Ze werkt er fulltime als verpleegkundige op de afdeling chirurgie en urologie. Wat doe je als je hoort dat al het ziekenhuispersoneel wordt ontslagen, inclusief jezelf? „Ik was vanmiddag bij de Plus supermarkt boodschappen aan het doen en vroeg of ze nog vacatures hadden openstaan. Ik kreeg gelijk een folder mee. 44 jaar doe ik dit werk. En nu sta ik ineens op straat. Ik denk niet dat ik op mijn leeftijd snel iets anders vind. Mijn man is arbeidsongeschikt en ontvangt een uitkering. Ik moet de bank nog bellen. Ik kan deze maand mijn hypotheek niet betalen, omdat nog niet bekend is wanneer ons loon gestort wordt. De komende weken moeten we fris en fruitig doorwerken alsof er niets aan de hand is. Sommige patiënten snappen niet wat er gebeurd is, vooral ouderen niet. Die reageren soms verkeerd. Er komt misschien een doorstart. Moeten we dan opnieuw solliciteren? Wij hebben hier niet om gevraagd. Mijn hoofd zit vol.”

Veel ziekenhuizen kampen met een te krap budget

De actievoerder: Nadia van Meer (25)

Nadia en Niels van Meer, plus drie kinderen, zitten donderdagavond in een lege zaal van het provinciehuis van Flevoland in Lelystad. Ze kijken naar een groot scherm: burgemeester Ina Adema is in de zaal ernaast aan het woord over het faillissement van het ziekenhuis. Geen ziekenhuis in Lelystad? Als iemand kind aan huis is in het Zuiderzee MC, is het de familie Van Meer. Minstens een paar keer per maand komen ze er, zegt Nadia van Meer (25). Donderdag startte ze een Facebookpagina. Die bepleit het voortbestaan van het ziekenhuis, de groep heeft meer dan 400 leden. „Wij hebben vier kinderen. Ze zijn 5, 4, 2 en 1,5 jaar oud. Mijn zoontje van 1,5 heeft een groei- en ontwikkelingsachterstand. En drie van mijn kindjes zijn heel gevoelig en hebben vaak infecties. Ze worden supersnel ziek. Ik kan de klok er op gelijkzetten: zodra het weer verandert, worden ze ziek. Het zou een ramp voor ons zijn als het ziekenhuis in Lelystad verdwijnt en we naar Almere moeten. Als ik met Boazs (2) de trein neem wordt hij al ziek. Ik merkte al een tijdje dat het niet zo goed ging met het ziekenhuis. Het personeel is onderbezet en moet heel hard werken. Mijn buurvrouw werkt er ook. Het is de vraag wanneer zij, een alleenstaande moeder met twee kinderen, haar salaris krijgt. Ik zou er niet willen werken. Eerlijk is eerlijk: het is geen geweldig ziekenhuis. Maar liever een slecht ziekenhuis dan helemaal geen.”

De arts: Giel van Stralen (45)

De pizzabezorger komt donderdagavond met een stapel dozen de slecht-nieuws-ruimte van het Zuiderzeeziekenhuis ingelopen. Koop jij nog even bier en wijn, vraagt gynaecoloog en voorzitter van de medische staf Giel van Stralen (45) aan een collega. Ik heb de pizza’s zelf betaald, zegt Van Stralen, zes jaar werkzaam als gynaecoloog in het Zuiderzeeziekenhuis, waar jaarlijks elfhonderd vrouwen bevallen. „De fase waar het ziekenhuis nu in zit, is uiterst risicovol. 850 mensen zijn hun baan kwijt. Iedereen is emotioneel, maar we moeten nog wel doorwerken. De toekomst is ongewis. We hebben gezworen dat we goede zorg bieden aan onze patiënten. Of je daar nou voor betaald krijgt of niet. Ik voel me er verantwoordelijk voor dat mijn collega’s veilig kunnen doorwerken. Sinds donderdag hebben we twee keer per dag een crisisoverleg. Daar bespreken we de knelpunten. Kunnen we de juiste zorg nog leveren? Zijn er nog genoeg medicamenten? Die kunnen een probleem gaan vormen. In deze regio wonen ongeveer 180.000 mensen. Veel van hen hebben weinig middelen. Soms zit er iemand voor je met een complexe aandoening. Als je zo’n persoon vertelt: ‘U moet in het vervolg naar het AMC’, verzucht die: ‘Hoe kom ik daar dan?’”