Opinie

Voorspel van een klassenoorlog

Verenigde Staten De sfeer in Amerika voelt als het voorspel van een klassenoorlog, schrijft aan de vooravond van de midterm-verkiezingen. En dat is niet alleen de schuld van president Trump.
Illustratie Tzenko

Amerika is nog nooit zo verdeeld geweest, horen we. Niet geloof, etniciteit, sekse, ras of identiteit, zelfs niet ideologie verdeelt Amerikanen, maar partijloyaliteit. Je bent Democraat of Republikein en er tussenin ligt een ravijn van peilloze diepte. Amerika is zo verdeeld, voelt zich zo gedwongen partij te kiezen, dat politiek als gespreksonderwerp op dinner parties of aan de barbecue liefst wordt vermeden.

Begrijpelijk, want elk gesprek vergroot de kloof. Het onderwerp is nooit een brede visie op welke kant het land op zou moeten gaan, laat staan waar visies van elkaar verschillen of elkaar zouden kunnen raken. Het gaat er enkel en alleen nog over dat ze elkaar uitsluiten, over wat Amerikanen scheidt in plaats van wat hen bindt. Of je voor of tegen Donald Trump bent. Of je, in Trumps termen, een winnaar bent of een verliezer.

Is het werkelijk zo erg? Zien we niet een karikatuur van verdeeldheid? En zelfs als er zonnige randjes zijn te bekennen aan de samengepakte wolken, waar komt die onmiskenbaar aanwezige rotsfeer vandaan? Was de sfeer onder president Obama al slecht? Onder Bill Clinton? En onder kleine Bush? Wat is er mis met Amerika?

Laten we beginnen met vaststellen dat Amerika altijd tot op het bot verdeeld was en zelfs in zijn diepste idealen tweeslachtigheid uitstraalde, te beginnen met founding father Thomas Jefferson die schreef dat „all men are created equal„ en er driehonderd slaven op na hield. Misschien heeft Amerika confrontatie nodig, is het de brandstof die het land aan de gang houdt. Amerika is geboren uit confrontatie en strijd. Met de oorspronkelijke inwoners, met de Fransen, de Engelsen, de Spanjaarden en vooral met elkaar, inclusief de Amerikaanse erfzonde van diep geworteld racisme. Amerika ontleent een zekere energie aan die confrontaties.

Maar de huidige verdeeldheid, aangejaagd en opgejuind door de persoon die het land zou moeten verbinden, lijkt me niet alleen onaangenaam, maar ook disfunctioneel en zelfs gevaarlijk. Toch is Donald Trump enkel symptoom, het probleem was er al. Er is iets fundamenteel misgegaan, Amerika is uit de rails gelopen. De verdeeldheid is louter nog destructief.

Lees ook: NRC correspondent Bas Blokker over de verdeeldheid in Amerika

Voor de rol van kwade genius achter de huidige onaangename stemming in de VS heb ik twee kandidaten: Richard Nixon en Newt Gingrich.

Als je, zoals ik, denkt dat de wortels van de huidige verdeeldheid liggen in de jaren zestig, dan kom je onvermijdelijk uit bij de Republikein Richard Nixon. Natuurlijk was hij niet de veroorzaker van de politieke en culturele verschillen die in die jaren opdoken. Wel was Nixon degene die rücksichtslos de onderbuiksentimenten uitbuitte met zijn ‘silent majority’-campagne, degene die tegenstellingen op de spits dreef.

Hij maakte sluw gebruik van het ressentiment van racistische zuiderlingen, tot dan toe zonder uitzondering Democraten, die ‘hun manier van leven’ door de burgerrechtenwetgeving van 1964 en 1965 bedreigd zagen. Nixon verwelkomde hen in de Republikeinse Partij, geholpen door de hete zomer van 1968 waarin steden brandden en Democraten tijdens de conventie in Chicago met elkaar en de politie op de vuist gingen. Dat jaar werden veel Democraten Republikeinen, ze namen hun racisme mee naar de partij van Lincoln.

Lees ook: De ergste president van de VS is Nixon. Of toch Trump?

Nixon won in 1968 op cultuur en ras, maar het was vooral Vietnam, het wrede oprekken van de oorlog tot 1972, dat het land verdeelde. Nixons pitbull was vice-president Spiro Agnew, die na zijn aftreden wegens belastingfraude onomwonden verklaarde: „Het verdelen van de Amerikaanse bevolking is mijn grootste bijdrage geweest aan de nationale politiek. Niet alleen pleit ik schuldig op die aanklacht, het vleit me”. De verder onbenullige Agnew legde de vinger op de zere plek: verdeeldheid was het doel. En dat is het gebleven.

Schaamteloos uitgebuit

De cultuuroorlog werd opgejaagd door het ‘Roe vs. Wade’, de abortusuitspraak van het Supreme Court in 1973. Hoe welkom het recht van een vrouw om over abortus te beslissen ook was, voor conservatieven was de uitspraak een ideaal middel om belangrijke doelgroepen te engageren. Hier kwam de Republikeinse coalitie tot stand tussen sociaal-conservatieve Amerikanen en de anti-overheid, anti-belasting lobbyisten. Scherper geformuleerd: social issues, de Amerikaanse term voor ethische en morele kwesties, werden schaamteloos uitgebuit door goed gefinancierde belangengroepen.

Newt Gingrich liet eind jaren tachtig van zich horen. Hoewel de Republikeinen de uitvoerende macht controleerden, moesten ze zich sinds 1954 neerleggen bij hun minderheidspositie in het Huis van Afgevaardigden. Daar zou Gingrich, een ambitieuze jonge afgevaardigde uit Georgia, wel eens even verandering in brengen. Hij begon te stoken en zette culturele en politieke verschillen om in keiharde polarisatie.

Gingrich gebruikte een nieuw medium: C-span, een televisienetwerk dat 24 uur per dag verslag deed van het Amerikaanse parlement. Zijn confronterende toespraken waren prima vulling en werden in hun geheel uitgezonden. De eerste scalp die Gingrich veroverde was die van de nu vergeten Democratische Speaker van het Huis, de ouderwetse Texaan Jim Wright. Wright had een boek geschreven dat in grote aantallen was afgenomen door lobbyisten – een veel gebruikte manier om extra geld binnen te halen. Gingrich maakte er een zaak van en slaagde erin om Wright afgezet te krijgen. De haat tussen Republikeinse en Democratische politici groeide, contacten tussen beide partijen namen af, compromis werd een scheldwoord.

Ongedisciplineerde babyboomer

In Bill Clinton, de ultieme ongedisciplineerde babyboomer, vonden de Republikeinen een heerlijk doelwit in hun cultuuroorlog. Niets was te dol om hem te ondermijnen. Cultuur was het middel, macht het doel. Gingrich bedacht een ‘Contract with America’ waarmee de Republikeinen in 1994 het Huis wonnen. Zelf werd hij Speaker, zijn partij begon eindeloze onderzoeken naar Clintons vermeende misdragingen, die culmineerden in de Lewinsky-affaire en de poging om de president af te zetten.

Dat mislukte en de Republikeinen verloren zelfs zetels in 1998. Inmiddels had Gingrich een officiële reprimande gekregen voor oneigenlijk gebruik van belastingaftrek en wist zowat iedereen in Washington van zijn affaire met een 23 jaar jongere medewerkster (sinds 2000 zijn derde echtgenote). In november 1998 trad hij af, maar zijn voorbeeld bleef de norm.

Het Amerikaanse politieke systeem leidt haast automatisch tot polarisatie. In een tweepartijensysteem zijn nuances een luxe, zeker als dat systeem door een historische weeffout de minderheid een parlementaire meerderheid kan geven. Het is te makkelijk te zeggen dat beide partijen bijdragen aan die polarisatie. Dat doen ze, maar er is maar één Amerikaanse partij die steeds als zij geen macht heeft het systeem laat vastlopen en als zij wel macht heeft die zonder terughoudendheid gebruikt – en vaak misbruikt. Dat is de Republikeinse Partij, de partij van Nixon en Gingrich, die zich nu met huid en haar heeft uitgeleverd aan het onbedoelde kind van hun strategie: Donald Trump.

De Kavanaugh-affaire was exemplarisch; het ging de Republikeinen eerder om de nederlaag van hun opponenten, dan om de kwaliteit van een conservatief Supreme Court. Het toonde hoe opgefokte woede wordt gebruikt om de eigen groep mee te nemen. Kavanaugh zelf bezondigde zich daaraan, maar terwijl hij nog met recht boos kon zijn, voerde de Republikeinse senator Lindsey Graham – met zijn over-the-top performance van blanke man van middelbare leeftijd ‘die het niet mocht zeggen, maar het toch zou doen’ – even huichelachtig als effectief campagne voor de komende verkiezingen.

Natuurtalent in bedrog

De geschetste ontwikkeling van de Republikeinen dateert dus niet van vandaag of gisteren. Dat Trump de Republikeinen heeft overgenomen was niet vanzelfsprekend, maar de meegaandheid van de partijelite is goed verklaarbaar. Waar Trump een natuurtalent is in leugen, bedrog en zelfverrijking, daar is senaatsleider Mitch McConnell een professioneel expert in deze vaardigheden, met buitengewoon succes.

Ga maar na, welbeschouwd hebben de Republikeinen al sinds 1969, vanaf Nixon, de macht. Zelfs onder Democratische presidenten wisten ze het systeem virtuoos te bespelen. Carter, Clinton en Obama werden kundig klemgezet. De Republikeinse partij verdedigt op belangrijke terreinen als abortus, wapenwetgeving, LGBT-rechten, ziektekostenverzekering en immigratie standpunten die niet sporen met wat de meerderheid van Amerika wil. Het gevolg is dat er vooral veel níet gebeurt. Terwijl maatschappelijke problemen als infrastructuur, immigratie, ziektekosten en onderwijs schreeuwen om beleid, heeft de Republikeinse meerderheid de afgelopen twee jaar niets meer opgeleverd dan belastingverlagingen voor ondernemingen en de rijken en gigantische begrotingstekorten die de overheid verder verlammen. Het resultaat is een land dat niet alleen politiek verdeeld is maar vooral ook sociaal en economisch uiteen dreigt te vallen, een samenleving zonder samenhang.

Ik begon met vast te stellen dat Amerika altijd al neigde naar tweespalt, naar confrontatie, naar voortdurende these en antithese als je het zo wilt noemen. Maar nu de geest van Nixon en Gingrich steeds krachtiger over Amerika waait zijn compromissen verboden. Verdeeldheid is er om uit te buiten, niet om op te lossen. Je politieke tegenstander is je vijand, is ‘evil’, in de evangelische termen die Republikeinen graag gebruiken.

Lees ook: In de tot op het bot verdeelde VS wordt tot in elke uithoek van het land naar de knock-out gezocht.

De destructieve krachten die in Amerika altijd onder de oppervlakte sluimeren doen zich steeds meer gelden. Twee keer eerder verscheurden ze het land: tijdens de Burgeroorlog (1861-1865) en tijdens de Grote Depressie (1929-1939). Die twee keren had Amerika geluk dat juist op het moment van die kolossale botsing van maatschappelijke krachten leiders opdoken met het karakter en de visie om de zaak weer aan elkaar te knopen, Abraham Lincoln (1861-1865) en Franklin Roosevelt (1933-1945).

We kunnen alleen maar hopen dat als de grote kladderatsj komt – door een reprise van de kredietcrisis in 2008 of fatale blunders van Trump – er een politicus opstaat van dit niveau.De sfeer in Amerika, het klimaat dat Trump en zijn wrecking crew hebben geschapen, voelt als een voorspel van een confrontatie, een klassenoorlog, een stammenoorlog, hoe je het ook wilt noemen, aangejaagd door een haatzaaiende president die in woord en daad het Amerikaanse systeem van bestuur ondermijnt, met zijn partij als enthousiaste collaborateur. Zal Amerika tachtig jaar na de vorige crisis in staat zijn als het erop aankomt zijn destructieve impulsen weten te overstijgen?

Democraten onderschatten zijn kracht

Ook als Trump op 6 november een blauw oog oploopt, zullen deze verkiezingen niets veranderen. Sterker, als de Democraten het Huis winnen kunnen we allerlei meer of minder stupide onderzoeken verwachten. Ze zullen roepen om impeachment en in de verleiding komen om zich te gaan gedragen als de Republikeinen. Donald Trump zal er energie aan ontlenen. Waar hij goed in is, is precies die drukpunten te vinden die zijn tegenstanders machteloos maken. Hij is een roofdier: Trump ruikt zwakte en reageert met dodelijke kracht. Door hun afschuw van de man neigen de Democraten ertoe zijn kracht te onderschatten.

Het is goed mogelijk dat Trump op 7 november victorie kan kraaien, dat de Republikeinen zowel het Huis als de Senaat behouden. Ze zijn uitzonderlijk goed in tussentijdse verkiezingen, kijk maar naar 2010 en 2014 toen ze Obama politiek castreerden. In dat geval zullen we tot minstens begin 2021 een systeem van machtenscheiding hebben waarin de machten niet gescheiden zijn en de meest destructieve kracht in Amerika, de Republikeinse elite, een vrij schootsveld heeft.