Opinie

Niet weer een nieuw rekencurriculum, geef gewoon beter les

Onderwijsblog Slechts drie van de 600 gepeilde leraren weet van de aanstaande curriculumvernieuwing voor rekenen. Overbodig, schrijft onderwijsadviseur Marcel Schmeier.

Koen Suyk ANP Photo Xtra

Opeens was daar vorig schooljaar het bericht: het rekencurriculum moet worden herzien, als onderdeel van een grootscheepse curriculumvernieuwing onder de naam Curriculum.nu. Het rekenonderwijs wordt door een werkgroep van rekenvernieuwers tegen het licht gehouden om het aan te passen aan de nieuwste inzichten. Een klus die in mijn ogen niet veel tijd en energie hoeft te kosten, want een leerlijn rekenen is al in 2009 vastgelegd en wetenschappelijk onderzoek is glashelder over welke didactiek de beste leerresultaten oplevert.

Ik was dan ook verbaasd over het resultaat dat de werkgroep vorige week presenteerde. In plaats van een heldere leerlijn waarin de rekenbewerkingen netjes zijn geordend op leerjaar, werd er een wollig geschreven document gepresenteerd met filosofische bespiegelingen over gedroomde nieuwe rekeninhouden, zoals ‘wat getallen zeggen over de waarheid’ en ‘alles verandert!’. Eerder dit jaar waren de rekenvernieuwers na lang nadenken en overleggen al tot de volgende conclusie gekomen: ‘Getallen zijn de basis voor het leergebied rekenen.’

Kortom: de zoveelste onderwijsvernieuwing die tijd, moeite en geld verspilt en waar het onderwijs niks mee opschiet. De werkgroep had beter kunnen kijken welk denkwerk al voor ze was gedaan. De einddoelen voor rekenen zijn in 2009 namelijk al keurig vastgelegd door de werkgroep Meijerink. Methodemakers hebben deze einddoelen vertaald naar rekendoelen per leerjaar.

De leerstof voor de rekenles is niet wezenlijk veranderd. Er zijn geen nieuwe getallen en symbolen ontdekt. De formule voor het berekenen van oppervlaktes is ongewijzigd gebleven. Rekenkundige feiten en procedures zijn tijdloos, evenals de volgorde waarin deze het beste kunnen worden onderwezen aan kinderen. Voor wat betreft de stof, de leerlijn, is er geen aanleiding om het curriculum te herzien.

Verhaaltjes

Behalve de leerlijn is er ook de manier waarop de leerstof wordt onderwezen, de didactiek. Deze is inderdaad toe aan vernieuwing. De afgelopen twintig jaar hebben nagenoeg alle Nederlandse basisscholen gewerkt met rekenmethodes gebaseerd op ontdekkend (realistisch) rekenen. Hierin leren kinderen rekenen in contexten en verhaaltjes, moeten ze zelf ontdekken hoe ze een som oplossen, is het oefenen naar de achtergrond geschoven en komen er veel verschillende onderwerpen aan bod in één rekenles.

Op deze didactiek is veel kritiek vanuit het werkveld en de wetenschap. Vincent Icke, lid van het Comité van aanbeveling van de Stichting Goed Rekenonderwijs, schrijft in NRC: ‘Op de basisschool is rekenen vervangen door raadseltjes, vaak slecht geformuleerd. Een ramp voor de wiskunde, waar juist alles in het werk wordt gesteld om dubbelzinnigheid uit te sluiten.’

De curriculumherziening biedt de kans om afscheid te nemen van het realistisch rekenen en te werken aan beter en effectiever rekenonderwijs op basis van wetenschappelijk bewezen aanpakken. Precies wat Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Commissie Parlementair Onderzoek Onderwijsvernieuwingen, onlangs herhaalde in deze krant: ‘Opnieuw roep ik op om onderwijsvernieuwingen te baseren op wetenschappelijk onderzoek, zoals in andere maatschappelijke sectoren wél gebeurt.’

Effectieve methodes

Maar de rekenvernieuwers van Curriculum.nu noemen het eindrapport van de Commissie Dijsselbloem helaas niet eens in hun bronnenlijst. Ook ontbreken verwijzingen naar solide wetenschappelijke meta-analyses van bewezen effectieve methodes, zoals directe instructie door de leerkracht. In plaats daarvan pleiten ze voor een voortzetting van het ontdekkend rekenen. Hierdoor is de kans groot dat de dalende trend van de rekenprestaties van Nederlandse leerlingen zich voortzet. De Onderwijsinspectie is hier inmiddels een onderzoek naar gestart.

Tot slot is er nog een ernstig probleem met het draagvlak voor het herzien van het rekencurriculum. Als onderwijsadviseur geef ik veel lezingen en workshops op scholen door heel Nederland. De afgelopen weken stelde ik op scholen de vraag ‘Wie weet wat Curriculum.nu is?’ Van de in totaal zeshonderd leerkrachten die ik het vroeg, wisten slechts drie van het bestaan. Onderwijsminister Arie Slob zei bij de start van de curriculumherziening: “Ik vind het belangrijk dat u in rust uw werk kunt doen.” Dat is goed gelukt, want vrijwel niemand weet welke nieuwe omwenteling hen staat te wachten.

Het is tijd om te stoppen met het steken van kostbaar onderwijsgeld in de curriculumherziening Curriculum.nu. Het project wordt vooral gebruikt door rekenvernieuwers om het realistisch rekenen nog dwingender op te leggen aan scholen en leerkrachten. Onze beroepsgroep zou zich moeten baseren op solide wetenschappelijk onderzoek en kiezen voor onderwijs dat bewezen effectief is. Realistisch rekenen hoort daar niet bij.

Marcel Schmeier is onderwijsadviseur, auteur van het boek ‘Effectief rekenonderwijs op de basisschool’ en bevoegd leerkracht basisonderwijs.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.