De hele wereld zit om ze te springen, heel Nederland en dus ook Rotterdam. Maar vind ze maar eens, de IT’ers die handen en voeten moeten geven aan de economie van het digitale tijdperk. Zeker in een traditionele arbeidersstad die niet bepaald het imago van pleisterplaats voor technisch vernuft met zich meedraagt.
Toch heeft Rotterdam ze hard nodig: informatietechnologen voor de industrie en de logistiek in de haven, voor het Erasmus MC, voor het onderwijs, voor de gemeente. Dat wat met de verzamelnaam IT wordt aangeduid – internet (of things), big data, blockchain, robots, kunstmatige intelligentie en zo meer – sijpelt in alle sectoren door. Daarin achterblijven zet de economie van de stad op het spel. „We hebben hier echt met een mega-vraagstuk te maken”, zegt Ron Kooren, bestuurslid van werkgeversvereniging VNO-NCW Regio Rotterdam.
Aanstaande maandag verricht wethouder Said Kasmi (Onderwijs) de officiële opening van de IT Campus Rotterdam op het RDM-terrein op Heijplaat. De gemeente komt ook over de brug: in het akkoord van het nieuwe college is vastgelegd dat de campus in 2019 en 2020 voor 300.000 euro steun krijgt. Ook het stadsbestuur ziet de noodzaak dat Rotterdam zijn achterstand op andere steden goedmaakt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37440333-0fa481.jpg|https://images.nrc.nl/9wG6uiVJW_Ckp3ydc4CQ-nGUOTg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37440333-0fa481.jpg|https://images.nrc.nl/D1YzXZV3QMqng6sb6WCV4W2XnWI=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37440333-0fa481.jpg)
Want een achterstand is er, beaamt Kooren, die het afgelopen jaar de drijvende kracht is geweest achter de komst van de Campus. „Het IT-vraagstuk in Rotterdam is een opeenstapeling van zaken die de laatste jaren niet goed zijn gelopen. Vooral omdat er door bedrijfsleven, onderwijs en overheid onvoldoende is samengewerkt. In andere steden bestaan al langer initiatieven waar dat wel gebeurt, zij het nergens zo breed als hier, van primair onderwijs tot hbo.”
Het tekort aan IT’ers is terug te zien in de cijfers. Het aantal openstaande vacatures voor deze beroepsgroep is in Rotterdam de laatste twee jaar met 30 procent gestegen (bron: gemeente Rotterdam). Tegelijkertijd is het aantal studenten dat een IT-opleiding volgt beperkt. Van de 100.000 Rotterdamse leerlingen op het hoger en middelbaar beroepsonderwijs zijn dat er slechts 4.000. Voor hun liggen de banen voor het oprapen; de ironie wil dat velen dat doen in Amsterdam, Utrecht of Eindhoven, waar de arbeidsmarkt net zo krap is, maar de keuze uit potentiële werkgevers groter.
Het aantal openstaande vacatures voor IT’ers is in de stad de laatste 2 jaar met 30 procent gestegen
Zo verliest Rotterdam IT-talent omdat het werkaanbod elders aantrekkelijker is, en komen Rotterdamse bedrijven in de knel omdat de vijver waaruit zij vissen niet goed gevuld is. Dat is een negatieve spiraal waarvan Jeroen Kuyper, directeur van Rotterdam Partners, het gevaar ziet. „Als promotor van de Rotterdams economie hameren wij op het belang van het vestigingsklimaat in de stad. Misschien wel de belangrijkste factor is de arbeidsmarkt. Zonder goed geschoold personeel kunnen wij geen bedrijven aantrekken. Dan gaan er misschien zelfs bedrijven weg.”
De IT Campus moet die spiraal doorbreken. Een van de doelstellingen is om het aantal studenten te verdubbelen naar 8.000. Maar hoe houd je die na het afstuderen hier, en voorkom je dat ze een werkkring elders in het land vinden? „Rotterdamse studenten zijn trots op de stad”, zegt Kooren, behalve werkgeversbestuurder ook voorzitter van het Albeda College. „Die willen hier best graag blijven. Alleen is de uitstraling nu: voor interessante IT-banen moet je niet hier zijn. Dat willen we doorbreken door bedrijven nauw bij de campus te betrekken.”
Die bedrijven zien dat belang ook, bevestigt Kuyper van Rotterdam Partners: „Als het goed is versterkt het elkaar. Als Rotterdam meer talent opleidt, krijgt het vanzelf meer smoel als plek waar bedrijven moeten zijn als ze dit soort personeel nodig hebben. En daarin fungeert de Campus als een soort platform waar vraag en antwoord samenkomen. Een marktplaats.”
Geen onderwijsinstelling
Meer een ontmoetingsplek dan een onderwijsinstituut, zo omschrijft ook Matthijs Jaspers, projectleider van de IT Campus, het initiatief. De Campus mag dan een eigen ruimte hebben bij de RDM, daar komen straks geen 8.000 leerlingen te zitten. „We zijn geen school waar je straks met een diploma van af komt. We zijn een schakel tussen het reguliere onderwijs en het bedrijfsleven, waardoor die bedrijven dichter op de studenten komen te zitten, en dichter op de lesstof die ze krijgen. En waardoor studenten omgekeerd ook nauwer betrokken raken bij het Rotterdamse bedrijfsleven.”
Bedrijven kunnen zich op verschillende manieren aansluiten, zowel inhoudelijk als financieel. Het is te vergelijken het met crowdfunding, maar dan voor geld en menskracht. Instappen kan al laagdrempelig, voor bescheiden bedragen en bijdragen, permanent of per project. Kuyper: „We hebben al een flink aantal bedrijven om ons heen verzameld: grote namen, maar ook kleinere, die hier razend enthousiast over zijn. Bedrijven zijn nu vaak op zoek naar eigen oplossing, ieder voor zich, met eigen opleidingen of door import van talent uit het buitenland, tegen hoge kosten. In de Campus moeten ook scholing, herscholing en nascholing gezamenlijk worden georganiseerd.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37440375-177729.jpg|https://images.nrc.nl/NjyswBEKfXWVWPbtgSJlFGpysEk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37440375-177729.jpg|https://images.nrc.nl/BPZjs0OzDsOy9khAof8Nayvz_as=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37440375-177729.jpg)
Maar toch, alleen met kleine donaties blijven de hoge ambities onbereikbaar. Behalve op een verdubbeling van het aantal studenten in het beroepsonderwijs mikt de Campus op het aanleren van digitale vaardigheden (zoals programmeren) aan 50.000 basisschoolleerlingen, voortzetting daarvan aan leerlingen in het middelbaar onderwijs, en op verbinding met de wetenschap voor de broodnodige innovatie. Daarvoor is groot geld nodig, weet Albeda-voorman Kooren. „Onderwijs kost nu eenmaal heel veel geld.”
Behalve aan het maken van lespakketten gaat het geld op aan docenten, want al die studenten moeten wel iemand voor de klas hebben staan. Wordt dat, gegeven de achterstand die Rotterdam toch nog heeft, geen bottleneck? Ook daar moeten onderwijs en bedrijfsleven elkaar vinden, in een soort hybride docentschap, zegt projectleider Jaspers. Bedrijven stellen hun eigen mensen beschikbaar om ‘bij te springen’ in het reguliere onderwijs. „Op bedrijfsopleidingen zijn docenten vaak autodidact, vanuit praktische ervaring op het werk en door zelf de nieuwste ontwikkelingen bij te houden. Maar het blijft moeilijk om kennis en vaardigheden over te dragen aan anderen, en daar kan het onderwijs weer bij helpen door pedagogische en didactische kennis over te brengen. Zo kunnen ze van elkaar leren.”
Het is een overzichtelijk bedrag dat de IT Campus nodig heeft: 100 miljoen euro voor de komende tien jaar, ofwel 10 miljoen per jaar. Voor een derde deel op te brengen door de scholen (die dat hebben toegezegd), een derde door de bedrijven (die nu over de brug beginnen te komen), en een derde door de gemeente (die daarmee een begin heeft gemaakt, maar over het vervolg nog politieke besluiten moet nemen).
Geld niet de grootste zorg
Kortom, dat geld is er dus nog niet. Kooren kijkt in zijn binnenzak: „Nee, er zijn toezeggingen, maar er is nog niet één cent daadwerkelijk gedoneerd. Behalve dan dat het Havenbedrijf ons helpt met een bedrag voor de huur van deze ruimte en de Hogeschool Rotterdam en het Techniek College eventjes de lopende kosten betalen. Niemand zegt: leuk idee, hier heb je een miljoen. Maar als we ons bewijzen, dan gaat het vliegen.”
Kooren rekent op 1 tot 2 miljoen euro aan inkomsten het eerste jaar en hoopt na drie of vier jaar op de beoogde 10 miljoen te zitten. „Dat lijkt veel, maar ter relativering: in het Rotterdamse mbo en hbo met zijn 100.000 studenten gaat al 850 miljoen euro om. Dan zijn wij bescheiden.”
Geld is niet de grootse zorg, aldus Kooren. Grootste zorg is om een van de belangrijkste economische problemen van de stad op te lossen, inclusief de maatschappelijke doelstelling om daarbij ook de Rotterdammers te betrekken die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Geld kan het zicht op dat doel ontnemen, waarschuwt Kooren. „Dat zeg ik nadrukkelijk, want het is heel makkelijk voor een partij met diepe zakken als bijvoorbeeld Facebook om een paar miljoen te storten en in ruil daarvoor te eisen dat ze het beste talent mogen wegplukken. Dat is verleidelijk, maar niet wat wij beogen. De IT Campus is van Rotterdam en voor Rotterdam.”