Het is een samenzwering! Invasieve soorten schaden inheemse soorten, terwijl ze ook nog eens ándere invasieve soorten helpen, zo luidde de kop van een persbericht dat Binghamton University verspreidde. Het gaat om Amerikaans onderzoek dat verscheen in Biological Invasions, een tijdschrift dat volledig gewijd is aan de gevaren van invasieve soorten.
De biologen onderzochten de interactie tussen kikkers en planten. De klauwkikker (Xenopus laevis), een populair proefdier, vertegenwoordigde de uitheemse kikkers. De luipaardkikker (Lithobates pipiens) was de inheemse.
Het team kweekte embryootjes van de twee kikkersoorten in twee verschillende ‘bladoplossingen’, voedingsstoffen uit bladeren geëxtraheerd. De ene oplossing was een bladermix bestaande uit bladeren van inheemse planten, zoals bosbes, de andere was een invasieve mix, met grote kattenstaart.
In het water met uitheemse planten groeiden de inheemse kikkertjes niet zo goed. De uitheemse klauwkikker had er niet zo’n last van. Zie daar de samenzwering: invasief helpt invasief. Het zou wel eens het begin van een ‘invasional meltdown’ kunnen zijn, speculeren de biologen.
Maar hoe relevant is het wat de biologen in hun kweekschalen zagen? De twee kikkers komen in het wild niet samen voor, geven de biologen al toe. En de twee bladoplossingen verschilden in meerdere opzichten, zoals waterhardheid.
De onderzoekers geven zelf al aan dat de resultaten van hun labstudie weinig zeggen over hoe het er in de natuur aan toe gaat. Maar ook in het lab hadden ze meer moeten doen: een controle-experiment met waterhardheid, of meer verschillende mixen van planten. Dan hadden we nu een betere kijk op wát de groei van luipaardkikkertjes precies stuit.