‘No excuses’. Dat nam hij zichzelf voor toen hij in de zomer van 2016 begon aan zijn tweede klus als coach in Nederland. Zijn nieuwe team was onvergelijkbaar met Amsterdam meisjes B2, het elftal dat hij in 2011 onder zijn hoede had – met veel plezier, maar toch vooral om de Nederlandse taal beter te leren. Nee, dan Kampong dames 1. Die ploeg plaatste zich in 2010 voor het laatst voor de play-offs om het landskampioenschap en moet onder zijn leiding weg uit de middenmoot in de hoofdklasse. En op het hoogste niveau gelden andere wetten, dat hoef je Santi Freixa (35) niet te vertellen.
Na een zesde en achtste plaats in de eerste twee seizoenen, begon Kampong dit jaar sterk aan de competitie. Maar een blessuregolf volgde, winnen was er niet meer bij. Het dieptepunt: de 3-0 nederlaag, met vier junioren in de selectie, op eigen veld tegen Hurley, gevolgd door een 5-0 zeperd in en tegen Den Bosch. ‘No excuses?’ „In het leven gaat het erom wat je doet met de kaarten die je hebt”, zegt Freixa. „Santi heeft het inderdaad nooit gehad over wie er allemaal niet bij waren”, beaamt aanvoerder Malou Pheninckx. „Dat gaf de rest vertrouwen. Eerder raakten we elkaar nog weleens kwijt als team.”
De resultaten mochten dan tegenvallen, crisis werd het nooit bij Kampong. En na de 1-0 zege op Amsterdam van afgelopen zondag, met een bijna complete selectie, kan er vanaf plaats zes weer naar boven worden gekeken.
Vier olympische ooms
Santi Freixa i Escudé komt in 2007 naar Nederland om één seizoen bij Amsterdam te gaan spelen. Het worden er zeven. Hij ontmoet er zijn Nederlandse vrouw, met wie hij nu drie kinderen heeft. Naar Spanje gaat hij alleen nog op vakantie.
Freixa groeit als geboren Catalaan op in de buurt van Barcelona. Hockeyen doet hij bij Atlètic Terrassa, waar vier ooms in het eerste team spelen – het kwartet neemt in 1988 ook deel aan de Spelen van Seoul. De jongste, Xavi Escudé, groeit uit tot de sterspeler van Spanje. „Hij woonde nog bij mijn oma, bij wie ik vaak was. Dan zei hij: ‘Santi, ik ga om twaalf uur een half uurtje hockeyen’”, herinnert Freixa zich. Zijn oom legde dan de studieboeken opzij, rolde een kunstgrasstrook uit, zette zijn voeten anderhalve meter uit elkaar en haalde de bal eindeloos heen en weer. Zonder te kijken, de aandacht was voor kleine Santi. „Hij leerde mij dat je kunt studeren én hockeyen, en ook dat de beste speler een normaal persoon kan zijn.”
Naast zijn studie bedrijfskunde groeit Freixa net als zijn oom uit tot de bescheiden vedette van het Spaanse hockey. Vanaf zijn internationale debuut in 2000 is de speler met het vriendelijke gezicht, de ontwapende glimlach en de vrolijke, lichte ogen een killer in de cirkel. Hij scoort 126 keer in 193 interlands, ondanks zeven operaties die hem vaak en langdurig buitenspel zetten. „Wat doet een speler die langs de kant zit en altijd bezig is met het groepsproces? Goed waarnemen. Dat heb ik de helft van mijn tijd als international gedaan.” Zo nam hij al een voorschot op het werk als coach.
Contact met iedereen
Maurits Hendriks, nu technisch directeur bij sportkoepel NOC*NSF, zag in zijn periode als bondscoach van de Spaanse hockeyers (2002-2008) niet direct een coach in Freixa. Wat Hendriks wel zag, was zijn gave om met iedereen in en rond het team contact te maken. Een verbinder? „Zo noemen we dat nu, ja. Santi kon mij als coach gewoon even omhelzen, of een grapje maken. Vergeet niet dat hij uit een heel warm nest komt, hij heeft een gevoelige ziel.”
Dat blijkt in de zomer van 2006 als de Spaanse hockeyploeg in aanloop naar het WK weer eens wordt verscheurd door spanningen tussen Catalaanse en Madrileense spelers. Freixa belt als captain geëmotioneerd naar Hendriks op diens vakantieadres. „Hij wilde naar me toe komen om het te bespreken. Het raakte hem, er moest iets gebeuren. Dat typeert hem. Hij zou de eerste zijn die met een Madrileen op een kamer gaat liggen.” De kwestie wordt opgelost, Spanje eindigt die zomer als derde op het WK.
Freixa wilde tussen de beide kampen in staan, bemiddelen. „Neem de wandelingen die je als sportteam maakt. Dan worden er groepjes gevormd. Ik sta dan altijd alleen. Ik ben niet van groepjes, ik heb gewoon veel vrienden. Ik wil mij lekker voelen bij mensen, dus per definitie moeten de anderen zich ook lekker voelen.” Bij Kampong is het niet anders, zegt Pheninckx. „Santi staat als coach heus boven de groep, hij kan ook af en toe boos worden. Maar het wordt nooit een donderpreek, het eindigt altijd positief.”
Clubmens
Het is wat het bestuur van Kampong hoopt als ze in 2016 de onervaren Freixa aanstellen. Bij de eerste gesprekken zijn ze onder de indruk van zijn innemende persoonlijkheid en fanatisme. Freixa heeft duidelijk voor ogen wat hij met het team wil bereiken, en heeft ook zijn eigen leertraject beschreven. Goede spelers zijn niet automatisch goede coaches, weet hij.
„Santi is zelfkritisch zonder onzeker over te komen”, zegt Paul van den Putten, verantwoordelijk voor tophockey bij Kampong. Freixa, in die periode naast zijn werk assistent bij het Nederlands vrouwenteam, is verrast door de belangstelling van de Utrechters. Niet in de laatste plaats omdat hij vergroeid is met hockeyclub Amsterdam. „Ik ben een clubmens, dus het eerste wat ik deed was het bestuur van Amsterdam vertellen dat ik door andere clubs was benaderd”, zegt Freixa. Maar bij Kampong voelt hij zich al snel thuis. „Net als bij Atlètic doen mensen hier alles voor de club, bij Amsterdam draait het toch meer om status.”
De afgelopen twee jaar heeft Freixa zijn speelsters individueel beter zien worden. Nu gaat hij op zoek naar de cultuur om als team te presteren. Hij is veeleisender geworden voor zijn speelsters. „De grootste bron van frustratie van een niet-functionerend team is een gebrek aan toewijding. Daarom draaide de selectieprocedure dit seizoen voor mij om de vraag: wat wil jij ervoor doen om hier te spelen? Als hockeyer hoef je jezelf maar twee vragen te stellen: waar kan ik beter in worden en hoe kan ik mijn team beter maken? Ik heb ontdekt dat ik als coach op die manier moet werken. De verschillen tussen de speelsters zijn nu minder groot dan toen ik kwam. Dat vind ik een interessante ontwikkeling.”
Zelf deed Freixa alles voor de sport. „Santi was een creatieve, scorende speler die óók hard werkte. Dat is een zeldzame combinatie”, zegt Hendriks. Oud-medespelers memoreren zijn gestructureerde levenswijze, maar Freixa ziet dat anders. „Wat ik heb ontwikkeld, is discipline. Dat had ik nodig om goed te presteren. Ik wilde een bepaald aantal uur slapen, probeerde altijd goed herstellen van een wedstrijd. Daarin was ik heel zwart-wit. Ik weet nog dat we met Amsterdam op weg waren naar een toernooi in Hamburg. Toen we stopten bij een tankstation, gingen de jongens snoep kopen. Ik ging rekken.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data37594253-343122.jpg|//images.nrc.nl/sWkUzI5RFFQiTinlEKWzK5vQAKA=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data37594253-343122.jpg)
Foto Robin Utrecht
Voordeel van het verleden
In de beginperiode bij Kampong was hij soms nog die tophockeyer, zegt Van den Putten. „Dan deed hij iets voor en zag je speelsters denken: dat kan ik helemaal niet.” Freixa heeft geleerd dat vrouwenhockey echt anders is. En hij heeft vooral voordeel van zijn verleden, vindt hij zelf. „Ik weet wat speelsters voelen. Als ze in een flow zitten, dan moet ik niet tegen ze praten, niet eens naar ze kijken. Bij momenten van chaos, als ze het even niet meer weten, ga ik met ze op zoek naar antwoorden. Maar het mooiste is als ik voel dat iemand heel dicht bij het licht is, en dat zelf niet doorheeft. Mijn rol is dan haar te laten beseffen dat alle ingrediënten voor succes aanwezig zijn.”
Freixa is „heel gelukkig” bij Kampong, waar hij een contract heeft tot de zomer van 2020. „Dit seizoen merk ik dat er steeds meer lekkere momenten bij komen. Door de kennis en ervaring die ik nu heb, en ook door de relatie die ik heb opgebouwd met de dames, heb ik vaker het gevoel dat het goedkomt.” Waar dat gaat eindigen? Freixa probeert zo niet te denken.
Ook zo’n les die hij als speler leerde. De tweede plaats op de Spelen van Beijing in 2008 was voor Spanje als hockeyland een groot succes, maar niet voor de spelers. „Ze waren de enige Spanjaarden in Beijing die huilden nadat ze zilver hadden gewonnen”, stond daags na de finale in het Spaanse ochtendblad El País. „Voor mij betekende die medaille niets, ik had geen goud”, zegt Freixa. „Ik was in die periode te gefocust op succes. Nu zou ik een feest geven.”
Hockey is vooral een middel om jezelf te ontwikkelen in zijn ogen. „Dat is zo gaaf, zo inspirerend. Ik voel een heel diepe motivatie om mijn speelsters eenzelfde ervaring te kunnen geven als ik heb gehad.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data37594175-c8fa57.jpg|//images.nrc.nl/FyWlt3f7RgFy82BJlzCXJ4rp7cA=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data37594175-c8fa57.jpg)
Santi Freixa, donderdag in actie tijdens de middagtraining met de vrouwen van Kampong. „Dit seizoen merk ik dat er steeds meer lekkere momenten bij komen.”. Foto Robin Utrecht