Minister wil numerus fixus inperken

Toegankelijkheid Minister Ingrid van Engelshoven bereidt een wet voor die het instellen van een studentenstop moeilijker maakt.

Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, voorafgaand aan de ministerraad.
Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, voorafgaand aan de ministerraad. Foto Remko de Waal/ANP

Minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, D66) wil meer eisen stellen aan een studentenstop in het hoger onderwijs. Dat schrijft ze donderdag in een brief aan de Tweede Kamer, waarin ze pleit voor gelijke kansen in en meer toegankelijkheid tot het hoger onderwijs. Zij wil volgend jaar in een wetsvoorstel vastleggen dat een studentenstop beter moet wordenonderbouwd.

De studentenstop, oftewel numerus fixus, is een middel om te snelle groei van het aantal studenten aan vooral universiteiten af te remmen. Volgens een voorlopige raming van de Vereniging van Samenwerkende Universiteiten (VSNU) is dit studiejaar het aantal studenten weer met 5 procent gegroeid. Dit komt grotendeels door de toestroom van buitenlandse, vooral Europese, studenten, die voor universiteiten hetzelfde kosten als Nederlandse. Die studentengroei is meer dan twee keer zo hoog als de voorlopige raming in de rijksbegroting, op grond waarvan het overheidsgeld wordt uitgekeerd. Volgens de cijfers van de VSNU is er sprake van een gestage daling van de vergoeding per student. De minister wil de universiteiten tegemoet komen met een mogelijkheid om een studentenstop in te stellen voor alleen de Engelstalige en niet voor de Nederlandstalige track van een opleiding, zodat er minder buitenlandse studenten komen.

Lees ook: Studielast is niet de oorzaak van studentenstress

Bindend studieadvies

Het gebruik van het bindend studieadvies, waarmee slecht presterende studenten worden verplicht een opleiding te verlaten, moet volgens de minister wel worden ingeperkt. Veertig van de zestig punten in het eerste jaar moeten volgens haar genoeg zijn om door te kunnen studeren. Bij universiteiten ligt het gemiddelde nu op een eis van 45 punten. De minister zal instellingen echter niet verplichten dat maximum te verlagen, zoals ze eerder wel aankondigde. In haar brief schrijft ze nu alleen dat ze hierover in gesprek zal gaan met instellingen. Carline van Breugel, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond, betreurt dat de minister het plafond niet aan de universiteiten oplegt.

Bij de hogescholen stabiliseert het aantal studenten zich, dus daar is de nood minder hoog.

Het gebruik van de studentenstop in het hoger onderwijs is sinds 2015 gestaag gedaald tot bij ongeveer vijf procent van de opleidingen. Bij een numerus fixus voor een opleiding waar veel behoefte aan is, moet een instelling onder andere gaan aangeven welke stappen zij gaat nemen om de onderwijscapaciteit uit te breiden.

Volgens een woordvoerder van de Vereniging Hogescholen gaat deze wet „administratieve lasten veroorzaken”. „De numerus fixus is geen selectie-instrument maar een beschikbaarheidsinstrumen. Je kunt wel veel verpleegkundigen willen opleiden maar als je geen stage kunt aanbieden, doe je af aan de kwaliteit van de opleiding.”