Bier in het beslag voor deze bananenbeignets

Janneke kookt Bier is gewoon heel geschikt om beslag mee te maken

Foto Merlijn Doomernik

Als tiener werkte ik eens een zomer in de keuken van een Luxemburgs hotel. Het was zo’n middenklassegeval waar vooral veel groepen verbleven op basis van volpension. Omdat geen enkele gast het er langer dan een dag of zeven uithield, kon het menu ongestraft week na week worden herhaald. Dodelijk saai, vond ik, maar verder leek niemand onder het personeel daar last van te hebben, de chef in de laatste plaats.

Wát er op dat menu stond was ook al niet al te enerverend. Soep, AGV (aardappels-groente-vlees), dessert. Het culinaire hoogtepunt van de week vormden de bananenbeignets op vrijdagavond. Daarvoor werden in de lengte gehalveerde bananen door een dik beslag van bloem en bier gehaald en gefrituurd in hete olie. Er werd vanille-ijs bij geserveerd, wat de feestvreugde (en het aantal calorieën) nog danig verhoogde.

Hoewel de chef dus over het algemeen niet bijster veel eer in zijn werk leek te stellen, was hij op die bananen echt trots. En dan vooral op het beslag. Bier is om twee redenen heel geschikt om beslag mee aan te maken. Ten eerste omdat het koolzuur bevat, waardoor het lichter en krokanter wordt. Ten tweede omdat het, anders dan bijvoorbeeld water of melk, zorgt voor een interessantere smaak.

Niet dat ik me hier als zestienjarige van bewust was, hoor. Ik vond die bananenbeignets gewoon lekker en realiseerde me pas dat er bier in zat toen we een groep ex-alcoholisten te gast kregen. Voor die ene week dat ze zouden blijven werden de wijnkaarten van tafel gehaald, verdwenen alle flessen gedestilleerd uit de bar en werd het ons werknemers verboden om na het werk een glas te drinken of het woord alcohol zelfs maar te laten vallen.

Dat ging allemaal goed, geen vuiltje aan de lucht, maar toen werd het vrijdagavond. Als ik het me goed herinner lagen de eerste bananen al in het vet toen de chef zich realiseerde waar hij mee bezig was. Paniek in de keuken. Spoedoverleg met de baas van het hotel. Gesmiespel met de leider van de groep. Het eindigde ermee dat de ex-alcoholisten die avond een eenvoudig schaaltje vanille-ijs kregen als dessert en het hotelpersoneel zich een delirium at aan bierbananen.

Bananenbeignets

(voor 4 personen)

plantaardige olie om in te frituren; fijne kristalsuiker; kaneel; 200 g bloem, gezeefd; 1 tl bakpoeder; 1 flesje koud, licht bier (blond, IPA of eventueel gewoon pils); 4 kleine bananen; desgewenst: vanille-ijs

Verhit de olie in een frituurpan of wok tot 175 graden. Meng in een diep bord een paar lepels suiker met flink wat kaneel. Meng de bloem met het bakpoeder en een goeie snuf zout in een kom.

Schenk er al roerend met een garde zoveel bier bij als nodig is voor een dik beslag.

Pel de bananen en snijd ze in de lengte doormidden. Snijd ze desgewenst nog eens overdwars door. Dat ziet er minder mooi uit, maar maakt ze wel hanteerbaarder.

Hussel de stukken banaan eerst door de kaneelsuiker, haal ze daarna door het beslag en frituur ze in een paar minuten goudbruin. Doe dit in porties, zodat de olie niet afkoelt. Laat uitlekken op keukenpapier.

Serveer de bananenbeignets warm, met de rest van de kaneelsuiker. Geef er eventueel ook nog een bol vanille-ijs bij. Ik weet dat het heavy is, maar het contrast tussen die warme, krokante bananen en dat smeltende koude ijs is wel een dingetje.