‘Britten weigerden medewerking aan onderzoek naar hacking Belgacom’

De Britse inlichtingendienst GCHQ is hoofdverdachte voor het hacken van Belgacom in 2013, maar weigert medewerking voor het onderzoek.

De hacking van Belgacom kwam in september 2013 aan het licht.
De hacking van Belgacom kwam in september 2013 aan het licht. Foto Julien Warnand/EPA

De Britse inlichtingendienst GCHQ zat achter de hacking van het Belgische telecombedrijf Belgacom in 2013. Dat schrijft het federaal parket in documenten die de Belgische krant De Standaard heeft ingezien. De Britten weigeren bovendien mee te werken aan het Belgische gerechtelijk onderzoek naar die hacking. Dat kan ‘leiden tot een diplomatiek incident’, staat in dezelfde documenten te lezen.

De hacking van Belgacom, voor de helft staatsbedrijf, kwam in september 2013 aan het licht. Het netwerk van het telecombedrijf dat inmiddels Proximus heet, werd toen al meer dan twee jaar afgeluisterd dankzij vrij complexe malware, waarmee buitenstaanders ongemerkt toegang konden krijgen tot het bel- en internetverkeer. Er zou onder meer telefoon- en dataverkeer uit landen als Syrië en Jemen zijn afgetapt.

Uit documenten van klokkenluider Edward Snowden, die voor de Amerikaanse inlichtingendienst NSA werkte, werd vrij snel duidelijk dat de Britse inlichtingendienst GCHQ of de NSA achter de inbraak zouden zitten. Het Belgische Openbaar Ministerie vermoedde ook openlijk “internationale state-sponsored cyberspionage”.

Diplomatiek incident

Vijf jaar later is het gerechtelijk onderzoek bijna afgesloten. In een vertrouwelijk verslag van het federaal parket dat de Nationale Veiligheidsraad begin deze week besprak, en waarvan De Standaard dus de inhoud vernam, staat nu te lezen dat het parket niet genoeg bewijs wist te verzamelen om een verdachte te kunnen berechten. Toch zijn er sporen die “ondubbelzinnig wijzen op betrokkenheid van de GCHQ”. Het zou onder meer gaan om IP-adressen die naar Groot-Brittannië wijzen.

Toen de Belgische onderzoekers bij het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken echter vroegen meer gegevens over die IP-adressen te bezorgen, was het antwoord volgens het rapport: “We hebben besloten deze hulp te weigeren. Het Verenigd Koninkrijk vindt dat dit onze soevereiniteit, veiligheid en publieke orde in het gedrang kan brengen.” Dat is “uitzonderlijk tussen EU-landen en kan leiden tot een diplomatiek incident”, schrijft het parket. De woordvoerder van premier Charles Michel laat weten dat het gerechtelijk onderzoek nog loopt, en de scheiding der machten te willen respecteren. Het is dus nog niet duidelijk wat de Belgische regering met de weigering gaat doen.