De situatie in Jemen is dusdanig verslechterd dat er een hongersnood dreigt voor veertien miljoen mensen. Daarvoor heeft Mark Lowcock, verantwoordelijk voor humanitaire hulp bij de Verenigde Naties, dinsdagnacht gewaarschuwd in de VN-Veiligheidsraad. Volgens Lowcock dreigt er een hongersnood die erger is dan hulpverleners in hun werkzame leven hebben gezien.
“Op 21 september heb ik u gewaarschuwd dat we de strijd tegen de hongersnood in Jemen verliezen. Sindsdien is de situatie verslechterd”, begon Lowcock zijn toespraak voor de Veiligheidsraad. Hij geeft toe dat hij vorig jaar ook al twee keer heeft gewaarschuwd dat er een hongersnood ophanden is en dat die (mede dankzij internationaal ingrijpen) niet is uitgebroken. Toch zijn volgens de VN-chef de oorzaken voor de crisis niet weggenomen en is de situatie nu “veel ernstiger” dan voorheen.
Helft van de bevolking
Volgens een nieuwe berekening van de VN dreigen veertien miljoen Jemenieten, de helft van de bevolking, voor hun voedselvoorziening volledig afhankelijk te worden van noodhulp. “Die hulp”, benadrukte Lowcock, “is slechts voldoende om te overleven. Niet om te floreren.” Het immuunsysteem van miljoenen mensen is door jarenlange slechte voeding verzwakt. Zij dreigen ondervoed te raken of ziek te worden. Zorgvoorzieningen zijn door de crisis voor ruim de helft van de Jemenieten niet beschikbaar.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data37473011-581c99.jpg)
In Jemen verstrekken de VN iedere maand aan acht miljoen mensen voedselhulp. Vorig jaar zijn er vijftigduizend kinderen jonger dan vijf jaar gestorven door honger en ondervoeding. Het totale dodental door de noodsituatie is volgens de VN moeilijk te bepalen, omdat veel slachtoffers niet gemeld worden. Aan een inventartisatie van de situatie wordt nog gewerkt. Duidelijk is wel dat 80 procent van de Jemenieten onder de armoedegrens leeft.
Oorzaken
De toestand in Jemen is volgens Lowcock verslechterd door de aanhoudende gevechten rond Hadaydah en verdere instorting van de economie. De strijdende partijen schenden volgens de VN het internationaal humanitair recht. Zo zijn ziekenhuizen, nutsvoorzieningen en infrastructuur aangevallen of beschadigd.
Om een hongersnood af te wenden, moet er volgens Lowcock een einde gemaakt worden aan de gevechten, noodhulpvoorziening veiliggesteld worden en meer geld uitgetrokken worden voor hulpoperaties. De VN-noodhulpchef pleit ook voor een grotere en snellere investering in de economie door de Centrale Bank. Tot slot bepleit hij dat de strijdende partijen met de speciale gezant om tafel gaan om een einde te maken aan het conflict.