Moeder: „Ik ben een alleenstaande moeder met drie kinderen. Mijn jongste, een jongetje van 10, heeft last van verlatingsangst. Zo vindt hij afscheid nemen op school ’s ochtends nog steeds moeilijk. Ook wil hij nooit ergens logeren. Heel soms probeert hij het, maar dan moet ik hem toch ophalen ’s avonds omdat hij naar huis wil.
„Ik moet af en toe voor mijn werk ergens overnachten, en dan is het handig als hij naar zijn oma of mijn broer kan, maar dat wil hij pertinent niet. Hoe help ik een kind wennen aan logeren? En is het verstandig hem op te halen als hij dan alsnog naar huis wil, of juist niet?”
Naam is bij de redactie bekend. Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen. Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar opgevoed@nrc.nl
Niet forceren
Robert Vermeiren: „Angst is onderdeel van het leven dus op zich niet zorgelijk, tenzij het functioneren van het kind in het gedrang komt. Dan denk ik aan school weigeren en beperking in sociale contacten. Het lijkt me niet dat het zo ver is, maar het is goed om ervoor te waken dat het kind geen situaties gaat vermijden, want dan dreigt de angst steeds erger te worden.
„Het is voor u en uw zoon fijn als hij geleidelijk leert zijn angst de baas te worden. Dit mag u niet forceren, want dat versterkt de angst alleen maar. In therapeutentaal heet dat ‘flooding’. Geleidelijk wil zeggen dat u manieren zoekt voor uw zoon om langer elders te zijn, bij mensen bij wie hij zich het beste voelt, eventueel samen met uw oudere kinderen. Dat gaat stapje voor stapje, en de afspraken die u daarover met hem en anderen maakt moeten nauwkeurig opgevolgd worden.
„Kijk ook naar uw eigen interactie met hem. Als kinderen angstig zijn, heeft dat een weerslag op de ouder, die dan de neiging heeft daarin mee te gaan. Zeker als de ouder ook angstig is of was in het verleden, kunnen er ongewild patronen ontstaan waardoor de angst versterkt wordt.”
Langzaam opbouwen
Ria Balm: „Het is goed dat moeder hiermee aan de slag gaat, al is het maar omdat het zo belangrijk is voor een kind om los te leren komen van zijn ouders, en zijn eigen kracht te leren aanspreken.
„Het begint met op het spoor komen welke gedachtes het kind heeft als het moeder niet ziet, en samen te kijken: kloppen die gedachtes wel? Ik laat kinderen nare gedachtes op een donker wolkje schrijven, en dan op de andere kant een helpende gedachte: bijvoorbeeld: het is maar één nachtje. Of: als het lukt ga ik samen met mama iets leuks doen. Zo’n donker wolkje kan een kind op een moeilijk moment wegblazen of omdraaien.
„Het helpt om het elders alleen zijn stap voor te stap te oefenen. Bijvoorbeeld eerst een keer ergens bij een vriendje of familie eten, dan ergens eten en nog een uurtje spelen, en het zo langzaam opbouwen tot een nachtje slapen, – misschien kan een van uw oudere kinderen zo’n eerste keer mee?
„Betrek de mensen bij wie uw zoon gaat logeren in dat plan, en bespreek met elkaar en uw zoontje van tevoren: waar zit je graag in huis, wat is voor jou een veilige plek daar? Wat gaan we doen als jij je niet fijn voelt? Zo leer je een kind meer grip te krijgen op zijn gevoelens en gedrag.“