Achterin een enorme hal in het hart van Baskenland staat een gloednieuwe Sprinter van de Nederlandse Spoorwegen te glimmen. Met een gelijkvloerse instap, airconditioning, stopcontacten, usb-aansluitingen én een gigantisch toilet. De robuuste blauwe voorkant heeft met enige fantasie iets van een kikker. De makers hebben de trein geen bijnaam meegegeven. Dat laten de bouwers van Construcciones y Auxiliar de Ferrocarriles (CAF) liever aan de Nederlanders over. „Wij hebben geprobeerd op onze manier een trein te maken die het beste in Nederland past”, zegt Xabier Elizondo, projectdirecteur van de ‘Sprinter Nieuwe Generatie’.
De directie van het 101-jarige CAF ontvangt deze dag, samen met een NS-delegatie, Nederlandse journalisten en fotografen. Die krijgen in het plaatsje Beasain, waar 118 door NS bestelde treinen in elkaar worden gezet, een blik achter de schermen. Sinds oktober 2017 worden ze in Nederland getest, op 9 december gaan de eerste volgens de nieuwe dienstregeling rijden.
Fyra-trauma
Beide bedrijven gaan ervan uit dat het een succes wordt. „Vanaf het eerste moment is de samenwerking met de Spanjaarden intensief geweest”, zegt Roel Okhuijsen, directeur nieuw materieel van NS. „Daarbij hebben we allebei niets aan het toeval over gelaten. We hebben lering getrokken uit het verleden.”
Okhuijsen verwijst met zijn woorden naar een NS-trauma: de mislukking van de Fyra. Deze hogesnelheidstreinen van het Italiaanse AnsaldoBreda, die in 2012 tussen Amsterdam en Brussel hadden moeten gaan rijden, werden als „ondeugdelijk” teruggestuurd. Door chronische defecten aan het materieel werd de dienst na amper een maand gestaakt. Het debacle leidde tot een parlementaire enquête, die NS en de bewindslieden op het toenmalige Verkeer en Waterstaat als hoofdschuldigen aanwees. De retournering van de treinen vormde een schadepost van vele tientallen miljoenen euro’s.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data34514656-5e43f9.jpg)
NS leerde ervan dat je als koper van begin af aan betrokken moet zijn bij ontwerp, bouw en testen van een nieuwe trein. Dat werd eerder niet gedaan, onder meer om de juridische verantwoordelijkheid volledig bij de bouwer te laten.
Ditmaal hebben klant en bouwer zelfs medewerkers bij elkaar gedetacheerd. Voorspelbaarheid van het productieproces en ervaring speelden ook een rol bij de aanbesteding van de opdracht.
„CAF kwam daarbij als beste naar voren”, legt Okhuijsen uit. „De prijs die je betaalt is zeer belangrijk, maar soms verdienen bedrijven extra punten met andere dingen. Zo scoorde CAF met de goed verdeelde aandrijving van deze treinen, die hierdoor minder gevoelig zijn voor bladeren op het spoor.”
Investeringsprogramma
De aankoop van de Sprinters, een uitgave van een half miljard euro, maakt deel uit van een NS-investeringsprogramma dat vijf keer zo groot is. Toen CAF de order eind 2014 ontving, midden in de economische crisis, vierden de ruim achtduizend werknemers een feestje. Het Franse Alstom en het Zwitserse Stadler hadden het nakijken.
Ook nu geniet CAF nog van de order, zegt Arjan de Hek, die voor het bedrijf in Nederland werkt: „Als je zo’n opdracht in de wacht sleept, betekent het dat je het goed doet. Deze sprinters zijn een visitekaartje voor ons.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37523508-c379d6.jpg|https://images.nrc.nl/jcc4MZaW5K9IWpLhabkGMqyeD8s=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37523508-c379d6.jpg|https://images.nrc.nl/wnLOdhFvdxsd-JsxYh7xQoC-NIA=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37523508-c379d6.jpg)
Het treinstel voelt binnenin direct Nederlands aan. Een typische forensentrein met veel staanplaatsen, open ‘balkons’ en overal de kunst van Mondriaan.
Foto ANP/Vincent Jannink
Wilbert Wijns, programmamanager Sprinter Nieuwe Generatie, maakte de tijd nog mee dat NS zelf treinen bouwde. „Het is zaak dat je elkaar begrijpt en openstaat voor een andere cultuur”, legt hij uit in het kantoor van CAF. „In het begin is dat van beide kanten soms best lastig. Maar als er nu iets anders moet, begrijpen we elkaar. En het is belangrijk dat je beiden hetzelfde doel voor ogen houdt: een zo goed mogelijke trein maken.” Wijns keek tevreden toe toen in maart 2017 de eerste Sprinter de Spaanse fabriekshal verliet. Een groot deel van de treinen ging per schip naar Nederland; Spanje heeft een andere spoorbreedte.
De nieuwe Sprinters zijn inmiddels aan diverse testen onderworpen. Ook dat is een Fyra-les geweest: NS en controlerende instanties komen niet pas in actie als de trein klaar is, maar al tijdens de bouw. Zo werd de Sprinter in een klimaatkamer in Wenen onderworpen aan temperaturen van min 25 tot plus 40 gaden Celsius. Ook legden de nieuwe treinen tienduizenden kilometers af op een testcircuit in het Tsjechische Velim.
“De machinisten hadden vaak aan vijf minuten lezen in de handleiding genoeg om ermee weg te rijden”
Sinds vorig jaar zijn ze op diverse trajecten in Nederland op proef ingezet. „De machinisten hadden vaak aan vijf minuten lezen in de handleiding genoeg om ermee weg te rijden”, vertelt Wijns glimlachend.
De 118 nieuwe Sprinters vervangen voor een deel oud NS-materieel en vormen deels uitbreiding van de capaciteit. De afgelopen jaren is het reizigersaanbod sterk toegenomen, onder meer doordat veel meer studenten met een ov-kaart reizen. Volgens ProRail-cijfers legden treinen in Nederland in 2004 129 miljoen kilometer af. Komend jaar zal dat ruim 165 miljoen zijn.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data36980447-196def.jpg)
De snelle groei bracht NS in zodanige capaciteitsproblemen dat het spoorbedrijf zich gedwongen zag een spoedbestelling te plaatsen bij treinfabrikant Stadler. De Zwitsers konden heel snel 58 Flirttreinen leveren, de Flinker Leichter Innovativer Regionaltriebzug. Deze treinen rijden sinds 2016 in zuidelijk Nederland en hebben zo’n 10.000 zitplaatsen toegevoegd. De Baskische treinen zorgen straks voor nog eens twintigduizend extra zitplaatsen, op een totaal, vorig jaar, van 249.000. Vanaf 2021 komen er 79 Intercity’s van het Franse Alstom bij, met 25.000 zitplekken. Spoorbeheerder ProRail ziet het aantal reizigers tot 2030 nog met enkele tientallen procenten groeien.
Typische forensentrein
Een tocht langs de hallen in Beasain toont het hele bouwproces van de Sprinters. Van de plaats waar de aluminium casco’s worden gemonteerd, langs de spuiterij, naar de hal waar elektrische uitrusting, zoals de airconditioning, bovenop het treinstel wordt geplaatst. Daardoor is ruimte vrijgekomen aan de onderkant ervan, waardoor de vloerhoogte aansluit op die van het perron.
Het treinstel voelt binnenin direct Nederlands aan. Een typische forensentrein met veel staanplaatsen, open ‘balkons’ en overal de kunst van Mondriaan. Aan de buitenkant sluit de ‘blauwe kikker’ aan bij een andere Nederlandse traditie; die om treinmodellen dierennamen te geven – zoals hondenkop, apenkop, bison en buffel.
Vernieuwend zijn de Sprinters niet echt. De ramen zijn groter, de stoelen zijn van kunstleer, een airco zorgt voor verfrissing en er is een reusachtig toilet waar je met een rolstoel in kunt draaien. De treinen zijn bovenal efficiënt ingericht. Het verschil tussen eerste en tweede klasse is alleen te zien aan de kleur van de stoelen: rood respectievelijk blauw. Wie meer betaalt, hoeft niet te rekenen op extra comfort. Hooguit op wat minder medereizigers.