-
●●●●●
Thom Yorke: Suspiria
Pop: Voor de remake van horrorfilm Suspiria door Luca Guadagnino maakte Thom Yorke, van Radiohead, de soundtrack. Hij deed dat op een fijnzinnige manier, met slechts subtiele verwijzingen naar spanningsverhogende muziek, zoals nu en dan een snerpend hoge viool. Een groot deel van de composities is instrumentaal, opgenomen met een orkest dat trage dissonanten speelt, waarop toch een zoete ontknoping volgt. Yorke laat de instrumenten prachtig ijl en glazig klinken. Bovendien zorgt hij voor vervreemdende accenten zoals de op hol geslagen tikmachines in ‘Volk’, en stormlawaai in ‘Open Again’. Maar liefst vijfentwintig stukken lang blijft Yorke geïnspireerd. In ‘The Universe Is Indifferent’ mag een weerbarstige akoestische gitaar zich door de strijkers heen dringen terwijl Yorke in superieur gejammer uitbarst. Het meanderende ‘Has Ended’ kreeg een voorzichtige drumpartij. Zo brengt Yorke horror samen met popmuziek tot een spannend huwelijk.Hester Carvalho Thom Yorke - Suspiria verschijnt 26 oktober.
-
●●●●●
Mudhoney: Digital Garbage
Rock: Kurt Cobain was net een jaar dood, toen Mudhoney-zanger Mark Arm in ‘Into Your Shtik’ de gouden tip gaf aan alle getormenteerde rockers die – in de slipstream van Nirvana – alles op alles wilden zetten voor hun grote doorbraak. ‘Why won’t you’, rijmde hij, ‘blow your brains out too.’ Op het tiende studioalbum Digital Garbage gaat Arm gewoon door met zijn carrièreadviezen. Want in een tijd van Insta-sterren zit er maar één ding op, smaalt hij over rafelige fuzzgitaren en kreupele drumroffels: ‘Kill yourself live, and you live on in digital garbage.’In drie decennia bleef Mudhoney zichzelf: zwartgallig, rauw, heerlijk rammelend en arm. Want zoals dat gaat, zouden de peetvaders van de grunge zelf nooit echt doorbreken. Arm schreeuwt weliswaar een half octaaf lager, maar zijn huilend gekrijs druipt nog steeds van wanhoop, woede en bijtend cynisme.Na Serpent Music verkent hij op Safe In The Hands of Love weer alle schemergebieden daartussen. Op ballade ‘Licking an Orchid’, met een rimpelend arpeggio en zachte feminiene zang van James K, toont hij zich kwetsbaar en mistroostig.Maar grime nummer ‘Economy of Freedom’ met grofkorrelig geluid en af en toe een explosieve bas klinkt sensueel en beklemmend. Het is vooral die mix van melancholie en beladen seksualiteit, van r&b en punk, die het album zo intrigerend maakt.De meest schurende boodschap heeft hij in de grootste meezinger, de uptempo soultrack ‘Noid’, verpakt. Protestsongs klonken nooit hoopvoller. Frank Provoost
-
●●●●●
Igor Levit: Life
Klassiek: In 2016 verloor pianist Igor Levit een goede vriend. Op Life smeedt hij die tragische gebeurtenis om tot een hymne aan het leven. Het repertoire op de dubbel-cd is even rijk geschakeerd als het leven zelf: van Busoni’s Fantasie naar J.S. Bach tot Bill Evans’ Peace Piece, waarin Levit dromerig toucherend de zwaartekracht ontstijgt. Even gemakkelijk volgt op Rzewski’s meditatieve A Mensch Liszts pianoversie van de liefdesdood uit Tristan und Isolde. Levit brengt zo veel kleur en reliëf aan dat je je afvraagt waarom Wagner de muziek niet meteen voor piano schreef.De hoofdmoot: Busoni’s pianotranscriptie van Liszts kolossale Fantasie en Fuga op Ad nos, ad salutarem undam. Nu eens laat Levit zijn piano orgelachtig ronken, dan weer teder parelen in fluistercantilenes. In de hoogpolyfone texturen betoont hij zich een meester van onvermoede middenstemmen en fraai opengewerkte melodielijnen.Een album dat je niet meer loslaat. Joep Christenhusz
-
●●●●●
Ebonit Saxophone Quartet: Arabesque
Klassiek: Claude Debussy heeft een bijzondere status in saxofoonland. Niet alleen schreef hij een van de eerste serieuze solostukken voor het nieuwe instrument, ook andere Debussy-composities blijken in lichtvoetige saxarrangementen goed tot hun recht te komen. De tweede cd van het Ebonit Saxophone Quartet, Arabesque, is een eerbetoon aan Debussy. Ebonit timmert stevig aan de weg, en hoewel Simone Müller op sopraansax heeft plaatsgemaakt voor Vitaly Vatulya zijn de mooie klank en het sprankelende samenspel gebleven. Het pleit voor Ebonit dat ze vooral onbekende werken van Debussy hebben gekozen, al zijn vroege pianostukken als ‘Symphony’ en ‘Divertissement’ flink minder interessant dan ‘Masques’. De arrangementen van Ebonit klinken steeds inventief en volkomen logisch, alsof Debussy het zo bedoeld heeft. Ook op Arabesque: Janáceks Debussy-achtige pianocyclus ‘In the mists’ en Saint-Saëns’ ‘Danse macabre’ als uitsmijter. Joep Stapel
-
●●●●●
Villagers: The Art of Pretending to Swim
Pop: ‘My heart is spilling over…’ begint ‘A Trick of the Light’. Daarna: ‘…I take what I can get in matters of the soul.’ Hart en ziel zijn ruim vertegenwoordigd in de muziek van Villagers, in feite het soloproject van de Ierse zanger en dichterlijk songschrijver Conor O’Brien. Nieuw op Villagers’ vijfde album The Art of Pretending to Swim is de prominentere plek voor elektronica, samples en synthesizers. Daarmee gaat O’Brien nog niet meteen het radicale experiment van Bon Iver en Low achterna, want het synth- en vocodergebruik blijft binnen de perken en de algemene zachtmoedigheid van hartverwarmende indiefolkrock is gebleven. Wanneer in ‘Real Go-Getter’ de samples het overnemen van de echte stem, is het een poëtische toevoeging aan een lied over opkrabbelen na een depressie. Je hoort als het ware hoe O’Brien zich vastklampt aan de studioapparatuur om zijn hart te luchten. Hij wentelt zich in liefde voor muziek, en deelt dat met de luisteraar. Jan Vollaard
-
●●●●●
Marie Davidson: Working Class Woman
Dance: ‘It’s not easy to stay sober”, fluistert Marie Davidson aan het eind van ‘Your Biggest Fan’. Je hoeft dit drie minuten durende hoorspel maar te luisteren, om te begrijpen waar het misging met Avicii. De Frans-Canadese producer vangt met een poëtische mix van flarden van door haar geïmiteerde fans en haar eigen gedachten, perfect de karikaturale wereld van het clubcircuit. Begeleid door getinkel van blieps, horrorstemmen en krakend glas hoor je in ‘Tunnel’ hoe de Canadese omgaat met de gekte in haar hoofd, of is het de wereld om haar heen? Haar poëtische mix van Frans chanson-gefluister, staccato strofes en kale percussie klinkt als een dansbaar gedicht. Ze toont zich krachtig in haar kwetsbaarheid, met veel humor. Soms komt de boodschap pijnlijk fel onder de stemflarden en kale drums vandaan: overleven als muzikant is keihard werken. Rolinde Hoorntje
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Albumoverzicht: Thom Yorke brengt horror en pop samen, een hymne die je niet meer loslaat
Recensies Wat moet je luisteren? De muziekrecensenten bespreken de albums die deze week verschijnen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/2410albums.jpg)