Het kan wedstrijden kantelen: de peptalk van een coach. Kiki Bertens stond maandag bij de WTA Finals in Singapore, het officieuze WK voor tennissters, een set en een break achter tegen Wimbledon-winnares en nummer twee van de wereld Angelique Kerber toen ze haar coach Raemon Sluiter de baan opriep. Hij praatte op haar in: kies voor een meer aanvallende, agressieve strategie. Met succes, Bertens won uiteindelijk in drie sets.
Vorige week gebeurde er iets vergelijkbaars in de finale van het WTA-toernooi in Moskou. De Russische Daria Kasatkina stond 6-2 en 4-1 achter, toen haar Belgische trainer Philippe Dehaes een vlammend betoog hield, waarna ze de finale nog wist te winnen.
Coaching is toegestaan bij toernooien van de WTA, het vrouwencircuit – maar niet bij de grand slams. Bij de mannen mag het niet, op de Davis Cup na. We vragen Sluiter wat de kunst is van goede coaching op de baan.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data37450686-00f458.jpg)
Jij en Bertens hebben een dialoog, waar je bij andere speelsters – zoals Maria Sjarapova en maandag ook Kerber – ziet dat coaches alleen zenden.
Sluiter: „Als ik zit te kijken, weet ik vrij goed hoe Kiki zich voelt. Het is heel belangrijk voor mij dat zíj zich eerst uit. Ze roept mij waarschijnlijk omdat ze ergens niet helemaal zeker van is, of omdat ze er helemaal niet zeker van is, of dat ze iets wil vragen, of omdat ze bevestiging wil. Op welk level dat zit, dat wil ik eerst weten. Dat geeft mij de mogelijkheid om haar zelf de puzzel op te laten lossen, dan is het alleen een beetje steun daarin. Het prettigste is als ze zelf weet wat ze moet doen en alleen één of twee specifieke dingen wil weten.”
Je zit bij de coachmomenten gehurkt voor Bertens als zij op het bankje zit en kan haar recht in de ogen aankijken. Doe je dat bewust, om te zien wat er in haar omgaat?
„Ja. Dat is om het contact zo goed mogelijk te maken en om het echt binnen te laten dringen. Om te kijken of zij zich even van alles af kan sluiten en echt even een inhoudelijk gesprekje kan voeren.”
Hoe belangrijk was het coachingsmoment maandag tegen Kerber bij 6-1 en 2-1 achter?
„Wat misschien nog belangrijker was, is de manier waarop zij van 2-0 achter naar 2-1 komt. Het stond 2-0 en 15-30 [op de service van Bertens], dan speelt ze drie hele goede aanvallende punten. Dat is heel prettig voor mij, want dan heb ik meteen houvast, dan zijn het niet alleen mijn woorden: ‘hoe heb je die laatste punten gespeeld?’ Zij voelt het dan ook echt zo, omdat ze de punten op die manier gewonnen heeft. Mijn coaching zal zeker bijgedragen hebben. Alleen, of het bewust of onbewust was, dat durf ik niet te zeggen bij Kiki. Ze had zelf al het gevoel daar: ik moet echt meer gaan doen, want anders wordt het hem sowieso niet.”
Je probeert haar te laten realiseren dat het de winnende tactiek is?
„Klopt, ik wil haar laten inzien dat ze het eigenlijk zelf weet. Haar emoties en de dingen die gebeuren in zo’n wedstrijd zorgen ervoor dat het allemaal wat vertroebelt. Maar hoe minder ik hoef te zeggen, en hoe meer zij zelf met dingen komt, hoe beter het is. Waarschijnlijk voor de wedstrijd, en vooral ook daarna: dat betekent dat het steeds meer van háár wordt. Dat is het belangrijkste.”
Dit was haar 97ste wedstrijd dit seizoen, inclusief dubbelpartijen. De laatste weken waren fysiek en mentaal zwaar vanwege de race voor plaatsing voor de Finals. Dit is haar zesde toernooi in zes weken tijd, op twee continenten. Bijt ze zich hier nu puur op wilskracht doorheen?
„Daar was ik niet zo bang voor. Ik heb dingen van haar gezien toen we net drie maanden samenwerkten: ze speelde de finale in Acapulco in het dubbeltoernooi [februari 2016] en moest daarna in Monterrey kwalificatie spelen. Na die dubbelfinale moest ze ’s nachts twee uur rijden, vervolgens had ze een vlucht en ’s ochtends om zeven uur kwamen we aan in Monterrey en speelde ze die dag twee kwalificatiepartijen bij plus dertig graden, die ze allebei in drie sets won. Ik weet hoe diep zij kan gaan.”