Chela en Chiquita wonen al hun hele leven in hetzelfde huis. Ooit waren ze geliefden, maar of ze ooit gelijkwaardig waren is maar de vraag. Er is een klassenverschil tussen beide oudere dames: Chela is de baas. Als hun geprivilegieerde wereld door geldgebrek uiteenvalt, is het Chiquita die daarvoor mag opdraaien en zelfs de gevangenis ingaat.
De Paraguayaanse regisseur Marcelo Martinessi (1973) won met zijn debuutfilm Las herederas (de erfgenames) meerdere prijzen op de Berlinale. Afgelopen zomer was hij in Amsterdam en vertelde hij hoe het relaas van de uitdovende machts- en seksuele relatie tussen beide vrouwen ook een metafoor is voor de verstoorde klassenverhoudingen in zijn land. Als inspiratiebronnen noemde hij de documentaire Grey Gardens (1975), over twee verarmde societydames (familie van Jacqueline Kennedy), en Hollywoodklassieker What Ever Happened to Baby Jane (1962), met Bette Davis en Joan Crawford. „Ik ben gefascineerd door verziekte relaties. Met name tussen vrouwen. Dat komt vast doordat ik tussen de vrouwen ben opgegroeid. Paraguay is een vrouwenland.”
Martinessi vertelt hoe hij als kleine jongen met zijn moeder meeging naar de kapper. „Paraguay is aan de buitenkant een prachtig beschaafd katholiek land. Maar iemand was nog niet de deur uit of de andere vrouwen begonnen de meest giftige verhalen over haar. Dat de meid haar bestal. Dat haar man vreemdging. Ik was altijd bang dat ze terug zou komen en het zou horen. En tegelijkertijd ben ik dol op dat geroddel. Want het levert de beste verhalen op. Een van mijn lievelingsboeken is La babosa (1952) van Gabriel Casaccia, waarin roddelen de hele sociale structuur van een dorp bepaalt. Casaccia begrijpt de petit bourgeoisie beter dan wie ook.”
Voor Martinessi heeft geroddel, wat vrouwen in zijn film veelvuldig doen, nog een andere betekenis. „Paraguay is het grootste gedeelte van mijn leven een dictatuur, geregeerd door desinformatie. Niemand kent de waarheid. Je moet altijd maar afgaan op wat anderen zeggen.”
Las herederas kwam rechtstreeks voort uit de zoveelste politieke omwenteling in zijn land. Na de politieke coup van 2012 – de linkse president Lugo werd afgezet door het Congres – ging de voormalige televisiemaker in zelfgekozen exil. „Voor het eerst in mijn leven voelde ik weerzin voor de klasse waar ik uit kom. Paraguay is een extreme klassenmaatschappij, en ik kom uit een behoorlijk bevoorrecht milieu. Ik had het gevoel dat iedereen om mij heen de staatsgreep steunde, simpelweg omdat ze bang waren om hun privileges kwijt te raken. Veel daarvan kwam in de film terecht.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data37298496-e95c58.jpg)
Tegelijkertijd wilde hij een universeel verhaal vertellen, dus werden de psychologische verhoudingen belangrijker. „Het ging me om de hele systematiek van protectie en oppressie.” Door in zijn film vrouwen uit alle lagen van de bevolking bijeen te brengen, kon hij meteen een ander heikel onderwerp aankaarten: de slechte arbeidsposities van mensen aan de onderkant van de sociale ladder, met name de inwonende dienstmeisjes. „Die worden echt beschouwd als tweederangs burgers. Het is zelfs wettelijk geoorloofd om ze minder dan het minimumloon te betalen.”
Las herederas gaat dus bij lange na niet alleen over de erfenis die Chela voor haar ogen heeft zien verdampen, maar over de erfenis van een land. „Paraguay wordt wel een eiland omgeven door land genoemd, of de boerderij van de president. We zijn het meest naar binnen gekeerd van alle Latijns-Amerikaanse landen. En volgens mij ook het meest corrupt. Toch heb ik geen karikatuur van mijn land willen maken, maar ruimte willen creëren waarin deze personages kunnen leven. Want ze zijn ook mijn moeders vriendinnen, mijn tantes. Soms vragen mensen me of deze film een wraakoefening is. Mijn antwoord is altijd: ‘Ik voel niets meer voor de elite van mijn land. Geen respect en geen verantwoordelijkheid. Dus ik heb ook niets om wraak op te nemen.’”